AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Medeplegen van brandstichting met dodelijke afloop en diefstal met geweld
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 juli 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van brandstichting en diefstal met geweld. De verdachte, geboren in 1999 en woonachtig in Helmond, werd beschuldigd van het opzettelijk in brand steken van een bedrijfspand op 10 mei 2013, waarbij een persoon om het leven kwam. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, opzettelijk brand had gesticht in een leegstaand pand, waarbij levensgevaar voor anderen te duchten was. De verdachte had moeten beseffen dat er mensen in het pand aanwezig konden zijn, gezien de omstandigheden waaronder de brandstichting plaatsvond. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 200 dagen, waarvan 128 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 120 uren.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van diefstal met geweld, gepleegd op 6 maart 2014 in Eindhoven, waarbij hij samen met een ander een smartphone had weggenomen van een slachtoffer, vergezeld van geweld. De rechtbank achtte dit feit wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de aangifte van het slachtoffer en de bekennende verklaring van de verdachte. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden.
De rechtbank weegt in haar oordeel de ernst van de feiten mee, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op het moment van de feiten pas 14 jaar oud was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet de initiator was van de brandstichting, maar een uitvoerende rol had. De uitspraak benadrukt de gevolgen van de gepleegde feiten, zowel voor de slachtoffers als voor de verdachte zelf, en de impact op de gemeenschap.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld het proces-verbaal van de politie eenheid Oost-Brabant, Gezamenlijke Recherche Peelland, met registratienummer BVH 2013063145, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij dit proces-verbaal.
2.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 30 juni 2014 en verklaring van verdachte d.d. 16 mei 2013, proces-verbaal pag. 200-202..
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 01 juli 2013, proces-verbaal pag. 101.
4.Verklaring van [medeverdachte 1] d.d. 12 mei 2013, proces-verbaal pag. 218
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2013, proces-verbaal pag. 98.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2013, proces-verbaal pag. 69
7.Proces-verbaal brandonderzoek forensische opsporing, slachtofferonderzoek en berging slachtoffer d.d. 28 mei 2013, proces-verbaalnummer PL2219 2013063145-40, blad 2-3.
8.Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut “Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood” d.d. 17 mei 2013, proces-verbaal pag. 91-92.
9.Proces-verbaal brandonderzoek forensische opsporing, slachtofferonderzoek en berging slachtoffer d.d. 28 mei 2013, proces-verbaalnummer PL2219 2013063145-40, blad 9.
10.Verklaring van verdachte d.d. 16 mei 2013, proces-verbaal pag. 200-201.
11.Proces-verbaal brandonderzoek forensische opsporing, slachtofferonderzoek en berging slachtoffer d.d. 28 mei 2013, proces-verbaalnummer POLITIE 2219 2013063145-40, blad 5-10
12.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld het proces-verbaal van politie eenheid Oost-Brabant, Gezamenlijke Recherche Eindhoven, met onderzoeksnummer 2014030973 en afgesloten op 9 maart 2014, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij dit proces-verbaal.
13.Verklaring van [slachtoffer 2] d.d. 06 maart 2014, proces-verbaal pag. 36-38.
14.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 30 juni 2014.