Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
Procesverloop.
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Feiten 3 en 4
Standpunten met betrekking tot de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- de oncontroleerbaarheid van de wijze van totstandkoming van de verdenking van verdachte;
- de vertraging en het daarmee samenhangende verdwijnen van onderzoeksmogelijkheden door de handelwijze van de nationale recherche;
- de verklaring van [getuige 1] bij de rechter-commissaris waaruit de schrik en de verbazing van verdachte volgt op het moment dat geschoten werd;
- de wijze van totstandkoming van de verklaring waarin [medeverdachte 7] verdachte heeft aangewezen als de persoon die hij aan de telefoon had toen hem werd gevraagd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] naar buiten te sturen en het feit dat hij deze verklaring bij de rechter-commissaris niet herhaald heeft.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
feiten 1 en 2 primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiairniet wettig en overtuigend bewezen en
spreektverdachte daarvan
vrij.
feiten 3 en 4ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
9 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27