ECLI:NL:RBOBR:2014:441

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 februari 2014
Publicatiedatum
3 februari 2014
Zaaknummer
01/879025-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel in vereniging met minderjarigen in de prostitutie

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 4 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De verdachte heeft samen met een ander twee minderjarige meisjes, respectievelijk 15 en 16 jaar oud, in de prostitutie gebracht. De meisjes hadden hun werkelijke leeftijd aan de verdachte verteld, maar dit weerhield hem er niet van hen seks tegen betaling te laten verrichten, enkel om financieel gewin te behalen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor mensenhandel in vereniging, waarbij het meisje de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt. De straf die is opgelegd bedraagt 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft in haar overwegingen zwaar laten meewegen dat de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de slachtoffers op essentiële punten overeenstemmen en dat er voldoende steunbewijs is voor de belastende verklaringen. De verdachte heeft ontkend de persoon te zijn die door de slachtoffers is aangeduid, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de bewijsmiddelen voldoende zijn om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten en heeft de strafmaat bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer 01/879025-13
Datum uitspraak: 04 februari 2014
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1987],
wonende te [adres 1],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 januari 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 2 oktober 2013 .
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 21 januari 2014 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2012 tot en met 13 maart 2013 te Eindhoven en/of Amsterdam en/of Zaandam en/of op een of meerdere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
A (sub 2) [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1]) heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of
B (sub 5) [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1]) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of
C (sub 8) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1]) met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt zulks terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt (lid 3 sub 2)
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), in voornoemde periode
- middels mail(s) en/of internet en/of whats app (mobiele telefoon) contact gezocht en/of onderhouden met die [slachtoffer 1] en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] voorgesteld/verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] verzocht/bewogen foto's van zichzelf te sturen aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of
- ( een) (seks)advertentie(s) van die [slachtoffer 1] opgemaakt en/of op internet ([naam 1] en /of [naam 2] en/of [naam 3] geplaatst en/of
- voor het verrichten van de prostitutiewerkzaamheden (hotel)kamer(s) geboekt/gereserveerd en/of
- condooms aan die [slachtoffer 1] verstrekt en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] (meermalen) van en/of naar een prostitutieplek vervoerd en/of
- de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] gecontroleerd, althans haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden gecontroleerd en/of
- die [slachtoffer 1] bewogen/gedwongen (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) af te staan/af te dragen
(artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2012 tot en met 13 maart 2013 te Eindhoven en/of Amsterdam en/of Zaandam en/of op een of meerdere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
A (sub 2) [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2]) heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2], terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of
B (sub 5) [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2]) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 2] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of
C (sub 8) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2]) met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), in voornoemde periode
- middels mail(s) en/of internet en/of whats app (mobiele telefoon) gericht aan haar vriendin [slachtoffer 1] contact gezocht en/of onderhouden met die [slachtoffer 2] en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] voorgesteld/verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en/of
- foto's ten behoeve van seksadvertenties gemaakt en/of laten maken van die [slachtoffer 2] en/of
- ( een) (seks)advertentie(s) van die [slachtoffer 2] opgemaakt en/of op internet ([naam 1] en /of [naam 2] en/of [naam 3]) geplaatst en/of
- voor het verrichten van de prostitutiewerkzaamheden (hotel)kamer(s) geboekt/gereserveerd en/of
- condooms aan die [slachtoffer 2] verstrekt en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] (meermalen) van en/of naar een prostitutieplek vervoerd en/of
- de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] gecontroleerd, althans haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden gecontroleerd en/of
- die [slachtoffer 2] bewogen/gedwongen (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) af te staan/af te dragen.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bewijs
Het standpunt van de officier van justitie.
Volgens de officier van justitie kunnen de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend worden bewezen. De officier van justitie put het bewijs voor deze feiten uit de consistente verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], welke verklaringen op essentiële punten overeenkomen. Deze verklaringen worden ondersteund en bevestigd door tal van andere bewijsmiddelen, waaronder gegevens met betrekking tot de BMW van verdachte en gegevens over de hotels die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] noemen, alsmede de bevindingen van verbalisanten op basis van het onderzoek van telefoongegevens en van sekssites.
Het standpunt van de verdediging.
Verdachte is niet de ‘[naam 4]’ of ‘[naam 5]’ over wie de beide meisjes belastend hebben verklaard. Hij wordt ook door niemand [naam 6] genoemd. Verdachte heeft wel op enig moment contact heeft gehad met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , maar hij heeft hen niet uitgebuit en zeker niet aangezet tot prostitutie. De in het dossier genoemde, maar nimmer opgespoorde ‘[naam 7]’ zou dit alles op zijn geweten hebben. De verklaringen van de beide meisjes vinden onvoldoende steun in de andere bewijsmiddelen. Verdachte dient derhalve van beide ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken, aldus de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
1. Aanleiding.
De politie is een onderzoek gestart naar aanleiding van een melding van een hulpverleenster van Jeugdzorg op 12 maart 2013. Deze hulpverleenster had informatie gekregen van de mentrice van [slachtoffer 2] van de [naam 8] in Best. [2] . Volgens de mentrice heeft [slachtoffer 2] een IQ van 54 en is ze de vriendin van [slachtoffer 1]. Deze mentrice had via een andere leerling, [getuige 1], een berichtje op de telefoon van [getuige 1] te lezen gekregen waarin [slachtoffer 1] [getuige 1] meedeelde dat ze geld verdiende door seks te hebben met mannen voor geld, eerst voor 100 euro per uur en later voor 80 euro. Ook heeft die medeleerling aan de mentrice een filmpje van [slachtoffer 1] laten zien waarop zij seksuele handelingen verrichtte. Vervolgens heeft de mentrice een gesprek gevoerd met [slachtoffer 2], waarin [slachtoffer 2] vertelde dat ze met [slachtoffer 1] naar een hotel in Amsterdam is gegaan en daar leuk met jongens had afgesproken. Eén jongen vond ze erg leuk, ene [naam 6] of [naam 5]. Hij zou 25 jaar zijn. [slachtoffer 2] vertelde dat hij zich bezig hield met escort meisjes.
