ECLI:NL:RBOBR:2014:390

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
31 januari 2014
Publicatiedatum
30 januari 2014
Zaaknummer
01/835094-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en wijziging bijzondere voorwaarden in verband met brandstichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 31 januari 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de ter beschikking gestelde, die in 2006 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en de voorwaarden gewijzigd, zodat matig alcoholgebruik nu is toegestaan onder toezicht van Reclassering Nederland. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de ter beschikking gestelde een positief jaar had doorgemaakt, er nog steeds risico's waren verbonden aan het beëindigen van de terbeschikkingstelling. De rechtbank baseerde haar beslissing op rapporten van deskundigen, waaronder psychiater dr. I.H.W.M. Kaiser en de reclassering, die aangaven dat de ter beschikking gestelde nog niet volledig in staat was om zelfstandig met alcohol om te gaan. De rechtbank benadrukte het belang van het uitbreiden van het sociale netwerk van de ter beschikking gestelde en het monitoren van zijn alcoholgebruik. De rechtbank wees het verzoek van de raadsvrouwe om het onderzoek voor drie maanden te schorsen af, omdat dit niet in het belang van de ter beschikking gestelde zou zijn. De beslissing om de terbeschikkingstelling te verlengen en de voorwaarden te wijzigen werd genomen om de veiligheid van anderen te waarborgen en om de ter beschikking gestelde de kans te geven om te oefenen met alcoholgebruik onder toezicht.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/835094-06
Uitspraakdatum: 31 januari 2014
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en wijziging voorwaarden terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1968],
verblijvende te [adres].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 29 augustus 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 24 januari 2013 met één jaar verlengd. Voorts is bij deze beslissing de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 28 november 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie bij deze vordering gepersisteerd en heeft hij verzocht de voorwaarden te wijzigen.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 januari 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de rapporten van Reclassering Nederland d.d. 5 november 2013 en 15 januari 2014;
  • het psychiatrisch rapport Pro Justitia d.d. 4 november 2013, opgemaakt door
dr. I.H.W.M. Kaiser;
- het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van “opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar voor anderen te duchten is”, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In
voornoemd rapport van Reclassering Nederland van 5 november 2013is onder meer het navolgende gesteld:

(…) Reclassering Nederland adviseert de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging met een jaar te verlengen. [terbeschikkinggestelde] heeft een positief jaar achter de rug, waarin hij heeft laten zien veel zaken zelf te kunnen regelen en zich aan de afspraken en de bijzondere voorwaarden te houden.
De zelfredzaamheid van [terbeschikkinggestelde] is groot, echter vindt Reclassering Nederland het noodzakelijk dat hij aantoont mensen toe te laten wanneer hij het moeilijk heeft. Dat hij zijn netwerk uitbreidt, zodat hij in de toekomst op zijn netwerk kan terugvallen wanneer het nodig is. Hij is dan minder afhankelijk van het contact met professionele instanties.
Het risico bij het beëindigen van de maatregel ligt volgens Reclassering Nederland nog altijd in de zelfoverschatting van [terbeschikkinggestelde]. Ondanks dat hij een stabiel jaar achter de rug heeft, laat hij een houding zien waarin hij het ‘allemaal zelf wel oplost’ en geen beroep doet op een eigen sociaal netwerk. Er is een duidelijke link zichtbaar tussen het niet raadplegen van het sociale netwerk bij spanningen en frustraties, het alcoholgebruik en het delictgedrag. Zolang deze factoren niet voldoende gereguleerd zijn, zal de kans op recidive aanwezig zijn. Mocht het tbs-kader op dit moment komen te vervallen dan is er nog onvoldoende geoefend met alcoholgebruik en is het netwerk nog te minimaal om te kunnen stellen dat de kans op recidive afgenomen is. (…)

In voornoemd psychiatrisch rapport is onder meer het navolgende gesteld:


