Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juni 2014 met 27 producties;
- de producties A tot en met E van de Gemeenten;
- de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging van Insituform van 1 juli 2014;
- de conclusie van antwoord van Insituform van 4 juli 2014 met 6 producties;
- de mondelinge behandeling op 8 juli 2014 te 09.30 uur;
- de pleitnota van [eiser];
- de bij het pleidooi van [eiser] voorgedragen aanvullende toelichting op de pleitnotitie door [naam 1];
- de pleitnota van de Gemeenten;
- de pleitnota van Insituform.
2.De feiten
[plaats 1]. De gemeente Veghel trad bij de aanbesteding als penvoerster op.
- het reinigen van objecten (riolen e.d.);
- het inspecteren van objecten (riolen e.d.);
- afdichten voegen in riolen;
- constructief repareren van beschadigingen en scheuren in riolen;
- verwijderen van wortels;
- verwijderen instekende inlaten;
- verwijderen obstakels;
- verwijderen afzettingen;
- renoveren van riolen d.m.v. het inbrengen van een kous;
- herstellen van inlaten;
- renoveren van putten;
- maken van opnemingsinspectie;
- dichtzetten van riolen;
- treffen van de benodigde verkeersmaatregelen;
- in kennis stellen van omwonenden;
- bijkomende werkzaamheden.
De nadere beschrijving van het uit te voeren werk in het onderhavige bestek bestaat uit een groot aantal bestekposten waarin de verschillende werkzaamheden zijn omschreven die bij de uitvoering van de deelopdrachten aan de orde kunnen zijn. Op de inschrijvingsstaat dient de inschrijver voor ieder van deze werkzaamheden een eenheidsprijs op te geven.
€ 1.000.000,00. Bij 7e nota van inlichtingen van 10 april 2014 hebben de Gemeenten het indicatief opgegeven totaalbudget verhoogd naar € 1.500.000,00. Dit is geen omzetgarantie.
- Er wordt geen enkele informatie verstrekt over de huidige situatie en de locatie van het te verrichten werk;
- In de resultaatsverplichtingen zijn in diverse posten zoveel elementen impliciet en expliciet opgenomen dat nauwelijks kan worden gesproken van kostenhomogeniteit;
- De risico’s van alle uitvoeringsomstandigheden liggen bij de opdrachtnemer (van geparkeerde auto’s t/m vastzittende putdeksels);
- Het aantal deelopdrachten wordt niet omschreven waardoor een deelopdracht niet op waarde is in te schatten;
- Het bestek en nota’s van inlichtingen leiden door deze onbepaalde hoeveelheden tot het niet kunnen bepalen van de juiste prijsstelling en daarmee tot verschillende interpretaties van de verschillende inschrijvers. Deze situatie kan tot juridische procedures leiden zowel bij opdrachtverstrekking als bij de uitvoering van de (deel-)opdracht;
- De EMVI- procedure is niet-anoniem (althans de beoordelaars krijgen de naam van de betreffende inschrijver te zien). Hierdoor is de objectiviteit van de beoordeling onvoldoende gewaarborgd;
- De beoordelingscriteria zijn niet allemaal bekend. (…). Hierdoor is de objectiviteit van de beoordeling onvoldoende gewaarborgd.
- een ondernemer die inschrijft op een opdracht;
- een brancheorganisatie namens een ondernemer;
- een aanbestedende organisatie.
- De klacht is voorgelegd aan de wederpartij en deze is in de gelegenheid geweest op de klacht te reageren.
- De klacht is voldoende gemotiveerd.
- Een klacht die reeds bij de rechter in behandeling is, kan niet worden voorgelegd aan de commissie.
- Een klacht kan zowel tijdens als na afloop van een aanbestedingsprocedure worden ingediend.
- De indiening van een klacht schort de aanbestedingsprocedure niet op.
- verstrekt hij informatie over zichzelf en over de partij waarover hij een klacht indient;
- verstrekt hij informatie over de aanbesteding waar de klacht betrekking op heeft;
- beschrijft hij zijn klacht en;
- motiveert hij zijn klacht.
3.Het geschil in de hoofdzaak en in de tussenkomst
3.2.1. Volgens [eiser] zijn de eisen en voorwaarden van het onderhavige open posten-bestek dermate ondoorzichtig dat het niet verantwoord was op deze aanbesteding in te schrijven. In het bijzonder ontbreekt het in het bestek aan (voldoende) kostenhomogeniteit waardoor een deugdelijke prijsaanbieding met realistische eenheidsprijzen niet mogelijk was.
3.2.2. Ondanks een veelheid aan vragen hebben de Gemeenten verzuimd duidelijke antwoorden te geven omtrent de in de eenheidsprijzen op te nemen kosten voor gelijksoortige verrichtingen onder gelijksoortige omstandigheden waaronder die moeten plaatsvinden. Door het ontbreken van deze informatie over onder meer locaties, diepte, bereikbaarheid, reinigingshistorie, tekeningen, vervuilingsgraad, aard van de vervuiling en door een grove staffeling is het object van aanbesteding onvoldoende bepaald. Het is op deze basis ook niet mogelijk een deugdelijk risicoplan en een deugdelijk plan van aanpak op te stellen.
3.2.3. Het gebrek aan kostenhomogeniteit en informatie leidt er tevens toe dat de inschrijvingen niet objectief, op basis van gelijke uitgangspunten, met elkaar kunnen worden vergeleken. Er kan geen objectieve vergelijking van de inschrijvingen plaatsvinden, noch op Prijs noch op Kwaliteit.
