2.In de bestreden besluiten heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens verweerder geen rechtstreeks betrokken belang heeft. De bezwaren van eisers zijn weliswaar gegrond verklaard maar verweerder heeft het primaire besluit ingetrokken en een nieuwe watervergunning verleend. Hieraan zijn voorschriften verbonden. Verder maken de door vergunninghouder verschafte aanvullende gegevens waaronder de memo ‘Onderbouwing effecten maatregelen Koningshoeven Natuur’ (verder: de Memo) deel uit van de vergunning. De nieuwe watervergunning verschaft vergunninghouder een titel om het oppervlaktewaterpeil te verhogen tot 29,40 meter +NAP.
3.1Eiseres heeft aangevoerd dat zij wel een rechtstreeks betrokken belang heeft. Zij heeft al jaren last van een sterk wisselende grondwaterstand op haar perceel waardoor de grond eerst is ingeklonken. Vervolgens is de grondwaterstand weer gestegen met schade aan haar woning tot gevolg. Er wordt een aantal maatregelen vergund in de Soeloop Noord-Zuid die grenst aan haar perceel. Het dempen van een watergang kan een negatieve invloed hebben op de werking van de afvoer- en bergingscapaciteit van de Soeloop Noord-Zuid. Daarbij is het perceel van eiseres laaggelegen waardoor hydrologische ingrepen in het watersysteem haar perceel in het bijzonder raken.
3.2Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat het perceel van eiseres niet is gelegen in het (deel)plangebied Koningshoeven Natuur. De maatregelen hebben geen invloed op haar percelen. De meest dichtstbijzijnde werkzaamheden vinden plaats op 650 meter ten zuiden van het perceel waar eiseres woont. Het perceel is voorzien van een eigen gemaal waardoor de grondwaterstand lokaal goed te sturen is. Uit berekeningen is dan ook gebleken dat de maatregelen geen effect hebben op het perceel van eiseres. Haar belang onderscheidt zich in onvoldoende mate van dat van andere bewoners van de gemeente Deurne. Daarom acht verweerder eiseres geen belanghebbende en is haar bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
3.3Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
3.4De rechtbank is van oordeel dat niet op voorhand kan worden uitgesloten dat de vergunde maatregelen enige gevolgen kunnen hebben voor de waterhuishoudkundige situatie van het perceel van eiseres. Om te bezien wat de invloed is van de maatregelen in de watervergunning is onderzoek noodzakelijk. Hiermee onderscheidt het belang van eiseres zich van dat van een willekeurige derde bij wie helemaal geen onderzoek noodzakelijk is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het peilvak waarin de percelen van eiseres zijn gelegen grenst aan dat waar de maatregelen worden uitgevoerd, dat het perceel van eiseres grenst aan de Soeloop Noord-Zuid, alsmede dat haar perceel laag is gelegen. Dat de maatregelen op enige afstand van haar perceel worden uitgevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Ook in verweerders veronderstelling dat bij eiseres geen schade zou kunnen ontstaan, vanwege in het verleden in het projectgebied Koningshoeven Cultuur getroffen maatregelen, ziet de rechtbank geen aanleiding om anders te oordelen, te meer nu eiseres stelt schade te hebben geleden vanwege deze in het verleden uitgevoerde maatregelen. Dat het peilvak waarin het perceel van eiseres is gelegen, beschikt over een eigen gemaal acht de rechtbank niet relevant. Er liggen ook percelen van andere eigenaren in het peilvak en de rechtbank acht het onwaarschijnlijk dat eiseres op eigen houtje, zonder overleg met deze andere eigenaren, het peil kan verlagen. Bovendien heeft [persoon 2] ter zitting onweersproken verklaard dat bedoeld gemaal bij een hoger gelegen perceel ligt en dat een ander gemaal niet meer functioneert. Het bezwaarschrift van eiseres is ontvankelijk en haar beroep slaagt. Het besluit van 19 november 2013 dat op eiseres betrekking heeft, komt voor vernietiging in aanmerking.
4.1Eisers hebben aangevoerd dat zij ten onrechte niet in de aanwezigheid van andere bezwaarmakers zijn gehoord. Dit is in strijd met het bepaalde in artikel 7:6, eerste en derde lid, van de Awb. Eisers menen dat zij hierdoor in hun belangen zijn geschaad.
4.2Verweerder erkent dat hij heeft verzuimd om aan te geven dat partijen afzonderlijk zouden worden gehoord. Verweerder heeft bezwaarmakers abusievelijk niet van elkaars bezwaren op de hoogte gesteld. Na het nemen van het besluit op bezwaar heeft verweerder dit alsnog gecorrigeerd door de adviezen en verslagen van de hoorzittingen aan alle bezwaarmakers toe te zenden.
4.3Ingevolge artikel 6:22 van de Awb kan een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, ondanks schending van een geschreven of ongeschreven rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel, door het orgaan dat op het bezwaar of beroep beslist in stand worden gelaten indien aannemelijk is dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld.
4.4De rechtbank stelt vast dat eisers niet in aanwezigheid van andere bezwaarmakers zijn gehoord en dat eisers hiervan niet op de hoogte zijn gesteld. Voorts is niet gebleken van omstandigheden in de zin van artikel 7:6, tweede lid, van de Awb om hiervan af te zien. Dit is in strijd met artikel 7:6 van de Awb. De rechtbank acht echter niet aannemelijk dat belanghebbenden door de schending van deze rechtsregel zijn benadeeld aangezien bij het horen van de overige partijen alleen de ontvankelijkheid aan de orde is gekomen. Eisers zijn na het bestreden besluit in kennis gesteld van de stellingname van de andere partijen. De rechtbank passeert dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Awb.