(…) Er is bij betrokkene sprake van alcoholmisbruik en pathologisch gokken, beiden langdurig in remissie onder toezicht en een persoonlijkheidsstoornis NAO met borderline en ontwijkende trekken. (…) Zoals aangegeven (…) is het gevaar voor herhaling laag binnen het tbs-kader met voorwaarden. Zonder tbs-kader is er een destabiliserende onzekere factor in zijn wens tot alcoholgebruik en zijn vermogen om zichzelf daarin te begrenzen ook in moeilijk omstandigheden, bij frustratie en onmachtgevoelens en in dysthyme periodes. Een drang tot gokken kan ook een probleem zijn, maar daarvan wil hij zich abstinent houden. Het is niet mogelijk gebleken om betrokkene intrinsiek te motiveren tot abstinentie van alcoholgebruik. (…)
Op grond van bovenstaande rapportage acht onderzoeker voortzetting van de terbeschikkingstelling aangewezen. Het heeft sterk de voorkeur om dat met één jaar te doen, onder gewijzigde voorwaarden, namelijk waarin hem matig alcoholgebruik toegestaan wordt op zijn nadrukkelijke verzoek omdat hij de vrijheid wil hebben om iets te drinken bij het uitgaan. Hem moet wel duidelijk gemaakt worden dat het absoluut ontraden wordt maar dat er anders een impasse ontstaat waarin de tbs niet beëindigd kan worden zolang hij behoefte blijft houden om alcohol te gebruiken. Dan zal een verdere bestendiging van het bereikte resultaat over een jaar opnieuw moeten worden beoordeeld en getoetst op basis van de gewijzigde voorwaarden. Het zal van belang zijn om te omschrijven op welke factoren van zijn gedrag met name gelet gaat worden zoals onder andere verbale opvliegendheid, emotionele stabiliteit, wijze van omgaan met frustratie, beïnvloedbaarheid en samenwerking met de hulpverlening, stabiliteit in dagbesteding, openheid ten aanzien van alcoholgebruik en gokken. Hij zou de hoeveelheid alcohol die hij gebruikt bij kunnen houden en dat zou met een controle op een willekeurig tijdstip geverifieerd kunnen worden.
Die periode is ook nodig als hij nu besluit om abstinent te blijven; er moet geobserveerd worden of hij in staat is dat vol te houden als het niet meer in de voorwaarden gesteld wordt. Voor een vorm van specifieke behandeling is thans geen noodzaak gevonden en het bestaande risicomanagement behoeft geen wijziging. Als de tbs niet verlengd wordt, is een dergelijke proefperiode niet mogelijk en is het gevaar op herhaling (…) aanwezig. (…)

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik woon al bijna anderhalf jaar zelfstandig in een huis. Dat gaat prima. Ik woonde daarvoor al bijna vier jaar op [de kliniek]. Ik verblijf dus al bijna vijf en een half jaar buiten de kliniek.
Ik ben het niet eens met de vordering van de officier van justitie. Ik kan ook wel zonder de begeleiding van de reclassering.
Ik werk bij een drankengroothandel. Dat gaat goed. Ik heb het daar naar mijn zin. Ik werk via een sociale werkvoorziening. Ik kan via de Wsw blijven werken.
Ik sta niet meer onder bewind.
Ik ben aan het sparen. Ik ben plannen aan het maken om wat duurdere dingen aan te schaffen.
Ik heb contact met mijn broer. Ik kan bij hem terecht. Ook kan ik bij een vrouw van de geestelijke verzorging terecht. Verder kan ik ook dingen bespreken met de contactpersoon van de Wsw-instelling. Ik heb met haar over deze zitting gesproken, omdat het best spannend is.
Ik hoef niet zo’n breed netwerk te hebben. Ik kan ook met één persoon over dingen praten. Daarover verschillen ik en de reclassering van mening. Je moet het toch zelf doen. De grootte van een netwerk maakt dan niet uit.
De geestelijk verzorgster waar ik contact mee heb werkt wel bij [de kliniek 1], maar zij wordt niet door [de kliniek 1] naar mij gestuurd. De contacten zijn vrijwillig. Ik heb haar vanuit de kliniek leren kennen. Ik heb een goede band met haar.
De situatie rondom het werk was een vervelende situatie. Dit gold echter niet voor mij, omdat ik mijn werk zou behouden. Die situatie was niet erg spannend voor mij. Bij spanningen trek ik echt wel aan de bel.
Als er problemen rondom mijn zoon zijn, bespreek ik die met de contactpersoon van Bureau Jeugdzorg. Ik sta er nu anders in. Voorheen betrok ik alles op mezelf. Hij is 16 jaar en moet zelf inzien dat hij moet veranderen. Ik kan het nu beter van me afzetten. Als hij niet wil, waar zou ik me dan druk om moeten maken.
Als ter beschikking gestelde kan je niet heel gemakkelijk je netwerk uitbreiden. Het is lastig. Er is veel negativiteit.
Ik wil van het etiket van de tbs af.