Naar aanleiding van deze melding hebben verbalisanten op 14 maart 2013 een intakegesprek gehouden met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . [3] [slachtoffer 1] is vervolgens nader gehoord op 22 maart 27 maart en 24 april 2013. [slachtoffer 2] is nader gehoord in een studioverhoor op 20 maart 2013.
De rechtbank zal hieronder eerst de belastende verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] weergeven (paragraaf 2). Vervolgens zal de rechtbank beoordelen of er voldoende steunbewijs is voor de belastende verklaringen van beide meisjes om tot een bewezenverklaring te kunnen komen (paragraaf 3). In paragraaf 4 komt de rechtbank tot een concluderend eindoordeel.

2.De belastende verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]

2.1.
De eerste contacten
[slachtoffer 1] heeft zakelijk weergegeven het volgende verklaard.
Ze had via een kennis gehoord van [naam 9]. Ze heeft een account aangemaakt, ongeveer anderhalf jaar geleden en daarbij als leeftijd 17 jaar aangegeven. Ze is geboren op [geboortedatum 1]. Ze kreeg 2 of 3 maanden geleden een vriendenverzoek van ene [naam 7] en ze heeft hem haar gsm-nummer gegeven. Ze hadden contact via de WhatsApp. Het zal een paar weken vóór carnaval 2013 zijn geweest toen [naam 7] vertelde dat hij samen met zijn vriend [naam 6] geld verdiende aan meisjes in de escort. Ze heeft [naam 7] gevraagd of dat veel verdiende. Hij stuurde haar een foto met daarop een bed met heel veel geldbiljetten in een waaiervorm en met ipads en gsm-toestellen. Ze heeft toen gereageerd van “Wauw, dat wil ik ook”. [naam 7] antwoordde toen dat dat wel kon, maar dat hij dan met zijn vriend [naam 6] moest praten. Ze werd kort daarna gebeld door [naam 6]. Hij vroeg haar of ze interesse had in dat werk, escortwerk. Ze heeft toen met [naam 6] afgesproken dat ze elkaar met carnaval zouden ontmoeten. [4]
De rechtbank stelt vast dat carnaval in 2013 viel in en rond het weekend van 8 en 9 februari.
Ze had een week voor carnaval met [slachtoffer 2] gesproken en gezegd dat ze wilde gaan werken als hoer. Hierop had [slachtoffer 2] gezegd dat zij dat ook wel wilde gaan doen, dat zij ook geld wilde verdienen. [slachtoffer 1] wilde dat werk niet alleen gaan doen, daarom is ze erover begonnen met [slachtoffer 2]. [slachtoffer 1] heeft [naam 6] wel verteld over [slachtoffer 2] via WhatsApp. Via WhatsApp vertelde [naam 6] dat hij foto’s van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] nodig had om de beide meisjes op een site te zetten om zo klanten te krijgen. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hebben foto’s van elkaar gemaakt, staand in ondergoed zonder dat je de gezichten zag. Deze foto’s zijn gemaakt in de slaapkamer van [slachtoffer 2]. Ze mochten van [naam 6] niet op de site gaan kijken. Er zijn nooit afspraken met [naam 6] gemaakt op welke sites de meisjes geplaatst zouden worden, zij mochten dat niet weten. [5]
[slachtoffer 2] heeft zakelijk weergegeven het volgende verklaard. Door haar vriendin [slachtoffer 1] is zij gaan werken voor geld. Met werken voor geld bedoelt ze seks hebben met mannen. [slachtoffer 1] zat met iemand te WhatsAppen. Ze las dat jongens aan [slachtoffer 1] vroegen of ze kwam werken voor hen. [slachtoffer 2] wilde niet dat [slachtoffer 1] alleen zou gaan. Daarom is ze mee gegaan. Het waren jongens uit Amsterdam. De jongens heten ‘[naam 5]’ en ‘[naam 7]’. [naam 5] en [naam 7] zijn de enigen die ze kent. [naam 5] is Surinaams, 25 jaar, heeft heel kort haar, een soort baardje, lang en dun. Hij was de baas van de hele groep. [6]
2.2.
Vrijdag 8 en zaterdag 9 februari 2013.
Over deze twee dagen verklaart [slachtoffer 1] zakelijk weergegeven het volgende.
Op vrijdag 8 februari 2013 2013 is ze met haar vriendin [slachtoffer 2] ([slachtoffer 2]) van Eindhoven naar Amsterdam gegaan.
