ECLI:NL:RBOBR:2014:3161

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 juni 2014
Publicatiedatum
17 juni 2014
Zaaknummer
01/845171-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en beoordeling van voorwaardelijke beëindiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 juni 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 9 mei 2006. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd op 21 juni 2013. De officier van justitie heeft op 24 april 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Tijdens de openbare terechtzitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. J.A. Schadd, en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan paranoïde schizofrenie en zwakbegaafdheid, wat langdurige begeleiding en structuur vereist. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, gezien de risico's van destabilisatie bij een onmiddellijke beëindiging. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling te verlengen en de beslissing over een voorwaardelijke beëindiging aan te houden in afwachting van een rapport van de reclassering. Dit rapport moet inzicht geven in de mogelijkheden voor terugkeer van de terbeschikkinggestelde in de maatschappij. De rechtbank heeft de reclassering opgedragen om dit rapport op te stellen, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen voorop staan. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde en de deskundigen opgeroepen voor een nadere zitting om de voortgang te bespreken.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845171-05
Uitspraakdatum: 4 juni 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op[1973],
verblijvende in de [kliniek 1].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 mei 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 21 juni 2013 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 24 april 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 juni 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van drs. M.A. Polak (hoofd inrichting), prof. dr. W.J. Schudel (psychiater), mw. drs. B. Koudstaal (manager Behandeling en Bedrijfsvoering Extramuraal, Klinisch psycholoog) en mw. drs. M. Tjepkema (Hoofd Behandeling en Bedrijfsvoering Extramuraal), d.d. 1 april 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, bedreiging met enige
misdrijf tegen het leven gericht (meermalen gepleegd), poging tot zware mishandeling en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl de veiligheid van anderen, dan
wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar
veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“De [terbeschikkinggestelde] is een zwakbegaafd functionerende man in het verleden bekend met middelenmisbruik (cannabis, cocaïne en XTC). Sinds 1999 is er sprake van psychotische decompensaties en agressieve impuls doorbraken, veelal vanuit achterdochtige belevingen. Hij is eerder veroordeeld voor een gelijksoortig delict als het indexdelict vanuit een psychose met paranoïde wanen. Bij de totstandkoming van het indexdelict hebben het psychiatrisch toestandsbeeld waarin hij verkeerde en zijn door een verstandelijke beperking ontoereikende draagkracht in combinatie met verschillende situationele factoren een belangrijke rol gespeeld. De [terbeschikkinggestelde] beschouwde zijn buurman als de oorzaak van zijn vele problemen, richtte een wekenlang opgebouwde agressie op hem en kwam tot het delict als een geplande actie.
Behandeling is gericht geweest op (acceptatie) van medicatie, drugsvrij blijven en het leren accepteren dat blijvende ondersteuning belangrijk is. Daarnaast is behandeling gericht geweest op het leren herkennen van oplopende spanningen en het leren om dan ondersteuning te vragen. Acceptatie van medicatie onder begeleiding en toezicht verloopt goed. Daarnaast is de [terbeschikkinggestelde] drugsvrij. Hij herkent oplopende spanningen beter en accepteert hierin begeleiding.
De [terbeschikkinggestelde] kan de eisen, die het dagelijks leven hem stelt, onvoldoende zelfstandig aan. Hij kan beperkt omgaan met onduidelijkheid en onverwachte zaken. Deze leiden bij hem tot spanningen.
Spanningsregulatie en impulscontrole zijn problematisch. De [terbeschikkinggestelde] kan bij spanningen last krijgen van somatische klachten, maar ook is het mogelijk dat hij achterdochtig wordt. Inmiddels heeft hij geleerd steun te vragen als hij merkt dat hij gespannen is. Hij is hierbij blijvend afhankelijk van zijn omgeving.
Professionele begeleiding ordent zaken en biedt hem een plek zijn spanningen te uiten. De draagkracht van de [terbeschikkinggestelde] wordt snel overschreden, waarbij een toename van stress kan leiden tot een ontregeling met agressieve reacties, al dan niet in het kader van een paranoïde psychose. Binnen het huidige kader, waarbij de [terbeschikkinggestelde] in april 2013 de overgang heeft gemaakt van [kliniek 1] naar [kliniek 2], is gebleken dat hij ook goed functioneert binnen een minder beveiligd kader. Hierbij is wel steeds aandacht nodig voor zijn functioneren. Met de geboden structuur en ondersteuning gaat hij redelijk om met spanningen en stressvolle situaties. De verwachting is dat het risicomanagement nog langdurig noodzakelijk zal zijn.
Zonder voldoende begeleiding, structuur en toezicht met medicamenteuze ondersteuning, kan de [terbeschikkinggestelde] niet aangepast functioneren in de maatschappij. In geval van een onmiddellijke beëindiging van de tbs-maatregel wordt de kans op destabilisatie als groot ingeschat. De [terbeschikkinggestelde] zal dan geneigd zijn geen gebruik meer te maken van de aangeboden begeleiding en ondersteunende medicatie. Hij herkent onvoldoende wanneer teveel van hem gevergd wordt en spanningen toenemen.