5.1Eisers stellen dat de vergunning is verleend in strijd met artikel 6.12 van de Waterwet (Wtw) en artikel 2.1 van de Wtw, omdat de watervergunning zal leiden tot wateroverlast. Dit volgt volgens hen ook uit het Landinrichtingsplan Herinrichting Peelvenen onderdeel Deurnsche Peel-Mariapeel “Het onverenigbare verenigd” (verder: het Landinrichtingsplan), waaraan verweerder zich heeft geconformeerd. De percelen van eisers liggen lager dan de percelen waar de wijzigingen in het watersysteem plaatsvinden. Het dempen en verondiepen van de Soeloop Oost-West zal ervoor zorgen dat het gebied met water verzadigd raakt. Dit zorgt volgens eisers voor een toename van kwelwater en een verhoging van de grondwaterstand. Zo komt water tijdelijk op het land te staan. Verder vrezen eisers overstromingen. Eisers verwijzen in het beroepschrift naar kaarten, die behoren bij de GGOR Inrichtingsvisie Deurnsche Peel (verder: de GGOR Inrichtingsvisie) waarop te zien is dat zich op de percelen van eisers een stijging van de grondwaterstand kan voordoen van meer dan 40 cm. Volgens eisers kan verweerder niet volstaan met een verwijzing naar de voorschriften van de watervergunning, maar moet verweerder aantonen dat er geen wateroverlast zal optreden. Ook de verwijzing naar de Memo is onvoldoende. Tot slot wordt onvoldoende aandacht besteed aan de maatregelen die reeds in het verleden zijn vergund, alsmede aan de peilverhogingen in het verleden. Ter onderbouwing hebben eisers verwezen naar een, onderzoek van Artesia dat in hun opdracht is uitgevoerd.
5.2Verweerder stelt in het bestreden besluit dat de vergunning is verleend conform de Beleidsregels keur Waterschap Aa en Maas 2013 (verder: de Beleidsregels). In hoofdstuk 2.14 van de Beleidsregels is als uitgangpunt bepaald dat de waterhuishouding niet negatief mag worden beïnvloed. Als voorschrift is in de vergunning opgenomen dat, ter plaatse van de betreffende maatregel, maatregelen moeten worden getroffen om wateroverlast bij aangrenzende percelen te voorkomen. Voorts is een extra voorschrift opgenomen op grond waarvan aantoonbare schade als gevolg van wijziging in de grondwaterstanden (na monitoring) volledig wordt vergoed. De maatregelen uit de GGOR Inrichtingsvisie zijn niet de maatregelen die nu worden uitgevoerd. Het peil wordt veel minder hoog opgezet en ook over een veel kleinere afstand. Het Landinrichtingsplan is slechts een raamwerk en biedt geen zelfstandige basis om de maatregelen uit te voeren. De uitwerking volgt in deelgebieden (modules), waarvan de module Koningshoeven Natuur Middengebied er een is.
5.3Vergunninghouder heeft aangegeven dat de peilverhoging stapsgewijs wordt uitgevoerd. Er is aangegeven dat daarmee zal worden begonnen na januari 2015
5.4Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, van de Wtw is de toepassing van de wet gericht op de voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met de bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en de vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.
Ingevolge artikel 6.21 van de Wtw wordt een vergunning geweigerd, voor zover verlening daarvan niet verenigbaar is met de doelstellingen in artikel 2.1 of de belangen, bedoeld in artikel 6.11.
5.5.Ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Keur 2013 is het verboden zonder watervergunning van het bestuur gebruik te maken van een oppervlaktewaterlichaam of bijbehorende beschermingszones door daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen.
5.6Ingevolge artikel 3.4, eerste lid, van de Keur 2013 is het verboden zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van regionale waterkeringen die in de legger zijn aangewezen als compartimenteringskeringen en bijbehorende beschermingszone en overige waterkeringen door daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder:
a. voorwerpen in de grond aan te brengen, te wijzigen, te hebben, te onderhouden of uit de grond te verwijderen, te boren of te sonderen;
b. het maaiveld te verhogen of te verlagen;
c. kunstwerken, kabels en leidingen te maken, te hebben, te onderhouden, te wijzigen of te verwijderen die een verbinding maken met een andere zijde van de compartimenteringskering.
5.7Ingevolge artikel 2.11 van de Keur 2013 zijn de eigenaren van stuwen, dan wel andere onderhoudsplichtigen van stuwen, verplicht het door het bestuur bepaalde stuwpeil in te stellen en te houden.
5.8Aan de watervergunning van 13 november 2013 zijn onder meer de volgende voorschriften verbonden:
1.10.De vergunninghouder is verplicht de schade, die hij door het gebruik van de vergunning toebrengt, te vergoeden. Ook moet hij de redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat het waterschap of derden schade lijden door het gebruik van de vergunning.
1.12.De uitvoering van de werkzaamheden mag geen negatieve invloed hebben op het functioneren van het watersysteem en het onderhoud van de waterloop.
5.15De vergunninghouder voert de in de aanvraag genoemde werkzaamheden zodanig uit dat de stuw na uitvoering van de werkzaamheden voldoet aan de volgende maatvoering:
Tabel 1: schotbalkstuw Soeloop Oost-West: (..), streefpeil 29,40 + NAP.