In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 mei 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 6 februari 2012. De officier van justitie had op 13 maart 2014 verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, wat werd behandeld tijdens een openbare zitting op 6 mei 2014. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De terbeschikkinggestelde verblijft in een kliniek en heeft een psychotische stoornis, vermoedelijk schizofrenie, wat heeft geleid tot delictgevaar in de vorm van bedreigingen. Het advies van de kliniek, ondertekend door verschillende deskundigen, wees op een hoog recidivegevaar en de noodzaak van langdurig extern risicomanagement. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, en heeft besloten om de termijn met twee jaar te verlengen. De terbeschikkinggestelde was het niet eens met de diagnose en de verlenging, maar de rechtbank oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om de maatregel te verkorten.