3.2.4. Bovendien is het ontbreken van een omzetgarantie in strijd met de proportionaliteit. De financiële omvang van de opdracht is in de 7e nota van inlichtingen nog met 50% gewijzigd. Dit is een wezenlijke wijziging en een bijkomende grond voor heraanbesteding.
3.2.5. Op grond van de correspondentie tussen de Gemeenten en het CROW die achteraf door de Gemeenten is overgelegd, moet [eiser] constateren dat de Gemeenten aan de inschrijvers voor de uiterste inschrijfdatum wezenlijke informatie hebben onthouden, informatie die noodzakelijk was om een deugdelijke aanbieding te kunnen opstellen. [eiser] doelt op de passage uit een email van BIZOB aan het CROW van eind april 2014 (prod. 23 [eiser]):
“het gaat hier met name over het relinen van delen riolering (75 % van de werkzaamheden). De overige 25 % zijn (onderhouds-)werkzaamheden die voorafgaan aan de reliningswerkzaamheden of die op een ander manier te maken hebben met rioolrenovatie”.Als [eiser] deze verhouding tijdig voor de uiterste inschrijfdatum zou hebben geweten, had zij hiermee rekening kunnen houden met haar inschrijving.
3.2.6. [eiser] vermoedt dat de gemeente Veghel de grootste opdrachtgever zal zijn. Daardoor beschikken de zittende aannemers in die gemeente over een ontoelaatbare kennisvoorsprong, zodat geen sprake is van een (voldoende) level playing field.
3.2.7. [eiser] beroept zich op het kort gedingvonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 10 januari 2013 (ECLI:NL:RBOBR:2013:BY9055). Daarin heeft de voorzieningenrechter de betreffende gemeenten bevolen tot heraanbesteding wegens ontbreken van informatie in het bestek. Volgens [eiser] is het gebrek aan informatie in de onderhavige aanbesteding vergelijkbaar met dat in die eerdere aanbesteding.
3.3.1. De gemeenten hebben weloverwogen de keuze gemaakt voor het aanbesteden met een OMOP-bestek, waarvan een kenmerk is dat geen zekerheid bestaat over de omvang van de totale prestatie, het tijdstip en de locatie waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en over de contractprijs. Een dergelijk bestek is bij uitstek geschikt voor onderhoud aan riolering voor een aantal jaren, omdat vooraf nog niet bekend is op welke locaties en op welke momenten onderhoud aan de riolering dient te worden uitgevoerd. In dit geval zal de opdrachtgever met de aannemer een raamcontract sluiten, waarbij de aannemer op afroep in deelopdrachten bepaalde werkzaamheden zal uitvoeren tegen vooraf overeengekomen eenheidsprijzen. Op de inschrijvingsstaat zijn (fictieve) hoeveelheden aangegeven, die geen afnameverplichting betreffen, maar slechts de functie hebben om een “fictieve aannemingssom” te kunnen berekenen. Na gunning zijn zowel ‘fictieve aanneemsom” en fictieve hoeveelheiden” functieloos. Bij de deelopdrachten zal worden afgerekend op basis van de daadwerkelijke uitgevoerde hoeveelheden.
3.3.3. Het bezwaar van [eiser] dat geen informatie is verstrekt over de huidige staat van het rioolstelsel, stuit af op de omstandigheid dat de Gemeenten niet beschikken over beeldmateriaal van het gehele rioolstelsel in de drie gemeenten. Dat heeft een lengte van ongeveer 600 kilometer. Daarenboven zou het door [eiser] gewenste beeldmateriaal er niet toe leiden dat inschrijvers een nauwkeurigere eenheidsprijs hadden kunnen opgeven omdat het nog maar de vraag is of op die specifieke plek onderhoud verricht moet worden.
3.3.4. Het standpunt van [eiser] dat als zij de verhouding tussen de verwachte reliningswerkzaamheden en het overige onderhoud had geweten beter in staat was geweest om een goede prijsopgave te doen, achten de Gemeenten onbegrijpelijk aangezien [eiser] tot op bestekniveau inzicht had in de verhouding tussen de verschillende uit te voeren werkzaamheden.
3.3.5. Daargelaten dat [eiser] dit bezwaar pas in de dagvaarding te berde brengt terwijl zij dit voorafgaand aan de inschrijftermijn had moeten doen, is het ontbreken van een omzetgarantie niet in strijd met het proportionaliteitsbeginsel omdat de opdrachtnemer geen personeel, materieel of materiaal beschikbaar moet houden. De uitvoering van de deelopdrachten zal uiteraard steeds in overleg met de aannemer worden gepland. Het gaat bij deze aanbesteding niet om het verhelpen van acute storingen of het optreden bij calamiteiten. Het werk is in beginsel gewoon in te plannen.
3.3.6. Eveneens daargelaten dat [eiser] dit bezwaar pas in de dagvaarding te berde brengt, terwijl zij dit voorafgaand aan de inschrijftermijn had moeten doen is geen sprake van een ontoelaatbare kennisvoorsprong, simpelweg omdat de onderhavige aanbesteding voor het eerst op deze wijze in de markt wordt gezet en er geen zittende aannemer is die het werk op dit moment doet. Overigens zijn er meerdere aannemers die op verschillende plaatsen in de gemeenten Bernheze, Uden en Veghel werkzaamheden hebben verricht, waaronder [eiser] en anders dan Insituform.
4.De beoordeling in de hoofdzaak en de tussenkomst
816,00
816,00