Ik wil niet volledig abstinent van alcohol blijven. Ik wil gezellig een biertje kunnen drinken. Men is 6,5 jaar geleden met de controle op mijn alcoholgebruik begonnen. Het is altijd goed verlopen.
Hoe ik reageer op alcoholgebruik? Daar is geen verlenging van de tbs voor nodig. Ik heb een behandeling gehad. Die behandeling is geslaagd. Vervolgens ben ik gaan resocialiseren. Ook dat is goed gegaan. Vorig jaar is de verpleging voorwaardelijk beëindigd.
Ik moet nu gaan oefenen. Vóór mijn behandeling dronk ik anderhalf kratje bier per dag. Dat doe ik nu niet meer.
Ik heb een netwerk. In mijn omgeving weet men niet dat ik ter beschikking ben gesteld. Als ze dat wel weten, dan zou het weer mis kunnen gaan. Dan zit ik met de gebakken peren.
De psychiater kwam onvoorbereid bij mij op bezoek. Daarom verliep dat gesprek wat minder prettig.
Ik werk nu sinds een jaar bij een drankengroothandel, maar daar is geen navraag gedaan. Ik word daar iedere dag met drank geconfronteerd, maar heb geen alcohol gedronken. Hoe groot is die zorg om het alcoholgebruik dan?
Ik hoor iedereen maar over zelfoverschatting spreken. Ik wil nu wel eens iets zien waaruit die zelfoverschatting dan zou blijken. Ik ben heel goed geresocialiseerd. Van zelfoverschatting is geen sprake.
Ik heb veel bereikt. Ik heb veel doelen gesteld en ook gehaald.
De
deskundige mevrouw I. van den Berg, optredend namens Reclassering Nederland, heeft het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is geen controle meer nodig geweest op gebied van de financiën. Betrokkene houdt zich goed aan de voorwaarden. Er is nu tweewekelijks contact met hem.
Het doel is om de frequentie van de contacten verder af te bouwen.
Het is beter als een netwerk uit meerdere personen bestaat. Wij verwachten niet dat betrokkene ineens een groot netwerk creëert. De contacten die plaatsvinden zijn nu alleen vaak contacten vanuit professionele instanties. Het contact met de geestelijk verzorgster ging ook via de kliniek.
Het praten met zijn broer gaat wel goed.
Betrokkene heeft de veranderingen die op de werkvloer plaatsvonden gemeld. Betrokkene heeft de kerst bij zijn broer doorgebracht. Achteraf bleek zijn broer niet op de hoogte van die veranderingen te zijn. Het eigen netwerk van betrokkene zou meer op de hoogte moeten zijn van bepaalde spanningen en conflicten. Hij dient met hen problemen te bespreken. De frequentie van de meldplicht dient om die reden te worden verminderd. Betrokkene praat tijdens de meldplichtcontacten wel open en transparant over problemen. Wij zouden echter liever zien dat betrokkene problemen eerder zou melden binnen zijn eigen netwerk en niet zou wachten tot een meldplichtcontact. Het tijdig bespreken van zaken is van wezenlijk belang.
Ons standpunt was dat eerst het netwerk moest worden uitgebreid en dat we dan zouden kunnen kijken of matig alcoholgebruik kon worden toegestaan. Indien de terbeschikkingstelling nu zal worden beëindigd, dan valt het reclasseringscontact weg. Als het reclasseringscontact wegvalt, is er heel weinig begeleiding. Wij willen meer zicht op het netwerk krijgen. Er zijn ook mensen die wel in andere mensen geloven. Wij zouden nu wel in kunnen stemmen met het toestaan van gematigd alcoholgebruik.
Een verlenging van de terbeschikkingstelling is nu vooral nodig om te kunnen “oefenen” met het gebruik van alcohol en voor de uitbreiding van het netwerk. Indien de terbeschikkingstelling nu wordt beëindigd, is er gevaar voor recidive. Bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling vinden de gesprekken niet meer plaats en is er geen stok achter de deur meer. Als we kijken naar de afronding van de vorige terbeschikkingstelling, dan willen wij hier wel voorzichtig mee zijn. Bij het wegvallen van het tbs-kader en bij alcoholgebruik wordt het gevaar op recidive verhoogd. Wij willen kijken hoe betrokkene op het alcoholgebruik reageert.
Het uitbreiden van het netwerk kunnen wij niet afdwingen. Wij hopen echter dat hij het komende jaar wel gaat oefenen met het onderhouden van contacten met anderen. Wij willen hem daarin ervaring op laten blijven doen.
