In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose.
Er is bij betrokkene sprake van een complexe problematiek. Zo is er bij betrokkene sprake van stemmingsproblematiek, persoonlijkheidsproblematiek (agressie/impulsiviteit) wat zorgt voor een broos evenwicht. Beïnvloeding van de problematiek door middel van behandeling is gedurende geruime tijd aangeboden, maar heeft niet tot voldoende resultaten kunnen leiden. Aangenomen mag worden dat de problematiek in de kern dan ook nog immer aanwezig is. Hieruit voortvloeiend en gesteund door de gestructureerde risicotaxatie, kan gesteld worden dat het delictgevaar nog immer aanwezig is, wat verlenging van de huidige maatregel noodzakelijk maakt.
Ter nuancering dient hier wel vermeld te worden dat het indexdelict in de relationele sfeer heeft plaatsgevonden en de kans op recidive daarom, onzes inziens, afhankelijk is van bepaalde factoren alvorens gesproken kan worden van gevaarzettende dan wel delictgerelateerde situaties. Op grond van het dossier valt op dat binnen de tbs-setting betrokkene slechts een enkele keer verbaal agressief is geweest en van fysiek agressief gedrag richting staf of medebewoners is tot op heden geen sprake geweest. De agressiedynamiek lijkt op enkele momenten in het leven van betrokkene, in samenhang met onmachtsgevoelens en sterke stemmingswisselingen, eerder te "imploderen" met depressief en suïcidaal gedrag tot gevolg. Uitgaande van de huidige situatie is het van belang dat er met betrokkene duidelijke afspraken worden gemaakt over een geleidelijk resocialisatietraject om te voorkomen dat betrokkene zich niet serieus genomen voelt. Betrokkene is een kwetsbare man die veel structuur behoeft en graag betrokken wordt bij hetgeen men met hem van plan is. Op termijn toewerken naar een verblijf in de chronische psychiatrie of een RIBW voorziening met voldoende begeleiding, structuur en toezicht wordt door de kliniek onderschreven, echter wel met de kanttekening dat het resocialisatieproces in nauwe samenspraak met betrokkene uitgevoerd wordt om te voorkomen dat hij afhaakt of zich niet serieus genomen voelt. Dit laatste punt is van belang omdat bekend is dat betrokkene moeite heeft met grote veranderingen: destabilisatie van de
huidige conditie van betrokkene kan in een cruciale levensfase als bovengenoemd verstrekkende gevolgen hebben waardoor realisatie van het resocialisatieproces ernstig bemoeilijkt wordt. Tijdens de afronding van het schrijven van dit verslag is inmiddels
duidelijk geworden dat [kliniek 2] heeft aangegeven dat zij betrokkene, in het kader van het resocialisatieproces, willen overnemen, conform de wens van betrokkene.