Uitspraak
17 juli 2014strekkende de gijzeling van:
[getuige]
[1993] te [geboorteplaats]
[verdachte 1], [verdachte 2] en [verdachte 3]
Beoordeling:
Beslissing :
[getuige]voor de duur van ten hoogste
twaalf dagenvanaf heden.
Rechtbank Oost-Brabant
Op 28 juli 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in een strafzaak de gijzeling van een getuige verlengd met twaalf dagen. Deze beslissing volgde op een eerdere beschikking van de rechter-commissaris, die op 15 juli 2014 de getuige had gehoord en had besloten tot gijzeling. De rechtbank heeft de getuige op 17 juli 2014 opnieuw gehoord en vastgesteld dat de getuige weigerde essentiële vragen te beantwoorden, ondanks de ernstige verdenking van een levensdelict. De rechtbank oordeelde dat de inhoud van de OVC-gesprekken zodanig uitzonderlijk was dat de weigering van de getuige om te antwoorden het onderzoek ernstig belemmerde. Daarom was het noodzakelijk om de gijzeling te verlengen om de getuige te bewegen tot medewerking. De rechtbank heeft het verzoek tot ontslag uit de gijzeling afgewezen en de gijzeling verlengd voor maximaal twaalf dagen, met de nadruk op de noodzaak van het verkrijgen van antwoorden op belangrijke vragen voor het onderzoek.