ECLI:NL:RBOBR:2014:240

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 januari 2014
Publicatiedatum
21 januari 2014
Zaaknummer
01/825458-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met een schizoaffectieve stoornis en recidivegevaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 januari 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man, geboren in 1965, die ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag. De terbeschikkingstelling was eerder al verlengd en de officier van justitie heeft opnieuw verzocht om verlenging voor een jaar. Tijdens de openbare zitting op 8 januari 2014 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, een deskundige en de officier van justitie gehoord. De rechtbank heeft de relevante documenten en adviezen, waaronder een rapport van de psychiater E.P.M.T. Brouns, in overweging genomen. Dit rapport gaf aan dat de terbeschikkinggestelde begeleiding en medicatie nodig heeft om stabiel te blijven functioneren. De deskundige heeft ook gewezen op het recidivegevaar, vooral in combinatie met psychotische episodes en cannabisgebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en dat de terbeschikkinggestelde nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen toegewezen, met de opmerking dat de terbeschikkinggestelde recentelijk is overgeplaatst naar een resocialisatieafdeling en dat verdere stappen in zijn resocialisatieproces in de komende periode zullen worden ondernomen. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om het onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging te schorsen afgewezen, omdat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor een dergelijk onderzoek op dit moment.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825458-05
Uitspraakdatum: 22 januari 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling.

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op [1965],
adres[adres],
verblijvende bij [kliniek]

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 18 december 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 31 januari 2013 met een jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 28 november 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 januari 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van[kliniek], opgemaakt en ondertekend door E.P.M.T. Brouns, psychiater, alsmede plv. hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 30 oktober 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:

“4.3 Recidivegevaar.

Prognose met betrekking tot de duur van het benodigde risicomanagement.
Betrokkene zal gedurende langere tijd begeleiding, controle en ondersteuning nodig hebben.
Het is van belang dat betrokkene stabiel blijft functioneren hetgeen vooral bereikt wordt
door externe structuur en medicatie. De bedoeling is om via de resocialisatie-afdeling van de
kliniek toe te werken naar een vervolgvoorziening waar voldoende structuur, ondersteuning en toezicht aanwezig is. Betrokkene wordt aangemeld voor het (interne) transmuraal expertiseteam die
(dat, rb)gaat bekijken wat een geschikte voorziening voor betrokkene kan zijn. Uiteraard zullen hier de ervaringen vanuit de resocialisatie-afdeling in meegenomen worden.

Recidivegevaar ten aanzien van het TBS-indexdelict.

Recidivegevaar zal vooral optreden indien betrokkene opnieuw psychotisch wordt, al dan
niet in combinatie met cannabisgebruik. Bij het wegvallen van het noodzakelijke begeleidingskader is dit risico reëel.

(…)

Verlengingsadvies.

