ECLI:NL:RBOBR:2014:2478

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 mei 2014
Publicatiedatum
19 mei 2014
Zaaknummer
01/825568-09
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling na poging tot doodslag met hoog recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 mei 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 27-jarige man, die ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag. De terbeschikkingstelling was eerder al verlengd, en de officier van justitie heeft opnieuw verzocht om een verlenging van twee jaar. Tijdens de openbare zitting op 6 mei 2014 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De deskundigen hebben in hun advies aangegeven dat er een hoog recidiverisico is, mede door eerdere agressieve incidenten in de kliniek waar de man verblijft. De terbeschikkinggestelde heeft de inschatting van het recidiverisico betwist en verklaard dat hij niet verslaafd is en geen psychische problemen heeft. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de veiligheid van anderen in het geding is en dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd. De rechtbank heeft zich daarbij gebaseerd op het advies van de kliniek en de verklaringen van de deskundigen, die hebben aangegeven dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt in de behandeling en dat de terbeschikkinggestelde een gevaar vormt voor de samenleving. De rechtbank heeft de beslissing genomen in overeenstemming met de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veiligheid van anderen voorop staat.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825568-09
Uitspraakdatum: 20 mei 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1987],
verblijvende in [kliniek 1].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 6 april 2010 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 10 mei 2012 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 17 maart 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 mei 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van[kliniek 1], zijnde de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 14 februari 2014, ondertekend door drs. H.J. van der Lugt, hoofd van de inrichting, H. de Boer, psychiater, namens drs. E.A.M. Schouten, psychiater, en drs. Y.M. van den Berg-Lotz, hoofd behandeling;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“4.3 Recidivegevaar.
Binnen de huidige intramurale behandelsetting heeft betrokkene in het afgelopen jaar een ernstig agressief incident veroorzaakt, evenals binnen de voorgaande behandelkliniek. Er is vooralsnog geen sprake van probleeminzicht noch besef. Dit maakt onder andere dat betrokkene overwegend negatief staat tegenover de behandeling en zijn problematiek onvoldoende bewerkt is. Het recidiverisico binnen de huidige intramurale fase kan dan ook als hoog worden ingeschat. Als gekeken wordt naar het recidiverisico op korte termijn, bij een uitbreiding van zijn vrijheden, kan deze eveneens als onverminderd hoog worden ingeschat. Hetzelfde geldt in principe voor het recidivegevaar op de lange termijn, bij een hypothetisch ontslag. Betrokkene beschikt over onvoldoende en inadequate copingvaardigheden. Bij spanningen of problemen is hij geneigd over te gaan tot middelengebruik en agressie. De indruk bestaat dat betrokkene plezier ontleent aan het verspreiden van gruwelijke en agressieve verhalen en het shockeren van anderen met zijn daden. Hierin dient hij geremd te worden. Zonder voldoende controle (beveiliging), structuur en begeleiding, is de inschatting dat hij opnieuw zal overgaan tot delictgedrag.
Verlengingsadvies.
Betrokkene is een thans 27 jarige man die sinds 2013 in onze kliniek verblijft. Eerder heeft betrokkene in [kliniek 2] verbleven waar hij een sociotherapeut met een glasscherf in de buik heeft gestoken. In de huidige kliniek komt de behandeling niet op gang. Betrokkene zet het beeld neer van iemand die geniet van gruwelijkheden of op zijn minst het vertellen daarover. Hij ziet de kliniek als vijand maar wil wel op verlof. Hij is over vrijwel niets open m.b.t. zijn handel en wandel maar vertelt graag over wat hij van plan was mensen aan te doen of nog aan zal doen. Hij lijkt niet geïnteresseerd in behandeling en vindt allerlei vormen van agressie (waaronder het steekincident in [kliniek 2] of het incident half januari in de huidige kliniek jegens een medepatiënt) normaal en gerechtvaardigd. De slachtoffers verdienen het, zo is zijn verhaal. Er is nauwelijks contact met betrokkene te krijgen. Voorlopig moet de kliniek bezig zijn met het zorgen voor veiligheid voor medepatiënten en personeel en zoektocht naar de achterliggende dynamiek van betrokkenes gedrag. Dit wordt bemoeilijkt omdat betrokkene nog steeds geen toestemming geeft om contact met de ouders te hebben over betrokkenes ontwikkelingsgeschiedenis. (…)
Wij adviseren de maatregel van ter beschikking stelling te verlengen met 2 jaar.”
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ben het absoluut niet eens met het advies van de kliniek. Het recidiverisico is volgens hen hoog op zowel de korte als lange termijn. Ik ben het niet eens met die inschatting. Bij het incident in [kliniek 2] voelde ik mij in het nauw gedreven. Ik wilde een signaal afgeven om mij met rust te laten. Ik zat op een afdeling waar ik eigenlijk niet hoorde en bij mensen bij wie heel andere problematiek speelde. Het incident in de huidige kliniek was een ander verhaal. Ik kon mij niet inhouden toen ik van iemand te horen kreeg dat hij pedoseksueel was en wat hij met kinderen had gedaan. De incidenten zijn niet met elkaar te vergelijken. Ik wil het niet goedpraten.
Ik was te open geweest over dingen die mij vroeger bezig hielden. Het klopt niet dat ik geniet van het vertellen van gruwelijkheden.
Ik ben niet verslaafd aan verdovende middelen. Ik kan er voor kiezen om het wel of niet te doen. Ik heb geen psychische problemen en geen behandeling nodig. De TBS heeft lang genoeg geduurd.
De deskundige Y.M. van den Berg-Lotz,optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is moeilijk om de diagnostiek rond te krijgen. We proberen het verhaal van zijn ouders te krijgen voor zijn ontwikkelingshistorie. De twee incidenten werken niet mee, maar er is wel perspectief; hij moet dan wel meewerken. Dat hebben we ook uitgelegd. Het is onduidelijk welk deel onvermogen en welk deel onwil is door alle wisselende verhalen die hij vertelt. De behandeling zit nog steeds vast op hetzelfde punt.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het OM is voornemens de terbeschikkinggestelde te vervolgen voor de twee incidenten. De zaak zal worden behandeld bij de rechtbank in Utrecht.
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is gemakkelijk om de schuld bij cliënt neer te leggen. Er is sprake van recidivegevaar, maar de behandeling in de TBS-kliniek is tot nu toe minimaal geweest. De diagnose waarvoor cliënt behandeld dient te worden is nog steeds niet duidelijk. Er wordt aangenomen dat sprake is van schizofrenie maar zeker is dat niet. Cliënt heeft op drie of vier verschillende afdelingen gezeten. Dat is niet bevorderlijk voor de behandeling. Ik verzoek de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar om te kijken hoe de behandeling dan is verlopen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige. Er is sprake van een hoog recidiverisico in de huidige, beveiligde setting, hetgeen bevestiging vindt in de twee incidenten die zich in de afgelopen periode hebben voorgedaan. Het risico op herhaling bij ontslag op dit moment, waarbij verdachte feitelijk onbehandeld is, moet gezien het advies van de kliniek eveneens hoog worden ingeschat.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank acht op grond van de inhoud van het advies en de ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige geen termen aanwezig om de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling verlengen met twee jaar.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W. Schoorlemmer, voorzitter,
mr. M.Th. van Vliet en mr. M. Senden, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E. De Dooij, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 mei 2014.