[naam 6] heeft hen op vrijdag 8 februari 2013 rond 15 uur opgehaald in Eindhoven. Hij was alleen in zijn blauwe BMW en ze zijn naar een hotel in Amsterdam gegaan. Ze hebben van tevoren niet afgesproken hoe lang ze in het hotel zouden blijven. Ze wilden ook nog carnaval vieren. Onderweg in de auto heeft [naam 6] hen verteld hoe ze alles zouden gaan doen. [naam 6] heeft hen verteld dat hij en [naam 7] op de beide meisjes zouden letten als ze gingen werken. Ze zouden in een kamer naast die van hen luisteren. Als zij iets nodig hadden dan moesten ze het zeggen. Als een klant iets wilde doen wat zij niet wilden, dan moesten ze de klant wegsturen. [naam 6] heeft toen ook gezegd dat hij een pistool had. [naam 6] heeft gezegd dat hij bij de deur zou staan om het geld van de klant aan te nemen. Dit heeft hij één keer gedaan. [naam 6] heeft ook gezegd dat hij condooms voor de beide meisjes had. Die condooms moesten ze aan hem vragen of ze lagen in het nachtkastje klaar. Ze mochten maar twee condooms per keer per klant gebruiken. Zaterdag 9 februari zijn [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] rond 2 uur met de trein terug naar Eindhoven gegaan om carnaval te vieren. Ze hebben met [naam 6] afgesproken dat hij hen ’s avonds in Eindhoven zou ophalen. [7]
[slachtoffer 1] kan zich nog herinneren dat toen ze vrijdag aankwamen [naam 6] vertelde dat hij meerdere meisjes in het hotel had werken. Ze heeft hem verteld dat ze 15 en 16 jaar oud waren. [naam 6] zei toen dat hij hen ouder vond lijken. [8]
Over vrijdag 8 en zaterdag 9 februari 2013 verklaart [slachtoffer 2] zakelijk weergegeven het volgende.
Ze zijn vrijdag ’s middags rond 5 uur opgehaald in Eindhoven. Ze moesten een BH, string en sexy kleren meenemen. In de auto hebben ze gevraagd wat ze kregen, wat ze gingen doen en waar ze sliepen. [naam 5] heeft gezegd dat hij een hotel zou regelen. De eerste dag hebben ze niets hoeven te doen. De volgende dag begon het echte werk. [naam 6] zei dat als ze dinsdag terug zouden gaan ze met 800 euro weg zouden gaan. [9] Ze heeft gewoon eerlijk tegen hem gezegd dat ze 16 was. Ze is geboren op [geboortedatum 2]. Op de site heeft hij gezet dat [slachtoffer 1] 20 jaar was en zij 19 jaar was. Volgens haar werden zij op die site [naam 10] en [naam 11] genoemd. [10] Er zijn eigenlijk geen afspraken gemaakt over seks. Als iemand iets met seks wilde, wat zij niet wilden, moesten ze het afmaken. Als een klant niet wegging binnen een half uur, zou [naam 5] zijn pipa pakken en dan zou die klant toch wegrennen. Bij het hotel maakte [naam 5] de laptop open en begon hij te praten met mensen. Hij begon alvast plannen voor hun te maken. Hij heeft foto’s van ze gemaakt, met string en zo. De meisjes zijn niet met hun hoofd op zijn site gezet. [slachtoffer 2] was bang. [11] Zaterdag was [naam 5] heel druk bezig met zijn laptop. Hij zei bijvoorbeeld tegen hen: Over een half uur komt er nog een andere. En zo ging dat de hele dag door. [12] En als die jongens vroegen om een foto moest hij die sturen naar degenen die op de site zaten. De eerste klant gaf 40 euro. Wat de klant aan haar gaf, moest ze ook aan [naam 5] geven. En aan het einde zouden [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] dat allemaal krijgen. De meeste moesten hun 40 euro geven. Een half uur was 40 euro, een uur 100. Maar één keer kregen ze ook 150. Maar ze lette daar nooit op. Klanten moesten soms het geld daarna meteen aan [naam 5] geven, maar soms ook rechtstreeks aan [slachtoffer 1] of [slachtoffer 2].
Het is gewoon vies om er weer aan te denken. Ze deden het met condoom. [naam 5] bracht er elke keer 4 naar de kamer. [13]
2.3.
Zondag 10 februari 2013
Over zondag 10 februari 2013 verklaart [slachtoffer 1] zakelijk weergegeven het volgende.
In de carnavalsnacht van zaterdag op zondag reden [naam 6], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] weer vanuit Eindhoven naar Amsterdam. [naam 6] zei toen dat ze naar een huis in Zaandam zouden gaan.
