vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer: 01/853007-12
Datum uitspraak: 13 mei 2014
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1994],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het achter gesloten deuren gehouden onderzoek ter terechtzitting van 29 april 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 16 april 2012.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 29 april 2014 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 februari 2012 te Maren-Kessel, gemeente Oss, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing in of nabij een geldautomaat teweeg heeft
gebracht door gas(sen) in of nabij een geldautomaat te brengen en/of
(vervolgens) tot ontsteking en/of ontbranding te brengen, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw waar die geldautomaat in
aanwezig was en/of aangrenzende gebouwen en/of (een) nabij die geldautomaat
geparkeerde auto('s), in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
(artikelen 47 en 157 Wetboek van strafrecht)
hij op of omstreeks 15 februari 2012 te Maren-Kessel, gemeente Oss, althans in
Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een
pin/geld-automaat (gelegen aan de [plaats]) heeft weggenomen een of
meerdere geldcasettes en/of een witte map (logboek), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [bank 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming,
te weten door het openbreken van voornoemde pin/geld-automaat (door middel van
het veroorzaken van een explosie/ontploffing);
(artikelen 47 en 311 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 februari 2012 te Lith, gemeente Oss, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, althans een ander, althans alleen,
een of meerdere geldcasettes en/of een witte map (logboek), in elk geval
enig goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl
hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van voornoemde goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(artikelen 47, 416 en 417bis Wetboek van Strafrecht)
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2012 tot en met 15 februari
2012 te s'-Hertogenbosch, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
(personen)auto (Seat Leon) en/of een kentekenplaat, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s);
(artikelen 47 en 311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 februari 2012 te Lith, gemeente Oss en/of te
Maren-Kessel, gemeente Oss, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een (personen)auto (Seat Leon) en/of een kentekenplaat heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn
mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van
voornoemde (personen)auto en/of kentekenplaat wist(en), althans redelijkerwijs
had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof;
(artikel 47, 416 en 417bis Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 15 februari 2012 en/of 16 februari 2012 te Maren-Kessel,
gemeente Oss en/of te Lith, gemeente Oss en/of 's-Hertogenbosch, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een Volkswagen Golf heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die Volkswagen Golf wist(en), dan wel
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
(artikelen 47, 416 en 417bis Wetboek van Strafrecht)
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Het standpunt en de eis van de officier van justitie.
De officier van justitie acht het onder feit 1 primair ten laste gelegde alsmede het onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde (heling van Seat Leon) wettig en overtuigend bewezen.
Het onder feit 2 primair ten laste gelegd, de onder 2 subsidiair ten laste gelegde heling van de kentekenplaat en het onder 3 ten laste gelegde vindt de officier van justitie niet bewezen. De officier van justitie eist vrijspraak van deze feiten.
De officier van justitie eist voorts:
Ten aanzien van feit 1 primair, feit 2 subsidiair:
- een jeugddetentie van 180 dagen met aftrek voorarrest, waarvan 137 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en toezicht van de reclassering;
- een werkstraf van 200 uren subsidiair 4 maanden jeugddetentie;
- hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag
van € 22.891,13 en hoofdelijke oplegging van de maatregel tot schadevergoeding.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouw van verdachte heeft vrijspraak bepleit van de drie ten laste gelegde feiten.
Het oordeel van de rechtbank.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de bewuste avond in een café in ’s-Hertogenbosch is geweest. Hij was daar onder meer met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Tussen 24.00 uur en 01.00 uur zijn zij daar opgehaald door [medeverdachte 3]. Het was de bedoeling naar een afterparty te gaan, maar dat ging niet door. Ze zijn vervolgens naar het chalet in Maren-Kessel gereden om daar te overnachten. In het chalet heeft verdachte nog even geblowd en daarna is hij daar in slaap gevallen. Hij werd pas weer wakker toen de politie het chalet binnenviel.
Verdachte ontkent de hem ten laste gelegde feiten.
Verdachte is in de vroege ochtend van 15 februari 2012 samen met de medeverdachten aangetroffen in het chalet in Maren-Kessel. Het chalet was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 3]. In het chalet werden goederen aangetroffen die in directe relatie stonden met de plofkraak eerder die nacht bij de [bank 1] te Maren-Kessel. Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat verdachte samen met twee andere medeverdachten omstreeks 03:00-03:30 uur vanuit het chalet is vertrokken en rond 04:00 uur is teruggekomen en dat zij een tas met zich meedroegen, waarin later de geldcassettes zijn aangetroffen. [medeverdachte 3] verklaart dat hijzelf is achtergebleven in het chalet en niets met de plofkraak en de diefstal van doen heeft.
Ondanks het feit dat verdachte op 15 februari 2011 is aangetroffen in het chalet samen met de medeverdachten en dat [medeverdachte 3] belastend heeft verklaard over het aandeel van verdachte bij de plofkraak, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het teweegbrengen van een ontploffing en van de diefstal in de [bank 1] te Maren-Kessel. De rechtbank is namelijk van oordeel dat de belastende verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 3] niet geloofwaardig zijn en daarom niet kunnen meewerken tot het bewijs dat verdachte betrokken was bij de plofkraak. [medeverdachte 3] heeft wisselende verklaringen afgelegd over het verloop van de avond en de nacht van 14 op 15 februari 2012. Kijkende naar de verklaringen van [medeverdachte 3] ontstaat het beeld dat hij, op het moment dat hij met voor hem belastend materiaal wordt geconfronteerd, zijn verklaring daarop aanpast. Niet valt uit te sluiten dat medeverdachte [medeverdachte 3] tracht de schuld af te wentelen. Ook zijn er geen objectieve bewijsmiddelen die de verklaringen van [medeverdachte 3] ondersteunen voor wat betreft de rol van verdachte bij de plofkraak. Er zijn geen sporen die erop duiden dat verdachte bij de pinautomaat in Maren-Kessel is geweest en ook de camerabeelden leveren geen aanvullend bewijs op. Dit betekent dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair tenlastegelegde feit.
Ook kan niet worden bewezen dat verdachte de in het chalet aangetroffen goederen heeft geheeld, nu er geen bewijs voorhanden is dat verdachte wist of had moeten weten dat de goederen van een misdrijf afkomstig waren. Ook van feit 1 subsidiair zal verdachte daarom worden vrijgesproken.
De rechtbank zal in het verlengde van hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen verdachte vrijspreken van de diefstal/heling van de Seat Leon en de kentekenplaat (feit 2) en van de heling van de Volkswagen Golf (feit 3) bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Er is geen enkele aanwijzing dat verdachte de Seat Leon heeft gestolen. Daarnaast kan niet worden vastgesteld dat verdachte in de Seat Leon of de Volkswagen Golf heeft gezeten en dat hij had moeten weten of had kunnen vermoeden dat deze voertuigen van een misdrijf afkomstig waren.
Vordering van de benadeelde partij.
Nu verdachte van het hem onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard.
De benadeelde partij zal worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.