Als het niet goed gaat met het alcoholgebruik, zou dat een reden kunnen zijn om volgend jaar weer te adviseren om de terbeschikkingstelling te verlengen.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Het openbaar ministerie persisteert bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Hoewel het minder is geworden, is het gevaarscriterium nog steeds aan de orde.
Er is sprake van zelfoverschatting. Betrokkene wil af en toe een biertje drinken. Er is geen zicht op de gevolgen hiervan in de nabije toekomst. Mijns inziens moet het gebruik van alcohol een jaar worden gemonitord.
In het verleden is drank geen goede factor in het leven van betrokkene geweest. De eerste tbs-maatregel is destijds te snel beëindigd.
Het uitbreiden van het sociale netwerk is mijns inziens minder relevant dan het toetsen of gematigd alcoholgebruik kan worden toegestaan.
Ik verzoek u de voorwaarde aan te vullen, met dien verstande dat gematigd alcoholgebruik wordt toestaan, maar wel gestuurd en in de mate als door de reclassering bepaald. Indien dit goed verloopt dan zou over een jaar de terbeschikkingstelling kunnen worden beëindigd. Een beëindiging van de terbeschikkingstelling kan nu nog niet aan de orde zijn.
De
raadsvrouwe van de ter beschikking gesteldeheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Vandaag is de vraag aan de orde of het tijd is om de terbeschikkingstelling te beëindigen. Het gaat goed met mijn cliënt.
De reclassering ziet een pijnpunt in het netwerk. De eis die de reclassering stelt is niet realistisch. Het gaat nu heel goed, maar toch wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen. De reclassering lijkt voorbij te gaan aan het gegeven dat mijn cliënt zich al 5,5 jaar aan voorwaarden moet houden en buiten de kliniek verblijft.
Mijn cliënt heeft baat gehad bij de behandeling. Hij is 5,5 jaar aan het resocialiseren geweest en heeft zich aan voorwaarden gehouden.
In verband met het zwangerschapsverlof van de huidige reclasseringwerkster van betrokkene zal, bij voorzetting van de terbeschikkingstelling, een nieuw contact met een andere reclasseringswerker moeten worden opgebouwd. Hier dient bij de beoordeling van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ook rekening mee te worden gehouden.
Ten aanzien van het netwerk is het opmerkelijk dat pas vorige week contact met de broer van mijn cliënt is opgenomen. Er is weinig zicht geweest op het netwerk van mijn cliënt. Er is ook geen contact met het werk van mijn cliënt opgenomen.
Het bestaande netwerk is voldoende.
In de zesjaarsrapportage van 2012 staat dat [persoon 1] tegen de rapporteur heeft gezegd dat mijn cliënt volgens haar om hulp zou vragen. Vanuit de kliniek wordt dan al gesteld dat mijn cliënt de hulpvraag zal uiten.
Begin 2014 wordt het uiten van de hulpvraag weer als bezwaar gezien. Hoe goed moet mijn cliënt het dan doen?
Ten aanzien van de alcoholproblematiek wil ik het volgende opmerken. Mijn cliënt is reeds 5,5 jaar aan het resocialiseren en heeft in die tijd buiten de kliniek verbleven. Het alcoholgebruik is nooit een issue geweest. Ik vraag mij af waarom het afgelopen jaar niet met het gebruik van alcohol is geoefend.
Mijn cliënt is zich heel bewust van zijn problematiek. Hij werkt bij een drankenhandel. Er hebben zich echter geen incidenten of problemen voorgedaan.
De rol van de reclassering zal de komende periode niet groot zijn.
De resocialisatie is bij de eerste tbs-maatregel te snel gegaan. Mijn cliënt realiseert zich dat ook. Mijn cliënt is nu echter al 5,5 jaar aan het resocialiseren.
Het recidiverisico is aanvaardbaar. Dat was in 2012 ook al het geval.
Ik wijs u op artikel 509t van het Wetboek van Strafvordering.
De verpleging van overheidswege is bijna één jaar voorwaardelijk beëindigd.
Ik wijs u voorts op een uitspraak van het gerechtshof te Arnhem van 7 januari 2014.
Aan artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht is niet voldaan. De maatregel van terbeschikkingstelling dient te worden beëindigd.
Indien u van oordeel bent dat de terbeschikkingstelling niet dient te worden beëindigd, dan verzoek ik u het onderzoek ter terechtzitting voor de duur van drie maanden te schorsen. De reclassering kan dan in kaart brengen wat het toezicht precies in zal houden. Mijn cliënt kan dan bovendien laten zien hoe hij met matig alcoholgebruik omgaat en voorts kan dan het netwerk van mijn cliënt door de reclassering in kaart worden gebracht.