Zondagmorgen heeft ze [slachtoffer 2] wakker moeten maken van [naam 6], omdat ze naar een klant moesten. [naam 6] heeft van tevoren niet verteld wat deze klant wilde, wel zei hij dat deze man 75 euro zou betalen en dat ze dat geld moesten aanpakken. Ze mochten het geld daarna houden van [naam 6]. Deze klant is via een site geworven. [naam 6] bracht de beide meisjes naar deze klant toe. Ze zijn deze man gaan masseren. Ze zijn daarna terug naar dat huis gegaan en hoorden toen dat er nog een klant in dat huis zou komen. [slachtoffer 1] had seks met deze man. Hij ging met zijn penis in haar vagina. [slachtoffer 2] heeft hetzelfde gedaan. Ze hebben allebei condooms gebruikt, deze had [naam 6] hen van tevoren gegeven. [14] [slachtoffer 2] en zij hebben bijna alle klanten samen gehad, alleen op zondagavond rond 8 uur heeft [slachtoffer 2] een klant alleen gehad. [slachtoffer 2] zei daarna dat ze geen klant meer alleen wilde doen. [naam 6] vond het goed dat ze alleen maar klanten met z’n tweetjes zouden doen. [15]
[slachtoffer 1] weet niet hoe het ging met geld, er zijn geen afspraken over gemaakt. Ze heeft er ook niet naar durven vragen. [naam 6] heeft eigenlijk alleen bij de eerste klanten het geld zelf van de klant in ontvangst genomen. Ze weet niet wat er toen betaald werd. Dit waren de beide klanten in Zaandam. [16]
Op zondag 10 februari zijn ze vervolgens vanuit Zaandam naar het [naam 12] in Amsterdam, in de Bijlmer, gegaan met de blauwe BMW van [naam 6]. [naam 6] had onderweg naar het hotel al gebeld of de kamers 9 of 10 nog vrij waren. Dat was zo. [naam 6] vertelde toen dat ze in één kamer zouden verblijven en in de andere kamer zouden ze klanten ontvangen. [naam 6] zei dat ze iets van ondergoed moesten aantrekken wat gedeeltes van hun lichaam bedekte. Ze moesten zich ook mooi opmaken. Hij zei dat dit moest voor het maken van foto’s. Tegen het eind van de middag kwam [naam 7] binnen. Kort daarna zei [naam 6] dat ze foto’s moesten maken, zodat hij die op een site kon zetten om klanten te werven. [naam 7] zou foto’s van [slachtoffer 1] maken en [naam 6] van [slachtoffer 2]. Daarna zijn ze gaan slapen. [naam 6] is bij hen in bed komen liggen. Voordat ze gingen slapen zei [naam 6] dat er om 2 uur die nacht een klant zou komen. Het contact met een klant ging via zijn laptop. Om 1.30 uur maakt [naam 6] de beide meisjes wakker. Ze moesten zich mooi maken en naar kamer 10 gaan. Het was de meisjes wel duidelijk dat ze geslachtsgemeenschap met de man moesten hebben, dat had [naam 6] hen verteld. [naam 6] had ook gezegd dat het een afspraak voor een uur was en dat de man daarvoor 140 euro moest betalen aan hen. Ze hebben geslachtsgemeenschap gehad met condoom. Volgens [slachtoffer 1] heeft [slachtoffer 2] het geld gepakt. [slachtoffer 1] heeft het geld niet meer gezien, dus zij denkt dat [slachtoffer 2] het aan [naam 6] heeft gegeven. [17]
Over zondag 10 februari 2013 verklaart [slachtoffer 2] zakelijk weergegeven het volgende.
[slachtoffer 1] en zij werden in dezelfde auto door [naam 5] naar een huis in Zaandam gebracht, waarvan [naam 5] zei dat het zijn huis was.In dat huis kregen ze samen een klant. Ze werden ook nog naar een andere klant gebracht. Van hem kregen ze 150 euro. Ze was bang. [18] Daarna hebben ze hun spullen opgehaald uit het huis van [naam 5] en heeft [naam 5] hen naar een hotel in Amsterdam gebracht. Die zondag hebben ze nog klanten gehad met wie ze seks hadden. Nadat ze een klant alleen had gehad, wilde ze echt niet meer alleen. Alleen nog met [slachtoffer 1] erbij, als trio. [19]
2.4.
Maandag 11 februari en dinsdag 12 februari 2013
Over maandag 11 februari 2013 verklaart [slachtoffer 1] zakelijk weergegeven het volgende.
De eerste klant hadden ze om 16.00 uur. Ze hebben geslachtsgemeenschap met hem gehad. Dit is de keer geweest dat [naam 6] het geld van tevoren had aangenomen. De tweede klant was een uur later. Ook met deze klant hebben ze geslachtsgemeenschap gehad. In de loop van die maandagmiddag vertelde [naam 6] dat er een inval door de politie geweest was in zijn woning en dat hij daarom weg moest. [naam 6] heeft haar voordat hij wegging 300 euro gegeven, dat zij moest delen met [slachtoffer 2]. In de dagen ervoor had ze al een keer ongeveer 100 euro van [naam 6] gekregen.
Toen [naam 6] weg was regelde [naam 7] via de laptop de klanten. Rond 22 uur kwam er nog een klant, die ook geslachtsgemeenschap wilde. Het geld, iets van 40 euro, heeft [slachtoffer 2] bewaard. Dinsdag zijn ze met de trein naar huis gegaan. Die dag hebben ze geen van de jongens meer gezien. [20]
2.5. 8
en 9 maart 2013
Over 8 en 9 maart 2013 verklaart [slachtoffer 1] zakelijk weergegeven het volgende.
Via [naam 13] en de sociale media heeft ze via ene [naam 14] ene [naam 15] leren kennen. Ze zou met [slachtoffer 2] in het weekend van 8 maart naar hem toe gaan om voor hem te gaan werken. Toen ze in Amsterdam waren, is het allemaal anders gelopen. Uiteindelijk zijn ze beland op station Haarlem en konden ze nergens naar toe. Ze hebben toen [naam 6] een bericht gestuurd en die heeft hen in Duivendrecht opgehaald in zijn BMW en heeft hen naar het [naam 12] gebracht, kamer 9. [naam 6] had gezegd dat in kamer 8 twee meisjes met een contract voor hem aan het werk waren. Zij mochten er niet heen. Er is toen verder niets gebeurd die zondag [10 maart], ze hebben niet gewerkt.. [21] [naam 6] vertelde dat het voor hen ook mogelijk was een contract af te sluiten met hem. Dan zouden ze vaste dagen werken en ook stond dan vast hoeveel geld ze zouden krijgen. [slachtoffer 1] wilde geen contract. [22]
2.6.
Verklaringen algemeen
[slachtoffer 1] heeft nog het volgende verklaard. In die 4 dagen [in februari 2013] hebben zij en [slachtoffer 2] samen ongeveer 800 euro verdiend, ieder 400 euro. [naam 6] zei dat hij verlies aan het draaien was met hen en dat ze hem daarom 50 euro per klant moesten betalen. Hij zei ook dat hij af en toe wat geld van hun bedrag afnam om eten en zo te kopen en dat ze niet al het geld mocht houden, maar het meeste wel. [slachtoffer 2] is één keer zonder [slachtoffer 1] met [naam 6] in het [naam 16] in Eindhoven geweest. [23] .
