ECLI:NL:RBOBR:2014:3183

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 juni 2014
Publicatiedatum
19 juni 2014
Zaaknummer
01/845012-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na doodslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 5 juni 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor doodslag. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 15 juni 2012 en de officier van justitie heeft op 24 april 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Tijdens de openbare terechtzitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft de relevante rapporten en adviezen in overweging genomen, waaronder een risicotaxatie en een psychiatrisch rapport. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde momenteel in een klinische setting verblijft en dat er positieve ontwikkelingen zijn in zijn resocialisatietraject. Er zijn echter ook risico's verbonden aan een eventuele beëindiging van de terbeschikkingstelling, zoals het ontbreken van een adequaat sociaal netwerk en de kans op recidive. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft daarom besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, in overeenstemming met het advies van de deskundigen en de officier van justitie.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845012-05
Uitspraakdatum: 5 juni 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1985],
verblijvende in [kliniek 1]

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 mei 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 15 juni 2012 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 24 april 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 juni 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van [kliniek 2], d.d. 1 april 2014, ondertekend door drs. M.A. Polak, hoofd van de inrichting, prof. dr. W.J. Schudel, psychiater, drs. B. Koudstaal, manager behandeling en bedrijfsvoering extramuraal, klinisch psycholoog en drs. M. Tjepkema, hoofd behandeling en bedrijfsvoering extramuraal;
  • een psychologisch rapport van A.E. Haan, psycholoog, d.d. 14 maart 2014;
  • een psychiatrisch rapport van drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, d.d. 24 maart 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen, maandrapportage, signaleringsplan en behandelplanbesprekingen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:

Risicotaxatie(..)
Indien de behandeling wordt voortgezet zoals het nu gaat met het daarbij behorende resocialisatietraject is dit risico laag. (..) In geval van onmiddellijke beëindiging is er een groot aantal risicofactoren aan te wijzen. Er zijn nog geen afspraken gemaakt rondom zorg en huisvesting. Tevens beschikt de [terbeschikkinggestelde] over een beperkt sociaal netwerk. Zij zullen hem naar verwachting niet de benodigde steun kunnen bieden op de lange termijn. De [terbeschikkinggestelde] blijft daardoor afhankelijk van een professioneel netwerk. Het wegvallen van structuur zal waarschijnlijk stresserend zijn voor de [terbeschikkinggestelde]. Daarnaast is er geen zicht op adequate dagbesteding, wat een belangrijke risicofactor is voor de [terbeschikkinggestelde]. De kans op isolatie en somberheid wordt hiermee vergroot, hetgeen tevens de kans op middelengebruik vergroot. Daarnaast blijft het de vraag in hoeverre de [terbeschikkinggestelde] medicatietrouw zal blijven, wat de kans op psychotische decompensatie en eveneens de kans op recidive vergroot. De aanstaande overgang naar een beschermde woonvorm zal, gezien de toename van vrijheden, het risico enigszins vergroten. (..)
Risico in termen van kans, aard, ernst, frequentie in aanlooptijd en context(..)
Het psychiatrisch toestandsbeeld van de [terbeschikkinggestelde], het gebruik van cannabis, gedragsproblemen, zijn beperkte copingvaardigheden en het ontbreken van externe structuur speelden zeer waarschijnlijk een rol in het tot stand komen van het indexdelict. Hernieuwd delictgedrag is te verwachten als bovenstaande factoren weer in het spel zouden zijn. Wanneer bij de [terbeschikkinggestelde] spanningen oplopen, hij zou stoppen met zijn antipsychotische medicatie en hij er alleen voor zou staan, is de kans op destructief gedrag groot. Dat hij in woede zal vervallen in een agressief delict, zoals het indexdelict, is niet uitgesloten, wanneer hij geen professionele begeleiding krijgt. Een professioneel netwerk en psychiatrische begeleiding en ondersteuning zijn zeer langdurig, zo niet levenslang, noodzakelijk. (..)
Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose.
