Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Vrijspraak ten aanzien van feit 2 primair.
Bewijs
aangifte van [slachtoffer 1]waarin hij verklaart dat hij op het terrein van de Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven werkzaam is als persoonlijk begeleider van verdachte. Op 13 augustus 2013 ging [slachtoffer 1] op een gegeven moment medicijnen toedienen op de afdeling. [slachtoffer 1] zag vanuit zijn ooghoeken verdachte op hem afrennen. Verdachte had een stanleymes vast. [slachtoffer 1] hoorde dat er een mesje brak. Verdachte was alleen op [slachtoffer 1] gefocust. Hij heeft echt op [slachtoffer 1] ingemaaid en hem gesneden. Verdachte heeft een beweging gemaakt, van de hals naar de borst. Er ontstond een worsteling en verdachte probeerde [slachtoffer 1] constant te snijden. Hij probeerde alles bij [slachtoffer 1] te raken wat er maar te raken viel. Hij had het mes in zijn vuist geklemd. Het alarm werd aangezet en hij werd overmeesterd. Verdachte heeft het mes pas losgelaten toen hij overmeesterd was en op de grond lag. Toen [slachtoffer 1] op de gang lag, voelde hij een zeurende en irritante pijn. De wond in zijn hals zit 1,5 cm van de slagader vandaan. [slachtoffer 1] heeft meer dan 20 hechtingen in zijn hals en op zijn borst. [6]
getuige [slachtoffer 2]waarin zij verklaart dat zij op 13 augustus 2013 werkzaam was op de afdeling van verdachte. Op een gegeven moment hoorde ze gestommel en zag ze door het raam verdachte op [slachtoffer 1] afstormen en dat zij in een worsteling verweven raakten. Verdachte was in aanval. [slachtoffer 2] zag dat het shirt van [slachtoffer 1] aan flarden lag en dat hij onder het bloed zat, op zijn hoofd, borst, nek en hals. Vervolgens is [slachtoffer 2] naar de huiskamer gerend en heeft geprobeerd verdachte vast te pakken, maar dat lukte niet. [slachtoffer 2] zag dat verdachte met zijn armen aan het zwaaien was. Verdachte zat hoog in zijn agressie. [slachtoffer 2] had het idee dat de aanval van verdachte op [slachtoffer 1] gericht was en dat hij haar ook wilde uitschakelen om zo bij [slachtoffer 1] te komen. Zij heeft pas later gemerkt dat zij in haar zij gesneden was. Zij zag een gapende wond in de nek bij collega [slachtoffer 1]. [7]
getuige [slachtoffer 4]waarin zij verklaart dat zij op 13 augustus 2013 in haar kantoor zat te werken. Op een gegeven moment hoorde [slachtoffer 4] gestommel en is zij direct opgestaan en het kantoor uitgelopen. Zij zag verdachte slaande bewegingen maken naar [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] in een hoek drukken. Zij zag dat haar collega's [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]) verdachte niet onder controle kregen. Hierop heeft ook zij geprobeerd om verdachte onder controle te krijgen maar dat lukte ook niet. Vervolgens hebben zij met zijn vieren verdachte in een hoek gedrukt, tegen een stoel aan. [slachtoffer 4] zag iets op de stoel liggen en heeft dit in haar zak gestopt. Zij zag dat het een soort mes was met papier erom gewikkeld. [slachtoffer 4] zag dat [slachtoffer 1] bloedde aan de linkerkant van zijn nek. [8]
getuige [slachtoffer 4]waarin zij verklaart dat zij sinds zaterdag (de rechtbank begrijpt: 10 augustus 2013) een gedragsverandering opmerkte bij verdachte toen hij terugkwam van verlof. Verdachte had [slachtoffer 4] meerdere malen te kennen gegeven dat hij liever terug zou willen naar de gevangenis, zo ook in het afgelopen weekend. Verdachte heeft tegen de getuige gezegd: 'Wat gebeurt er nou als ik hier iemand verkracht of vermoord?" of woorden van gelijke strekking. Zij had de indruk dat hij dit zei omdat hij terug wilde naar de gevangenis. Zij verklaart verder dat zij verdachte erg vastberaden vond tijdens zijn aanval op [slachtoffer 1]. Het was niet verdachte op de grond krijgen, maar hem bij [slachtoffer 1] weghalen. [9]
getuige [slachtoffer 3]waarin zij verklaart dat zij in haar functie als groepsleider op een afdeling van [naam afdeling] op maandag 12 augustus 2013 hoorde dat verdachte zei dat hij [slachtoffer 1] niet moest en dat hij [slachtoffer 1] nog wel terug zou pakken aangezien [slachtoffer 1] hem enige tijd daarvoor bij de keel zou hebben gegrepen.
getuige [slachtoffer 3]dat ze zag dat verdachte iets wits in zijn hand vasthield en op [slachtoffer 1] afliep en met dat wit in rechterhand gericht op het gezicht en hals van [slachtoffer 1] uithaalde en daarbij stekende bewegingen maakte. Ze zag ineens veel bloed bij [slachtoffer 1]. Verdachte sloeg wild om zich heen en raakte [slachtoffer 3] en mogelijk ook andere verpleegkundigen. [11]
[getuige 1]waarin zij verklaart dat zij op 13 augustus 2013 naast verdachte zat toen hij opeens opvloog naar [slachtoffer 1]. Volgens [getuige 1] heeft verdachte gewacht totdat [slachtoffer 1] hem de rug toekeerde en is verdachte hem toen achterna gerend. Tijdens de lunch heeft zij niets aan verdachte gemerkt. Hij straalde rust uit en het kwam erg onverwacht. [12]
verklaring van verdachteafgelegd bij de politie waarin hij aangeeft dat het een bewuste actie van hem was om [slachtoffer 1] te snijden. Een paar maanden geleden had hij ruzie met [slachtoffer 1] gehad, een personeelslid van de GGzE. [slachtoffer 1] heeft daarbij zijn keel dichtgeknepen. Verdachte werd daardoor zo boos op [slachtoffer 1] en dacht: “Ik pak jou nog wel een keer terug”. Vanaf die tijd is hij gaan nadenken hoe hij [slachtoffer 1] te pakken kon krijgen. Verdachte dacht: “Ik heb toch niets te verliezen” en bedacht een plan. Hij wilde [slachtoffer 1] snijden. Hij had zo’n hekel aan [slachtoffer 1]. Hij wilde [slachtoffer 1] vermoorden. Verdachte wilde zijn keel doorsnijden waardoor [slachtoffer 1] dood zou gaan.
verklaring van verdachteafgelegd bij de politie waarin hij aangeeft dat hij [slachtoffer 1] met de stanleymesjes wilde snijden, in zijn gezicht en keel. Toen hij de mesjes kocht, wist hij wel dat [slachtoffer 1] misschien zou kunnen overlijden. Verdachte gebruikte een stanley-afbreekmes, omdat dat scherper was dan een gewoon mes.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
1 jaarmet aftrek overeenkomstig artikel 27
* Terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege
Maatregel van schadevergoedingvan
EUR 1926,00.
toeen veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van EUR 1.926,- (zegge: eenduizendnegenhonderdenzesenwtintig euro), te weten EUR 1.500,- immateriële schadevergoeding en EUR 426,- materiële schadevergoeding (post t-shirt, schoenen en eigen risico zorgverzekering).