In totaal heeft [slachtoffer 1] 6 klanten gehad en [slachtoffer 2] 7 klanten. Ze zeiden zelf tegen de klanten dat ze niet wilden zoenen, niet oraal bevredigen en geen anaal. [24]
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat ze het in die 4 dagen “8 keer of zo” hebben gedaan in een hotel in Amsterdam Bijlmer, [naam 12]. [25] In totaal hebben zij in die 4 dagen 200 euro verdiend, 100 voor [slachtoffer 2], 100 voor [slachtoffer 1]. [slachtoffer 2] weet echt niet meer hoeveel ze in totaal met al die klanten hebben verdiend. [26] Zondag, de laatste keer dat ze daar waren, heeft [naam 5] hen geld gegeven. In dat hotel heeft [slachtoffer 2] ook 1 keer seks gehad met [naam 5]. [27]
Afgelopen dinsdag [de rechtbank neemt aan: dinsdag 19 maart 2013] belde [naam 5] nog. Hij vroeg of ik nog van hem hield en of ik nog voor hem kwam werken. Ik heb gezegd dat hij moest opdonderen. Ik schaam me nu echt. [28]

3.Is verdachte degene waarover belastend is verklaard?

Verdachte heeft tegenover de politie en ter terechtzitting ontkend dat hij de [naam 6]/[naam 5] is waarover [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] belastend hebben verklaard.
Naar het oordeel van de rechtbank bieden onderstaande bewijsmiddelen echter voldoende steunbewijs voor de belastende verklaringen van beide meisjes om tot een bewezenverklaring van beide ten laste gelegde feiten te komen.
3.1.
De BMW.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [naam 6]/[naam 5] reed in een blauwe Peugeot met kenteken [kenteken 1]. [29] Volgens gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) staat deze auto, een blauwe BMW 318 I Touring, op naam van [naam 17]. Verdachte staat op hetzelfde GBA-adres als [naam 17] ingeschreven ([adres 1]). [30] Zelf heeft verdachte verklaard dat hij een BMW 318 I Touring heeft op naam van zijn vriendin [naam 17] en dat hij alleen in die auto rijdt en de auto nooit uitleent. [31]
Van de personenauto voorzien van het kenteken [kenteken 1] zijn historische verkeersgegevens opgevraagd bij het bedrijf ARS Traffic en Transport Technology BV over de periode van vrijdag 8 februari 2013 tot en met maandag 11 maart 2013.
Vast is komen te staan dat de personenauto voorzien van kenteken [kenteken 1] onder andere op de navolgende dagen de volgende routes heeft gereden:
- 8 februari 2013: John F. Kennedylaan Eindhoven, Boschdijk Eindhoven, A2 Best.
- 9 februari 2013: [straat 1] Amsterdam. - John F. Kennedylaan Eindhoven, Kolkweg Zaandam, [straat 1] Amsterdam.
- 27 februari 2013: Beukenlaan Eindhoven, Aalsterweg Eindhoven, [straat 1] Amsterdam.
Deze routes corresponderen met de verklaringen van [slachtoffer 1] over de routes die [naam 6] heeft gereden toen hij hen ophaalde uit Eindhoven. Op basis van deze routebeschrijving hebben verbalisanten geconcludeerd dat de auto onder meer heeft gereden over de Boschdijk in Eindhoven en over de A2 bij Eindhoven. [32] Dat de auto zaterdag 9 februari 2013 is gereden van Eindhoven naar Zaandam strookt ook met de verklaringen van beide meisjes. Uit onderzoek was reeds vast komen te staan dat het [naam 12] te Amsterdam Zuid-Oost gevestigd is aan de [straat 1] aldaar. [33]
De raadsvrouwe heeft ter zitting gesteld dat het bedrijf ARS Traffic & Transport Technology (ARS) in opdracht van de Rijksdienst voor het Wegverkeer in het kader van metingen van files kentekens van voertuigen registreert ten einde inzicht te krijgen in verkeersstromen. Deze gegevens mogen maar beperkte tijd worden bewaard en dienen enkel om inzicht te verkrijgen in verkeersstromen en om boetes te innen. Nu deze gegevens in de onderhavige zaak oneigenlijk worden gebruikt, is er sprake van onrechtmatig verkregen bewijs en behoren deze ARS gegevens voor het bewijs te worden uitgesloten.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
De wetgever biedt de officier van justitie in de artikelen 126nd/126ud van het Wetboek van Strafvordering de mogelijkheid om in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in het belang van het onderzoek van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens, te vorderen deze gegevens te verstrekken. Op 26 april 2013 heeft de officier van justitie conform voornoemde artikelen van ARS Traffic en Transport Technology B.V. de historische gegevens gevorderd met betrekking tot het kenteken [kenteken 1] in geheel Nederland gedurende de periode van 8 februari 2013 tot en met maandag 11 maart 2013 te verstrekken (zie dossier p. 501). Op 10 mei 2013 heeft verbalisant [verbalisant 1] de opgevraagde gegevens ontvangen en vervolgens hierover een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt (p. 184-185). Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook gehandeld conform het bepaalde in artikel 126nd/126ud Sv. en is er derhalve geen sprake van onrechtmatig verkregen bewijs.
3.2.Verkeersgegevens van het mobiele nummer 06-435387.