De [terbeschikkinggestelde] is een in Nederland geboren en getogen Surinaams-Hindoestaanse man. In de opvoeding is sprake van affectieve en pedagogische verwaarlozing. Vanaf zijn twaalfde levensjaar zijn er aanwijzingen voor een oppositionele gedragsstoornis en agressieregulatieproblemen. In aanloop naar het indexdelict stapelen de psychosociale problemen zich op en gebruikt de [terbeschikkinggestelde] dagelijks softdrugs. Als hij uit huis wordt gezet door oma heeft hij dat als een ernstige schending van zijn normen ervaren en heeft haar in woede, mede onder invloed van een psychose, om het leven gebracht. De [terbeschikkinggestelde] beschikt over een tekortschietende sociale souplesse en inlevingsvermogen. Veranderingen kunnen een psychotisch ontregelende werking hebben. Zonder steun is hij niet in staat een pro sociale levensstijl vorm te geven.
De [terbeschikkinggestelde] verblijft inmiddels bij [kliniek 1], afdeling de [afdeling] als eerste stap in het resocialisatietraject. In het afgelopen jaar heeft de [terbeschikkinggestelde] alcohol gebruikt, maar hij heeft dit gebruik ook snel weer gestaakt. Hij lijkt, na psycho-educatie, beter te begrijpen dat het gebruik van alcohol op hem een destabiliserende werking kan hebben. Hij is overgegaan naar een andere afdeling, nadat hij bedreigd is door een patiënt op de afdeling waar hij eerder verbleef. De nieuwe afdeling is meer gericht op mensen met een verstandelijke beperking. Merkbaar is dat de rust van deze afdeling de [terbeschikkinggestelde] goed
doet. Hij houdt zich aan afspraken, volgt zijn dagprogramma en oefent in een rustig tempo met zijn onbegeleide stappen. Op gecontroleerde wijze blijven oefenen met vaardigheden, terwijl de vrijheden toenemen is een essentieel onderdeel van het resocialisatieproces. In eerste instantie resocialiseert hij in een klinische setting, waarbij er intensieve begeleiding aanwezig is, die hem helpt bij dagelijkse problemen en structurerend begeleidt. Uiteindelijk zal hij geplaatst worden in een RIBW. De mate van begeleiding die hij in een RIBW nodig heeft is afhankelijk van de ontwikkelingen die hij nog doormaakt.
De [terbeschikkinggestelde] is inmiddels aangemeld en geaccepteerd bij een vorm van begeleid wonen. Dit betreft een voorziening van de [stichting] waar 24-uurs begeleiding aanwezig is. Hier zal hij verder kunnen werken aan het opbouwen van zijn zelfstandigheid binnen een prosociale levensstijl. Gezien de positieve ontwikkelingen en de goede begeleidbaarheid van de [terbeschikkinggestelde], is de reclassering gevraagd een maatregelrapport op te stellen om de mogelijkheden van proefverlof met FPT te onderzoeken.
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis (zie Box 2; 2.1)
De paranoïde schizofrenie is een chronische stoornis. Hetzelfde geldt voor de geconstateerde verstandelijke beperking en de autistifome kenmerken. Met gebruik van medicatie, openheid over psychotische belevingen, abstinentie van middelen en een beschermende leefomgeving, kunnen de symptomen en beperkingen van deze stoornissen onder controle worden gehouden.
Advies verlenging TBS maatregel
Gezien bovenstaande adviseren wij de tbs-maatregel met een jaar te verlengen.”
De psychiater H.A. Gerritsenkan zich grotendeels vinden in de diagnostische conclusies van de kliniek. Voor het bestaan van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en zwakbegaafdheid ziet hij evenwel onvoldoende aanwijzingen. Hij onderschrijft verder de risico-taxatie van de kliniek en schat de recidivekans op een nieuw agressief delict bij onmiddellijke beëindiging van de tbs op de korte termijn als matig en op de (middel)lange termijn als hoog in. De psychiater onderschrijft ook de aanpak van de kliniek met betrekking tot de resocialisatie en acht daartoe, net als de kliniek, een verlenging van de TBS voor de duur van één jaar aangewezen.