Samenvattende beschrijving met betrekking tot het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose.
Ten opzichte van het vorige advies kan gesteld worden dat er in concluderende zin weinig veranderd is. Betrokkene is een 48-jarige man van Marokkaanse afkomst. Op basis van klinische observaties in het verleden zijn er aanwijzingen voor stemmingswisselingen. Hypomane fasen met prikkelbare stemming, overactiviteit, spreekdrang, versneld denken en verhoogde afleidbaarheid zijn meerdere malen geobserveerd.
Uitgesproken depressieve fasen zijn er niet, wel periodes met neerslachtigheid en moedeloosheid. De diagnose schizofrenie werd daarom gewijzigd in schizoaffectieve stoornis, bipolaire type. Vanuit zijn paranoïdie kan betrokkene zich ook angstig voelen, hetgeen gepaard gaat met de gedachte zich te moeten verdedigen. In elk geval bij het indexdelict heeft dit geleid tot agressief handelen. Betrokkene is bekend met een langdurige, vroeg ontstane en ernstige cannabisafhankelijkheid. Door cannabisgebruik wordt bij betrokkene de drempel om psychotisch te worden verlaagd.
Gezien het feit dat betrokkene al langere tijd stabiel functioneert, is er meer zicht ontstaan op de persoonlijkheidsproblematiek. De algemene opstelling van betrokkene is uitgesproken afhankelijk en claimend, betrokkene voelt zich snel benadeeld en miskend. Nader onderzoek heeft dan ook geleid tot de diagnose persoonlijkheidsstoornis NAO met afhankelijke trekken. Er is bij betrokkene sprake van een langdurig bestaand patroon van afhankelijke trekken, die zijn cognities, affect, gedrag en impulscontrole beïnvloeden op zodanige wijze dat betrokkene daarvan in het verleden hinder ondervond en dat het hem in de toekomst kwetsbaar maakt voor beïnvloeding door anderen. Naar aanleiding van psychologisch onderzoek is vastgesteld dat betrokkene cognitief op zwakbegaafd niveau functioneert. Mede daardoor kan betrokkene moeilijk de consequenties van zijn handelen inschatten. Tenslotte moet een beperkt ziekte-inzicht worden genoemd. Hoewel betrokkene zich naar vermogen inzet voor de behandeling, acht hij de kans op recidief vrijwel nihil en vindt hij dat hij al genoeg is gestraft.
Het afgelopen jaar heeft vooral in het teken gestaan van het verder uitbreiden van de verloven, eerst in het kader van begeleid verlof en sinds juni 2013 is betrokkene gestart met onbegeleid verlof. (…) De opbouw van het onbegeleid verlof heeft betrokkene goed doorlopen.
Mede op basis van de beperkte intellectuele capaciteiten en het tot nu toe (zeer) beperkte ziekte-inzicht valt niet te verwachten dat bij deze ernstige psychiatrische stoornis een TBS-behandeling nog veel effect zal hebben ten aanzien van veranderingen in (risicovol) gedrag. Het belangrijkste is dat betrokkene gestabiliseerd blijft via externe en structuur en medicatie, en waar mogelijk nog activiteiten ontwikkelt die bijdragen aan een zinvolle dagbesteding en kwaliteit van leven. Middels onbegeleid verlof werkt betrokkene toe naar de resocialisatie-afdeling om van daaruit naar een geschikte vervolgvoorziening te gaan. Op dit moment wordt ingeschat dat een begeleide beschermde woonvorm met 24-uursbegeleiding het hoogst haalbare is. Het komende jaar zal gebruikt worden om zo’n plek te vinden en middels transmuraal verlof betrokkene aldaar te plaatsen.

Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis.

Gezien de ernst en het chronische karakter van zijn ziektebeeld is de verwachting dat betrokkene waarschijnlijk levenslange begeleiding nodig zal hebben. Hij heeft beperkte mogelijkheden om zelfstandig destabiliserende of voor hem stress verhogende factoren in de maatschappij het hoofd te bieden.
Middels plaatsing op een resocialisatie-afdeling, welke naar verwachting op korte termijn plaats zal vinden, kan er aan de hand van de ervaringen bekeken worden hoe betrokkene omgaat met een grotere zelfstandigheid. Tegelijkertijd kan de behandeling zich blijven richten op het inslijpen van vaardigheden om adequater om te gaan met stresserende zaken. Er kan dan ook een concreter beeld gevormd worden van de mate van begeleiding en controle die betrokkene nodig heeft waarbij er momenteel gedacht wordt aan een RIBW met 24-uursbegeleiding of een soortgelijke instelling.

Advies verlenging TBS-maatregel.