In het intakegesprek heeft [slachtoffer 2] als een van de mobiele telefoonnummers van [naam 6] het nummer [telefoonnummer 1] genoemd. [34] De politie heeft historische verkeersgegevens van dit mobiele nummer opgevraagd. Onderzoek wees uit dat op 8 februari 2013 telefoonmasten zijn aangestraald op de route Vianen, Boxtel, Son, Vestdijk Eindhoven, Veldmaarschalk Montgomerylaan Eindhoven, Amsterdam Zuid-Oost. Op 9 februari 2013 zijn telefoonmasten aangestraald op de route Amsterdam Zuid-Oost, Zaandam, Amsterdam Zuid-Oost. Deze gegevens stroken met de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] over de route die [naam 6] heeft gereden toen hij hen (weer) ophaalde uit Eindhoven. Volgens de door [slachtoffer 1] beschreven route zijn zij volgens de politie onder meer door de Vestdijktunnel en de Veldmaarschalk Montgomerylaan gereden. [35] Het strookt ook met de verklaring van beide meisjes dat zij op 8 en 9 februari 2013 hebben verbleven in een hotel in Amsterdam Zuid-Oost en dat zij 9 februari 2013 in Zaandam zijn geweest.
Voorts heeft de politie vastgesteld dat tussen voormeld mobiel nummer en de mobiele nummers van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] tussen 8 en 10 februari 2013 veelvuldig telefonisch contact is geweest, met name met [slachtoffer 1] (16 keer een uitgaand gesprek, twee keer een ontvangen gesprek). [36]
3.3.
Het [naam 12]
Getuige [getuige 2], receptioniste van het [naam 12], heeft verklaard dat een man met de naam [verdachte] een vaste gast was van het hotel. Op 8 maart 2013 had hij de kamers 8 en 9 voor drie nachten gereserveerd. Op 8 maart 2013 had hij ingecheckt. [37] [getuige 2] is gevraagd hoe zij wist dat deze man inderdaad [verdachte] heet. Zij heeft toen de politie een rijbewijs en bankpasje van verdachte laten zien, die deze in april 2013 in het hotel had laten liggen. Zowel rijbewijs als bankpasje staan op naam van verdachte. [38]
Getuige [getuige 3], assistent bedrijfsleider van het hotel, heeft de politie gegevens toegestuurd over het verblijf van een man met de naam [verdachte]. Volgens deze gegevens is [verdachte] op 8 februari 2014 op twee kamer ingecheckt en is hij op diezelfde kamers op 9 februari 2013 uitgecheckt. Op 8 maart 2013 is hij ingecheckt op eveneens twee kamers en is hij op 9 maart 2013 uitgecheckt. [39] Ook deze gegevens stroken met de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] over het verblijf van [naam 6]/[naam 5] in het [naam 12].
[slachtoffer 1] heeft in het intakegesprek verklaard dat ze de deurpas van de hotelkamer had meegenomen. Ze overhandigde de politie een deurpas van het [naam 12]. Op de pas stond het nummer 009. [40]
3.4.
Een profielfoto in de gsm van [slachtoffer 2]
De gsm van [slachtoffer 2] is ter waarheidsvinding in beslag genomen. Deze telefoon is uitgelezen. [slachtoffer 2] heeft aangegeven dat zij WhatsApp-contact heeft gehad met [naam 5]. Op haar gsm stond een contact dat ingevoerd was onder de naam ‘[naam 6]’. Dit contact was voorzien van een kleine profielfoto. Op 15 maart 2013 is een vergroting van de profielfoto aan [slachtoffer 2] getoond. Hierop heeft [slachtoffer 2] de daarop afgebeelde mannelijke persoon herkend als de haar bekende [naam 5], waar zij contact mee heeft gehad. [41]
De politie heeft nader onderzoek ingesteld naar een eventuele gelijkenis tussen de foto van verdachte van de GBA Amsterdam en voornoemde WhatsApp-foto door specifieke gezichtkenmerken te vergelijken. Hieruit concludeert de verbalisant dat het onderzoek in zeer sterke mate steun geeft aan de hypothese dat de personen op de foto’s een en dezelfde persoon zijn. [42] [43] .
3.5.
Seks sites.
De politie heeft in haar informatiesystemen enkele mobiele nummers getraceerd die mogelijk door verdachte zijn of worden gebruikt. Verdachte heeft op 7 februari 2013 aangifte gedaan van een inbraak in zijn woning in Amsterdam en daarbij als zijn telefoonnummer opgegeven [telefoonnummer 2]. [44] Dit nummer bleek voor te komen op een advertentie op de sekssite [naam 1]. De advertentie is geplaatst op 9 februari 2013. In de advertentie bieden twee meisjes uit Zaandam zich aan. Bij de advertentie stonden vier foto’s. Deze foto’s zijn getoond aan [slachtoffer 1] . [45] Zij herkende zichzelf en [slachtoffer 2] op deze foto’s. [46]
Een advertentie met dezelfde tekst en foto’s stond ook op een andere sekssite, [naam 18] Nader onderzoek wees uit dat advertenties op deze website werden geplaatst via [naam 19] De eigenaar hiervan, [naam 20], heeft verklaard dat de persoon die deze advertentie heeft geplaatst als mailadres heeft opgegeven [naam 21] en als IP adres [naam 22]. [47] Laatstgenoemd mailadres heeft verdachte in zijn politieverhoor genoemd als een van zijn mailadressen. [48] Volgens de gegevens van het CIOT behoorde het IP-adres toe aan [naam 23]. Het woonadres van deze [naam 23] is het woonadres van verdachte ([adres 1]). [49]
3.6.
De woning in Zaandam.