De
officier van justitieheeft na het pleidooi van de raadsvrouwe aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft laten zien dat hij abstinent van alcohol kan blijven. Hij heeft echter nog niet laten zien hoe hij met gematigd alcoholgebruik omgaat. Het verleden heeft geleerd dat betrokkene daar moeilijk mee om kan gaan. De zelfoverschatting maakt het gevaarlijk. Er moet eerst worden geoefend met het gebruik van alcohol. De doelstelling van de reclassering met betrekking tot het uitbreiden van het netwerk is niet onrealistisch. Indien de terbeschikkingstelling nu wordt beëindigd is er geen vangnet meer.
De raadsvrouwe heeft verzocht het onderzoek voor de duur van drie maanden te schorsen teneinde een nadere rapportage op te laten maken en teneinde verdachte te laten oefenen met het gebruik van alcohol. Dit verzoek dient naar mijn mening te worden afgewezen. Drie maanden is te kort. De reclassering zou dan voor het blok worden gezet. De reclassering wil zelf bepalen wanneer een aanvang met het toestaan van gematigd alcoholgebruik kan worden gemaakt.

De raadsvrouwe heeft daarop aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Mijn cliënt heeft nooit eerder de kans gekregen om te laten zien hoe hij met alcoholgebruik omgaat. Van zelfoverschatting is de afgelopen 5,5 jaar niet gebleken. In die tijd is mijn cliënt met teleurstellingen geconfronteerd.
De behandeling is positief afgerond.
Mijn cliënt heeft wel eens van collega’s reacties ontvangen over ter beschikking gestelden of ex-ter beschikking gestelden. Hier hangt een hele negatieve sfeer omheen. Het is bijzonder moeilijk om zijn netwerk uit te bereiden.
Het is niet zo dat mijn cliënt geen sociaal netwerk heeft. Dit netwerk is echter in de ogen van de reclassering te beperkt. Er is het afgelopen jaar niets nieuws door de reclassering gedaan. Er kan dan ook niet worden gezegd dat de reclassering door een schorsing van drie maanden met de rug tegen de muur wordt gezet.
Verlenging van de terbeschikkingstelling en wijziging van de voorwaarden.
De rechtbank verenigt zich met het advies van psychiater dr. I.H.W.M. Kaiser, met de rapporten van de reclassering en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige. De rechtbank is met hen van oordeel dat, indien de terbeschikkingstelling thans eindigt, het gevaar voor recidive aanwezig is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht het van wezenlijk belang dat - alvorens een beëindiging van de terbeschikkingstelling aan de orde kan zijn - de ter beschikking gestelde wordt toegestaan in beperkte mate alcohol te nuttigen, zodat kan worden bezien hoe hij hiermee omgaat en hierop reageert. De rechtbank is van oordeel dat in ieder geval een periode van een jaar nodig is om hiervan een goed beeld te krijgen. De rechtbank zal het verzoek van de raadsvrouwe om schorsing van het onderzoek voor de duur van drie maanden dan ook afwijzen.
De rechtbank zal de voorwaarden die aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zijn verbonden wijzigen, in die zin dat de voorwaarde van het alcoholverbod zal komen te vervallen en dat thans als voorwaarde zal gelden: “Dat [terbeschikkinggestelde] wordt toegestaan alcohol te nuttigen in de mate waarin Reclassering Nederland dit toelaatbaar acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van urinecontroles, voor zo vaak en zolang als Reclassering Nederland dit nodig acht.”
Voor het overige blijven de voorwaarden zoals deze door de rechtbank bij uitspraak van 24 januari 2013 aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zijn gesteld van kracht.

DE BESLISSING

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar;
- wijzigt de voorwaarden in die zin dat het alcoholverbod komt te vervallen en dat thans als voorwaarde zal gelden: “Dat [terbeschikkinggestelde] wordt toegestaan alcohol te nuttigen in de mate waarin Reclassering Nederland dit toelaatbaar acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van urinecontroles, voor zo vaak en zolang als Reclassering Nederland dit nodig acht.”
Voor het overige blijven de voorwaarden zoals deze door de rechtbank bij uitspraak van 24 januari 2013 aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zijn gesteld van kracht.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. P.A. Buijs en mr. C.P.J. Scheele, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 januari 2014.