De diagnostische bevindingen van de
psycholoog A.E. Haankomen overeen met die van psychiater Gerritsen. De psycholoog onderschrijft verder de risicotaxatie van de kliniek, evenals het ingezette resocialisatietraject en is ook van mening dat verlenging van de TBS met één jaar aangewezen is.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij. Ik ben vanuit de [kliniek 2] naar [kliniek 1] gegaan om te resocialiseren. Ik heb het daar naar mijn zin. Ik volg onderwijs en werk. Ik ben nu bezig met een nieuw traject voor overplaatsing naar [stichting] maar dat moet nog goedgekeurd worden door justitie. Ik krijg dan meer vrijheden. Ik begrijp dat de resocialisatie stapje voor stapje moet gaan. Het alcoholgebruik was een miscommunicatie. Ik heb daarna geen alcohol meer gedronken. De urinecontroles zijn schoon.
Ik ben het wel eens met verlenging van de TBS-maatregel met één jaar. Ik ben nog niet klaar met de resocialisatie en heb ook hulp nodig voor de overstap naar begeleid wonen. Ik heb ook al contact gehad met de reclassering. Ik heb een hoop geleerd in de kliniek van alle gesprekken en adviezen. Ik blijf medicatie gebruiken. Ik ken de rapporten en adviezen van de externe deskundigen.
De deskundige mevrouw M. Tjepkema, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Er zijn wel een aantal kenmerken van een pervasieve ontwikkelingsstoornis die van belang zijn om mee te nemen, maar die worden al ondervangen door de diagnose schizofrenie. In die zin zijn de deskundigen van de [kliniek 2] het eens met de externe deskundigen. Ten aanzien van de zwakbegaafdheid blijft de kliniek wel bij die diagnose. De externe deskundigen hebben een andere test gebruikt en daar zit een verschil in. Verder zit de [terbeschikkinggestelde] nu op een goede plek met optimale bescherming en functioneert hij stabiel. Dat kan het resultaat van de test omhoog halen. Als hij veel last heeft van stress heeft hij er meer last van.
[stichting] is voor mensen met een verstandelijke beperking. Op De [afdeling] zit hij ook op een dergelijke afdeling, dus wij denken dat hij daar goed zit. Betrokkene kon al terecht bij [stichting], maar er moet nog toestemming van het ministerie komen. Dat zal waarschijnlijk nog enkele maanden duren. Die aanvraag gaat samen met de aanvraag voor proefverlof. De reclassering heeft al een rapport opgesteld en positief geadviseerd over proefverlof. Om nu een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te onderzoeken vind ik te vroeg. Er moeten nog belangrijke stappen worden genomen zoals de overgang naar de reclassering en naar een andere woonvorm. Er komen nog veel veranderingen op de [terbeschikkinggestelde] af en meer vrijheden waarbij we willen meekijken hoe het gaat. Bij proefverlof hebben we meer mogelijkheden om in te grijpen als het fout gaat dan bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Ik vind wel dat het nu heel goed gaat met betrokkene.. Hij houdt zich aan de afspraken en neemt zijn medicatie. Dat verwacht ik ook voor de toekomst. Ik verwacht dat we over één jaar naar een voorwaardelijke beëindiging kunnen kijken.
De officier van justitieheeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de
TBS-maatregel met één jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is sprake van een positieve lijn bij cliënt. Hij is het ermee eens dat de voortgang rustig dient te verlopen en is het eens met de gevorderde verlenging. Ik refereer mij daarom aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige en met de adviezen van de externe psycholoog en psychiater wat betreft het recidivegevaar en de duur van de verlenging. Het ingezette resocialisatietraject, dat gepaard gaat met een toename van vrijheden, dient rustig en gecontroleerd plaats te vinden. Een verlenging met een jaar is daartoe aangewezen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.A. Buijs, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. M. Senden, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E. De Dooij griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 juni 2014.