De [terbeschikkinggestelde] staat nog steeds op de wachtlijst van het ASVZ-ZW locatie Brabant. In de toekomst zal hij binnen het circuit voor verstandelijk gehandicapten de intensieve zorg krijgen die hij nodig heeft op gebied van zelf zorg, zorg voor woonomgeving, werk en vrije tijd. Daarnaast kan hij begeleid worden bij het gebruik van medicatie en het toezicht op middelengebruik. Een plaatsing is echter nog niet in zicht omdat het aantal plaatsen er schaars zijn en de doorstroming beperkt is. Ter overbrugging is de [terbeschikkinggestelde] middels het transmuraal verlofkader op 4 april 2013 overgeplaatst naar [kliniek 3].
Aan de reclassering is inmiddels gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken om de [terbeschikkinggestelde] te begeleiden in het kader van proefverlof met FPT. De [terbeschikkinggestelde] laat sinds zijn overplaatsing naar [kliniek 2] zien dat hij zich goed laat begeleiden en zich aan afspraken houdt. In samenspraak met de reclassering zal gezocht worden naar mogelijke alternatieve beschermde woonvoorzieningen. Gezien de problematiek en de specialisatie die nodig is, is de verwachting dat ook andere instellingen lange wachtlijsten hebben. Bij een gunstig verloop van het traject is de verwachting dat het proefverlof medio 2014 kan ingaan en dat vanuit dat kader toegewerkt kan worden naar overplaatsing in een vervolgvoorziening en (na stabilisatie) verdere afwikkeling van de maatregel.
(…)
De paranoïde schizofrenie is chronisch van aard. Met gebruik van medicatie worden de symptomen van schizofrenie behandeld en onder controle gehouden. Medicatie is hierbij langdurig noodzakelijk. De zwakbegaafdheid is tevens chronisch. Voldoende begeleiding en structuur zijn hierbij zeer langdurig, mogelijk levenslang, noodzakelijk.
(…)
Gezien bovenstaande adviseren wij de tbs-maatregel met een jaar te verlengen. Wij achten de kans groot dat er na dit jaar nog een jaar nodig zal zijn om de tbs op een verantwoorde wijze af te wikkelen.”
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik vind het lang duren. Ik maak er het beste van. Ik heb gedurende vier halve dagen dagbesteding en werk. Ik maak antennes en die gaan naar het buitenland.
In mijn vrije tijd fiets ik naar het dorp voor een boodschap en ik sport. Ik mag bijna zo vaak als ik wil naar buiten. Ik moet dit wel eerst vragen. Ik moet, als ik in het weekend naar mijn familie wil, een week van tevoren een formulier invullen. Als je niet alle therapieën volgt dan mag je niet naar buiten. Ik heb last van hooikoorts en mijn neus zit dicht en daarom kost het me nu moeite om alle therapieën te volgen. Ze zijn echter wel flexibel.
Soms komen er nieuwe jongens en dan trek ik me af en toe terug op mijn kamer. Ik blijf er liever bij weg en hoef hun spannende verhalen niet te horen. Ik houd niet van stoere praatjes. Ik sta nog steeds op de wachtlijst voor [plaats 1]. Ik zou liever dichter bij mijn vader wonen. Ik kijk daar erg naar uit. Het liefst zou ik in [plaats 2] of [plaats 3] gaan wonen. Ik kijk er naar uit omdat ik dan een stapje dichter bij de maatschappij ben.
Ik wil graag dat mijn dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd wordt. Ook zo kom ik een stapje dichter bij de normale maatschappij.
Ik gebruik geen drugs of alcohol.
Mijn ex-vriendin en zoontje komen regelmatig bij mij op bezoek.
Ik heb al overnachtingsverlof bij mijn vader en tante gehad. Ik ben al drie keer bij mijn vader geweest. Samen genieten we dan van de dag en zitten lekker in de zon.
De deskundige M. Tjepkema, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies.
Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Bij voorkeur wachten we met (het bekijken van de mogelijkheden tot) een voorwaardelijke beëindiging totdat de [terbeschikkinggestelde] in de vervolgvoorziening is geplaatst. Vanaf dat moment kan hij het contact met de reclassering opbouwen. We gaan proefverlof voor hem aanvragen, maar er zijn wachtlijsten. We zouden graag zien dat hij de overstap naar een vervolgvoorziening al kan maken, maar goede plekken zijn moeilijk te vinden. Daardoor gaat de afwikkeling van de terbeschikkingstelling inderdaad erg langzaam.
Omdat de wachtlijsten zo lang zijn moet wel onderzocht worden of de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging plaats kan vinden vóórdat de [terbeschikkinggestelde] in een andere setting is geplaatst. Op de wachtlijst staan mensen die daar sinds 2009/2010 op staan. Dat vind ik erg negatief voor de [terbeschikkinggestelde]. Het gevolgde traject klopt, maar het klopt niet dat de terbeschikkingstelling telkens verlengd moet worden totdat er een beschermde woonvoorziening gevonden is.
