ECLI:NL:RBOBR:2014:2883
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot afdreiging met dreigbrief aan bedrijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot afdreiging. De verdachte had op 12 december 2011 een dreigbrief gestuurd naar een bedrijf in Oss, waarin hij eiste dat het bedrijf 50.000 euro zou betalen. In de brief dreigde hij vertrouwelijke bedrijfsinformatie openbaar te maken, wat zou kunnen leiden tot ernstige schade voor het bedrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, vanwege acute geldproblemen, de brief had verstuurd en dat hij zich bewust was van de gevolgen van zijn acties. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de poging tot afdreiging, maar dat er geen sprake was van schending van vormvereisten in de procedure. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 dagen, gelijk aan het voorarrest, en heeft de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan de verdachte gelast. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn spijt en de verbetering van zijn financiële situatie. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, en de zaak is behandeld op tegenspraak na een onderzoek ter terechtzitting op 16 mei 2014.