Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 01/001117-13
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot zware mishandeling, bedreiging met zware mishandeling en het opzettelijk beschadigen van eigendommen. De verdachte heeft op 2 december 2013 in Veldhoven met een voertuig van achteren tegen het voertuig van een slachtoffer aangereden, met de intentie om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een aanmerkelijke kans op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, waardoor de verdachte van dit feit werd vrijgesproken. Echter, de bedreiging met zware mishandeling werd wel bewezen, evenals de schade aan het voertuig van het slachtoffer.
Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van flitspalen en het inrijden op een politievoertuig met de intentie om de daarin zittende opsporingsambtenaren van het leven te beroven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaardde dat de politieambtenaren niet konden ontwijken, wat leidde tot de bewezenverklaring van deze feiten. De verdachte werd als ontoerekeningsvatbaar beschouwd, wat resulteerde in de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor een periode van maximaal één jaar. De rechtbank oordeelde dat er geen bijkomende straffen konden worden opgelegd, zoals een ontzegging van de rijbevoegdheid, gezien de ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Tevens werd een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1], voor immateriële schade, maar andere vorderingen werden niet-ontvankelijk verklaard.