Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 februari 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 15 mei 2013
- de akte na comparitie van [gedaagde 1]
- de akte na comparitie van [gedaagde 2]
- de antwoordakte na comparitie tevens houdende akte wijziging eis van [eiseres] van 13 november 2013
- de antwoordakte wijziging eis van [gedaagde 1]
- de antwoordakte wijziging eis van [gedaagde 2]
- de akte aanvulling eis van [eiseres] van 8 januari 2014.
2.De feiten
- van 15 juni 2010 tot 1 januari 2011: € 597,00 per kind per maand;
- met ingang van 1 januari 2011: € 583,50 per kind per maand;
- ingevolge de wettelijke indexering per 1 januari 2012 € 591,00 per kind per maand.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Is de vermeerdering van eis bij akte van 13 november 2013 toelaatbaar?
“meerdere versies van het grootboek zijn die inhoudelijk verschillen”. [gedaagde 1] heeft echter nagelaten om (wat zonder meer van hem verwacht mocht worden) deze andere versies in het geding te brengen en aan te geven op welke wijze voornoemde tegenstrijdigheid kan worden verklaard. Dit geldt te meer nu volgens [gedaagde 1]
“Andere versies van het bestand (…) immers kloppender en accurater [lijken]” (akte na comparitie, onder 10).
“op basis van de door u verstrekte gegevens”en dat geen zekerheid bestaat
“omtrent de getrouwheid van de jaarrekening welke aan een accountantsverklaring of een beoordelingsverklaring kan worden ontleend”.
“indien [eiseres] zou afzien van het vorderen van kinderalimentatie, hij ervoor zou zorgen dat er door [gedaagde 1] geen beslag zou worden gelegd op het woonhuis”(dagvaarding, onder 22-23). [gedaagde 2] heeft dit niet betwist. [gedaagde 1] geeft aan hierover niet te kunnen verklaren omdat hij niet aanwezig is geweest bij dit gesprek. Anders dan [gedaagde 1] stelt, geeft deze mededeling niet enkel aan dat [gedaagde 2] wilde onderhandelen over de door hem verschuldigde aan [eiseres] te betalen kinderalimentatie. Deze uitlating duidt immers erop dat [gedaagde 2] destijds kennelijk in staat was om er voor zorg te dragen dat [gedaagde 1] al dan niet beslag zou leggen op het woonhuis.
1.356,00(3,0 punten × tarief € 452,00)