[slachtoffer 1] heeft tegenover de politie een beschrijving gegeven van de locatie in Zaandam, waarzij op 10 februari 2010 heeft verbleven. kwam de politie uit op adres adres [adres 2] te Zaandam. Volgens GBA-gegevens staat de vader van verdachte ingeschreven op het adres [adres 2] te Zaandam. Verdachte heeft dit adres ook opgegeven bij een verlofaanvraag tijdens zijn detentie. Kenmerken van deze locatie stroken met de beschrijving die [slachtoffer 1] van de locatie heeft gegeven. [50]
3.7.
De getuigenverklaring van [getuige 1]
Deze getuige was degene die in paragraaf 2.1. is genoemd als de leerling die zijn lerares, [naam 24], een gsm-bericht van [slachtoffer 1] heeft laten zien. Hij is op 11 april 2013 nader door de politie gehoord en heeft toen onder meer het volgende verklaard. Hij had ongeveer 3 of 4 maanden eerder via PING contact met [slachtoffer 1] . Zij deelde hem mee dat zij seks met mannen zou gaan hebben voor het geld. Ook vertelde ze dat ze voor een jongen ging werken en foto’s van zichzelf naar die jongen moest sturen. Ongeveer 2 maanden later liet [slachtoffer 1] weten dat ze het ook gedaan had.
[slachtoffer 1] vertelde ook dat ze naar een hotel in Amsterdam zou gaan, waar mannen zouden komen voor haar en ze het ook bij mannen thuis zou gaan doen. [slachtoffer 1] had het geld nodig vanwege boetes voor zwartrijden met de trein. [slachtoffer 1] vertelde dat ze op een site stond op het internet. Een link van de site stuurde ze naar hem. Hij zag dat het om [naam 1] ging. Hij herkende [slachtoffer 1] op een foto op [naam 1]. Hij herinnert zich dat over twee meisjes ging. [slachtoffer 1] vertelde dat het andere meisje [slachtoffer 2] betrof. Hij kent [slachtoffer 2] van school. Hij denkt het lichaam van [slachtoffer 2] ook op de foto’s op [naam 1] te herkennen. [slachtoffer 1] vertelde dat ze € 100,- per uur verdiende, het 6 keer per dag deed en zo € 900,- in één weekend had verdiend en haar boetes had betaald.
3.8
Betaling van een boete
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [naam 6] geld heeft overgemaakt naar een rekening van [slachtoffer 2] , omdat ze allebei een boete hadden gekregen voor zwartrijden in de trein. Dit was volgens haar ongeveer twee weken na carnaval geweest. [51] Op 25 februari 2013 is € 116,00 overgeschreven van de bankrekening van verdachte naar de bankrekening van [slachtoffer 2] . [52]

4.Conclusie

De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] op essentiële punten onderling met elkaar overeenstemmen en ook op detailniveau grote overeenkomsten vertonen. De rechtbank wijst daarbij bijvoorbeeld op de data waarop en de steden en hotels waarin de beide meisjes hebben verbleven, de wijze waarop ze vervoerd zijn van de ene plek naar de andere, het aantal klanten dat ze in het weekend van 8 tot en met 11 februari 2013 hebben gehad, de wijze van betaling door de klanten en de hoogte van de betaalde bedragen, het verrichten van seksuele handelingen in trio en de verstrekking van de condooms door verdachte. De rechtbank ziet ook geen enkele reden waarom [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] er belang bij zouden hebben juist over verdachte in strijd met de waarheid belastend te verklaren.
Daarnaast vinden de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op diverse punten steun in objectief bewijsmateriaal. Verdachte heeft voor dit, in de vorige paragraaf opgesomde steunbewijs geen of geen geloofwaardige verklaring gegeven. Ter zitting heeft hij bij herhaling gewezen op de rol van ene [naam 7] in de ten laste gelegde feiten. De bewijsmiddelen bevatten echter geen enkele aanwijzing dat [naam 7] de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] genoemde [naam 5]/[naam 5] is. Wel kan uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] worden opgemaakt dat [naam 7] een belangrijke faciliterende rol heeft gespeeld bij het leggen van het contact tussen de meisjes en [naam 6]. Hij heeft ook met verdachte samen foto’s van hen gemaakt voor sekssites en nam de rol van verdachte over toen deze op 11 februari 2013 weg moest. Gelet daarop acht de rechtbank het ten laste medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat dat verdachte de persoon is die door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] als [naam 6]/[naam 5] wordt aangeduid en dat de ten laste gelegde handelingen door verdachte zijn begaan.
De rechtbank is van oordeel dat de tenlastegelegde periode wettig en overtuigend bewezen is. De periode van het ‘aanwerven’ tot prostitutie is ruimer dan de periode waarin de feitelijke seksuele uitbuiting heeft plaats gevonden. Op basis van de in paragraaf 2 weergegeven verklaringen van beide meisjes en het in paragraaf 3 opgesomde steunbewijs acht de rechtbank dan ook de beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
op tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2012 tot en met 13 maart 2013 te Eindhoven en Amsterdam en Zaandam, tezamen en in vereniging met een ander [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1]) heeft geworven en vervoerd en overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1]) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1]) met een derde tegen betaling, zulks terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, immers hebben hij, verdachte en zijn mededader, in voornoemde
periode
- middels internet en whats app (mobiele telefoon) contact gezocht en onderhouden met die [slachtoffer 1] en
- voornoemde [slachtoffer 1] voorgesteld/verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en
- voornoemde [slachtoffer 1] verzocht/bewogen foto's van zichzelf te sturen aan hem, verdachte, en/of zijn mededader en
- ( seks)advertenties van die [slachtoffer 1] opgemaakt en op internet ([naam 1]) geplaatst en
- voor het verrichten van de prostitutiewerkzaamheden (hotel)kamer(s) geboekt/gereserveerd en
- condooms aan die [slachtoffer 1] verstrekt en
- voornoemde [slachtoffer 1] (meermalen) van en naar een prostitutieplek vervoerd en
- de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] gecontroleerd, en
- die [slachtoffer 1] bewogen (een deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, en/of zijn mededader af te staan/af te dragen.
