Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
- Op 19 januari 2010 plassen met (varkens)mest en/of verontreinigd mestwater en/of ander verontreinigd afvalwater op de onbeschermde bodem (in de directe omgeving) van dat terrein gebracht, althans laten staan,(zaaksdossier 01,AH 005, pag. 137 ev)
- Op 27 april 2010 en/of 29 april 2010 een plas met (varkens)mest en/of verontreinigd mestwater en/of ander verontreinigd afvalwater op de onbeschermde bodem (in de directe omgeving) van dat terrein gebracht, althans laten staan; (zaaksdossier 01, AH-047, pag 246 ev)
- op of omstreeks 16 december 2009 een hoeveelheid varkensmest, althans afvalwater, gestort op een op die inrichting gelegen hoeveelheid puin (zaaksdossier-01, AH 37, pag.93 ev) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 december 2009 tot en met 21 januari 2010 de inrichting uitgebreid met een in de composthoop aldaar vervaardigd gat, waarin verontreinigd water, althans terreinwater en/of water was gebracht en/of opgeslagen (gehouden),(zaaksdossier-02, AH 049, pag. 341 ev) en/of
- 29 januari 2010 en/of 3 februari 2010 een of meer containers door middel van een slang aangesloten (via een controlevoorziening van de olie/benzineafscheider) op de gemeentelijke riolering waardoor (bedrijfs)afvalwater op die riolering werd geloosd;(zaaksdossier-01, AH06, pag.158 ev +AH010 pag 181 ev)
De formele voorvragen.
- bij het nemen en analyseren van monsters bij de opsporing van de ten laste gelegde feiten de Aanwijzing bemonstering en analyse milieudelicten niet is gevolgd;
- de monsters die ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit zijn genomen, door het Gemeenschappelijk Waterschapslaboratorium zijn geanalyseerd, maar dat dit laboratorium daartoe op het moment van de analyse niet was geaccrediteerd;
- het opsporingsonderzoek onzorgvuldig en niet voortvarend heeft plaatsgevonden, waarbij een van de toezichthouders/opsporingsambtenaren onprofessioneel is opgetreden tijdens een hoorzitting van de Provincie.
Bewijsoverwegingen.
- het relaas van [verbalisant 2] [pag. 137],
- de luchtfoto [pagina 140],
- het relaas van [verbalisant 1] en [verbalisant 3] [pag. 246-248] en
- de resultaten van de door voornoemde verbalisanten uitgevoerde veldmetingen, welke resultaten worden bevestigd door de bevindingen van [persoon 1], weergegeven in zijn verslag van 27 augustus 2013 [pag. 17].
- het relaas van [verbalisant 1] [pag. 15-20],
- de resultaten van de door [verbalisant 1] uitgevoerde veldmetingen, welke resultaten worden bevestigd door de bevindingen van ir. [persoon 1], weergegeven in zijn verslag van 27 augustus 2013 [pag. 17],
- de verklaring van [persoon 2] [pag. 1176 en 1177] en
- de verklaring van de directeur van verdachte, [persoon 3] [pag. 69].
- het relaas van verbalisant [verbalisant 3] [aanvullend proces-verbaal OI2231-12-512-05],
- het relaas van [verbalisant 1] [pag. 93-95 en 158-159],
- het relaas van [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] [pag. 181-183],
- de resultaten van de door hen uitgevoerde veldmetingen, welke resultaten worden bevestigd door de bevindingen van [persoon 1], weergegeven in zijn verslag van 27 augustus 2013 [pag. 17] en
- de verklaring van [persoon 2] [pag. 1177 en 1179].
- 16 december 2009: Op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte varkensmest heeft gestort op een berg puin en dat de wijze waarop die mest is verspreid niet duidt op het nat houden van de berg puin;
- 21 januari 2010: Evenals de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte de inrichting heeft uitgebreid met een in de composthoop vervaardigd gat. Verdachte zal van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken;
- 29 januari 2010 en 3 februari 2010: Op grond van de waarnemingen en de bevindingen van verbalisanten zoals die in de door hen opgemaakte processen-verbaal staan beschreven en zoals die van de bewijsmiddelen deel uitmaken, in combinatie met de resultaten van de door verbalisanten uitgevoerde veldmetingen, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat de aangetroffen containers schoon werden gemaakt. Met name het feit dat deze containers voor 2/3 waren gevuld, duidt op de opslag van afvalwater.
- het relaas van [verbalisant 1] [proces-verbaal U-09-07604, pag. 2 en 3],
- het relaas van verbalisant [verbalisant 3] [proces-verbaal OI2231-09-512-27, pag. 4-6],
- de resultaten van de door hen uitgevoerde veldmetingen, welke resultaten worden bevestigd door de bevindingen van ir. [persoon 1], weergegeven in zijn verslag van 27 augustus 2013 [pag. 17],
- de verklaring van [persoon 2] [proces-verbaal U-09-07064, pag. 4 en 5 en proces-verbaal OI2231-09-512-27, pag. 122 en 123] en
- de verklaring van de directeur van verdachte, [persoon 3] [pag. 69].
De bewezenverklaring.
- op 19 januari 2010 plassen met verontreinigd afvalwater op de onbeschermde bodem in de directe omgeving van dat terrein gebracht, althans laten staan;
- op 27 april 2010 en 29 april 2010 een plas met verontreinigd afvalwater op de onbeschermde bodem in de directe omgeving van dat terrein gebracht, althans laten staan;
- op 16 december 2009 een hoeveelheid varkensmest gestort op een op die inrichting gelegen hoeveelheid puin en
- op 29 januari 2010 en 3 februari 2010 containers door middel van een slang aangesloten via een controlevoorziening van de olie/benzineafscheider op de gemeentelijke riolering waardoor afvalwater op die riolering werd geloosd;
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
geldboete van € 20.000,--.
€ 10.000,-- niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.