Gelet op het bovenstaande adviseren wij u de maatregel van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging voor betrokkene te verlengen met de duur van een jaar.”
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik heb geaccepteerd dat ik mijn leven lang medicijnen moet blijven gebruiken. Van het depot dat momenteel aan mij wordt verstrekt, krijg ik minder bijwerkingen dan voorheen. Inmiddels heb ik onbegeleid verlof, dat wordt geleidelijk uitgebreid. Tevens werk ik twee dagen per week buiten de kliniek. Ik voel mij veel beter dan voorheen, ik ben ook niet meer zo angstig. Eigenlijk vind ik dat ik genoeg ben gestraft.
De deskundige D.K.G. Goderis, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene is onlangs overgeplaatst naar een resocialisatieafdeling. Daar krijgt hij steeds meer vrijheden. Momenteel heeft betrokkene een dagbesteding van twee dagdelen per week, dit willen wij in de loop van het jaar uitbreiden. Het volgende doel is om betrokkene in een RIBW te plaatsen via transmuraal verlof. De casus van betrokkene wordt in februari 2014 besproken door het Transmuraal Expertise Team. In[plaats ] is een aantal RIBW’s welke ook zijn gericht op zwakbegaafde personen. De inrichting is van oordeel dat voorwaardelijke beëindiging van de maatregel vooralsnog niet aan de orde is en prefereert een geleidelijke transitie. Zolang de TBS-maatregel niet voorwaardelijk is beëindigd, hebben eventuele misstappen door betrokkene minder consequenties voor hem. Wellicht is een voorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel volgend jaar wel in beeld. Het is niet mogelijk aan te geven wanneer betrokkene op een RIBW kan worden geplaatst, gezien de wachtlijsten. Iedereen is het over het einddoel eens, alleen over de weg ernaar toe en de duur daarvan verschilt men van mening.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De officier van justitie voert aan dat uit het rapport, de toelichting ter zitting door mw. Goderis en uit de verklaring van betrokkene blijkt dat het goed gaat met betrokkene. Voorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel is vooralsnog niet aan de orde, maar gezien alle positieve geluiden kan daar voortvarend naartoe worden gewerkt. De officier van justitie persisteert bij haar vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene zal altijd begeleiding en medicamenteuze behandeling nodig hebben. Het einddoel is plaatsing in een beschermde woonvorm. Op dit moment is betrokkene uitbehandeld, maar het gaat goed met hem. Betrokkene krijgt steeds meer vrijheden. De onzekerheid van betrokkene over het einde van de maatregel is een factor die zijn functioneren belemmert. Met andere woorden: de duur van de TBS met dwangverpleging dreigt contraproductief te worden.
Indien betrokkene kan terugvallen op een professioneel begeleidingskader waardoor hij zijn medicatie inneemt, een dagbesteding heeft, geen drugs gebruikt en gesprekken houdt met sociotherapeuten of psychologen, kan daarmee de veiligheid voor anderen of de algemene veiligheid voor personen of goederen zodanig worden teruggebracht dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aanvaardbaar en verantwoordelijk is te noemen. Betrokkene is klaar voor een volgende stap in het resocialisatieproces: een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De verdediging verzoekt de rechtbank derhalve primair om de TBS-maatregel voorwaardelijk te beëindigen. Subsidiair verzoekt de verdediging het onderzoek naar de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging voor de duur van drie maanden te schorsen in afwachting van nadere rapportages van de Pompekliniek en/of reclassering en/of andere instanties die hulp en steun kunnen bieden bij een voorwaardelijke beëindiging.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige. Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en dat verlenging met een termijn van een jaar geïndiceerd is.
De rechtbank begrijpt dat betrokkenes voorkeur uitgaat naar voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Betrokkene is echter pas recent op een resocialisatie-afdeling geplaatst. In de loop van het komende jaar zal worden getracht om betrokkene in een RIBW te plaatsen. De rechtbank is van oordeel dat stabilisatie zeker nog het komende jaar zal duren. Een voorwaardelijke beëindiging is op dit moment derhalve niet aan de orde.
Gelet op vorenstaande, alsmede voornoemd advies van de inrichting en de door de getuige-deskundige gegeven toelichting ter terechtzitting, is de rechtbank van oordeel dat er op dit moment nog onvoldoende aanknopingspunten zijn om thans een onderzoek naar voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te gelasten. Om die reden zal de rechtbank het verzoek van de raadsman om het onderzoek te schorsen voor de duur van drie maanden, afwijzen.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengtde termijn gedurende welke
[terbeschikkinggestelde]ter beschikking is gesteld met
eenjaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. E.C.P.M. Valckx en mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, leden,
in tegenwoordigheid van J. Kapteijns, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 januari 2014.