Er is thans een rapport van de reclassering en ze zijn positief over het proefverlof. De reclassering kijkt nu dus al mee. Ik zou willen voorstellen om de reclassering nu al te vragen hoe men tegen een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aankijkt.
Voor de [terbeschikkinggestelde] verandert er, behalve het kader, niets. Hij weet dat de overgang naar een andere goede plek moeilijk is. Een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging kan ook een steuntje zijn voor de wachtlijst.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard:
Ik wil wel dat ze me helpen met het vinden van woonruimte.
De gedachte dat de dwangverpleging er misschien af gaat en dat ik richting het einde van de terbeschikkingstelling ga, maakt dat ik me prettig voel. Ik begrijp dat het recidiverisico te hoog is als de terbeschikkingstelling geheel zou eindigen. Maar ze mogen me altijd een rechterlijke machtiging geven. Als ik maar niet op straat kom te staan.
De deskundige heeft verklaard:
Er is op dit moment nog geen sprake van proefverlof. Daarover is wel positief geadviseerd maar we moeten het nog aanvragen bij het Ministerie.
Gewoonlijk zegt de reclassering dat ze liever een tijd meelopen tijdens het proefverlof omdat de kliniek dan de eindverantwoordelijkheid houdt, maar bij de [terbeschikkinggestelde] is het zo dat hij goed functioneert in de FPA. Er is veel stabiliteit. Er komen ook niet veel grote overgangen. De overgang naar een nieuwe woonvoorziening is belangrijk en dat moet goed begeleid worden. Dat moet in beginsel gebeuren tijdens de proefverloffase. De vraag is hoe lang je dat moet laten duren. Als hij goed is ingebed in de hulpverlenging en een goed contact heeft met de reclassering, dan kan de stap naar een andere woonvoorziening ook met de hulp van de reclassering gezet worden.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met meneer. Hij houdt zich aan de afspraken en laat positieve ontwikkelingen zien. De deskundigen achten de schizofrenie en zwakbegaafdheid permanent aanwezig. Begeleiding is nodig. Bij beëindiging van de terbeschikkingstelling zou destabilisatie plaatsvinden.
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Als ik lees wat de [terbeschikkinggestelde] nodig heeft vind ik het te vroeg om te bekijken of een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging al aan de orde is. Eerst moet het proefverlof ingezet worden.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Alles ziet er goed uit en het rapport is goed. Het gedrag van mijn cliënt is positief. Ik vraag mij af wat er gebeurt als het proefverlof goed verloopt. Waar staan we dan over een jaar? Ik denk dat er dan nog steeds een wachtlijst is. Is het dringend noodzakelijk om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen? Een onvoorwaardelijke beëindiging is, gelet op de nieuwe wetgeving, niet aan de orde. Eerst moet de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd worden. Mijn cliënt wil ook geen onvoorwaardelijke beëindiging. Ik hoor de deskundige hier ter zitting en constateer dat er een wachtlijst is. Bij mij rijst de vraag of niet onderzocht moet worden of een voorwaardelijke beëindiging niet in de rede ligt. Het zou volgens de deskundige ook de wachtlijst een duwtje in de goede richting kunnen geven.
Er is dus geen enkele reden om de behandeling vandaag niet aan te houden. De reclassering dient de opdracht te krijgen om onderzoek te doen naar mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en teneinde de terbeschikkinggestelde perspectief te bieden om op termijn tot een beëindiging van de terbeschikkingstelling te kunnen komen, is de rechtbank van oordeel dat thans dient te worden onderzocht of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd.
Daarom dient de Reclassering Nederland een nader rapport op te stellen omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van de terbeschikkinggestelde in het maatschappelijk verkeer zou kunnen geschieden.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, zal de rechtbank op grond van artikel 509t lid 5 van het Wetboek van Strafvordering de beslissing op een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor onbepaalde tijd, maar maximaal drie maanden, aanhouden in afwachting van het rapport van Reclassering Nederland. Daarnaast is de rechtbank, gelet op artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, zodat de terbeschikkingstelling zal worden verlengd met één jaar.

DE BESLISSING

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
één jaar;
- houdt de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan en schorst daartoe het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, tot ten hoogste drie maanden (opnieuw aan te brengen bij de Eigen Beheer Kamer), teneinde de reclassering een rapport te laten opmaken omtrent de vraag of, en zo ja, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder, de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde kan worden beëindigd;
- beveelt de oproeping van de terbeschikkinggestelde, de deskundige M. Tjepkema en de rapporteur van de reclassering tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting, met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van de terbeschikkinggestelde, J.A. Schadd, advocaat te Arnhem;
- stelt de stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.C.P.M. Valckx, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en mr. W.J.M. Fleskens, leden,
in tegenwoordigheid van mr. C.A.M. Cox-Wentholt, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 juni 2014.