Op 30 juni 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een rechtspersoon, die werd beschuldigd van het niet naleven van veiligheidsvoorschriften bij de productie van Radsol T841. Het incident vond plaats op 18 januari 2012 in de gemeente 's-Hertogenbosch, waar tijdens de productie een heftige chemische reactie ontstond door het niet volgen van de werkinstructies. Hierdoor konden alkalische dampen ontsnappen, wat leidde tot een zwaar ongeval in de zin van het Besluit risico's zware ongevallen. De rechtbank oordeelde dat de rechtspersoon niet alle noodzakelijke maatregelen had getroffen om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging, die onder andere inhield dat de verdachte niet de juiste volgorde van toevoegingen had gevolgd bij de productie, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte had de werkinstructie niet nageleefd door eerst broomzuur en daarna ethyleendiamine in tank 21 te gieten, wat leidde tot een exotherme reactie. De rechtbank sprak de verdachte vrij van twee andere tenlastegelegde overtredingen, omdat deze niet bewezen konden worden.
De rechtbank legde een geldboete op van € 30.000,00, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De rechtbank benadrukte dat de verdachte, als BRZO-bedrijf, een bijzondere zorgplicht had en dat het niet naleven van de veiligheidsprocedures onacceptabel was. De uitspraak is een belangrijke reminder voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, dat zij verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun processen en personeel.