2.
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2012 tot en met 13 maart 2013 te Eindhoven en Amsterdam en Zaandam, tezamen en in vereniging met een
ander, [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2]) heeft geworven en vervoerd en overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2], terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2]) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2]) met een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, immers hebben hij, verdachte en zijn mededader, in voornoemde periode
- middels internet en whats app (mobiele telefoon) gericht aan haar vriendin [slachtoffer 1] contact gezocht en onderhouden met die [slachtoffer 2] en
- voornoemde [slachtoffer 2] voorgesteld/verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en
- foto's ten behoeve van seksadvertenties gemaakt en/of laten maken van die [slachtoffer 2] en
- ( seks)advertenties van die [slachtoffer 2] opgemaakt en op internet ([naam 1] en/of [naam 3]) geplaatst en
- voor het verrichten van de prostitutiewerkzaamheden (hotel)kamer(s) geboekt/gereserveerd en
- condooms aan die [slachtoffer 2] verstrekt en
- voornoemde [slachtoffer 2] (meermalen) van en naar een prostitutieplek vervoerd en
- de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] gecontroleerd, en
- die [slachtoffer 2] bewogen (een deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, en/of zijn mededader af te staan/af te dragen.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
(voor feit 1 en 2:)
Een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan een deel, groot 6 maanden, voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest.
(Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.)
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe heeft primair voor beide feiten vrijspraak bepleit.
Subsidiair heeft de raadsvrouwe verzocht een gevangenisstraf op te leggen voor een periode van maximaal 24 maanden. De raadsvrouwe heeft verzocht geen voorwaardelijk strafdeel op te leggen waardoor de voorwaardelijke invrijheidsstelling wordt gedwarsboomd.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het in de prostitutie brengen van twee minderjarige meisjes. De meisjes waren pas 15 respectievelijk 16 jaar in de ten laste gelegde periode. Zij hadden verdachte ook hun werkelijke leeftijd verteld. Dat weerhield verdachte er niet van hen seks tegen betaling te laten verrichten, louter om daar zelf financieel beter van te worden. Dat rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Verdachte heeft een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en hun lichamelijke integriteit aangetast. Slachtoffers van dit soort ernstige feiten ondervinden daar vaak nog jarenlang last van en de herinnering eraan hindert hen in hun dagelijks bestaan. Uit niets blijkt dat verdachte zich daarvan rekenschap heeft gegeven.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden.
De rechtbank zal deze straf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 27, 47, 57, 273f.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
mensenhandel terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, en terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt.
T.a.v. feit 2:
mensenhandel terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf.
T.a.v. feit 1, feit 2:
Gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P.J.H. Van Dellen, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. M. Nuyten, leden,
in tegenwoordigheid van G.G. Dirks, griffier,
en is uitgesproken op 4 februari 2014,
zijnde mr. Nuyten buiten staat dit vonnis mede ondertekenen.

Voetnoten

1.1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant, genummerd BVH 2013035136.
2.Verklaring [naam 24] p. 391-392
3.Processen-verbaal van bevindingen, p. 36-42
4.Verhoor [slachtoffer 1], p. 337-340
5.Verhoor [slachtoffer 1], p. 340.
6.Verhoor [slachtoffer 2], p. 267 en p. 304
7.Verhoor [slachtoffer 1], p. 350
8.Verhoor [slachtoffer 1], p. 341
9.Verhoor [slachtoffer 2], p. 272
10.Verhoor [slachtoffer 2], p. 314
11.Verhoor [slachtoffer 2], p. 272
12.Verhoor [slachtoffer 2], p. 284
13.Verhoor [slachtoffer 2], p. 288-289
14.Verhoor [slachtoffer 1], p. 341-343
15.Verhoor [slachtoffer 1], p. 351-352
16.Verhoor [slachtoffer 1], p. 344
17.Verhoor [slachtoffer 1], p. 345-350
18.Verhoor [slachtoffer 2], p. 298
19.Verhoor [slachtoffer 2], p. 309
20.Verhoor [slachtoffer 1], p. 351-352
21.Verhoor [slachtoffer 1], p. 352-353
22.Verhoor [slachtoffer 1], p. 350
23.Intakegesprek [slachtoffer 1], proces-verbaal van bevindingen, p. 36-38
24.Verhoor [slachtoffer 1], p. 352
25.Verhoor [slachtoffer 2], p. 262
26.Verhoor [slachtoffer 2], p. 322
27.Verhoor [slachtoffer 2], p. 319
28.Verhoor [slachtoffer 2], p. 323
29.Intakegesprek [slachtoffer 1], process-verbaal van bevindingen, p. 36-38.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 50.
31.Verklaring verdachte, p. 78 en 81.
32.Verhoor [slachtoffer 1], p. 380
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 111,
34.Intakegesprek [slachtoffer 2], p. 42
35.Verhoor [slachtoffer 1], p. 380
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 180-183
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 111
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 143-145
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 114 en p. 116.
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 108
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 92-93
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 101-106
43.Bevindingen verbalisanten p. 111-128
44.Proces-verbaal van bevindingen, p. 161 en p. 179.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 188-192
46.Verhoor [slachtoffer 1], p. 347
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 196-197
48.Verhoor verdachte, p. 83.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 202-203.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 239-245
51.Verhoor [slachtoffer 1], p. 351
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 247-249