ECLI:NL:RBOBR:2014:2173

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 april 2014
Publicatiedatum
24 april 2014
Zaaknummer
01/045056-00
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde in verband met zedendelicten met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 april 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in het verleden is veroordeeld voor zedendelicten met minderjarigen. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1961, verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum en heeft recent de overstap gemaakt naar een zelfstandige woning in het kader van transmuraal verlof. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een vordering van de officier van justitie, die op 3 maart 2014 is ingediend, tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Tijdens de openbare zitting op 11 april 2014 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de adviezen van verschillende deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, die de voortgang van de terbeschikkinggestelde hebben beoordeeld. De deskundigen hebben aangegeven dat er vooruitgang is geboekt, maar dat er nog steeds aandachtspunten zijn, zoals de copingvaardigheden en seksuele problematiek van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, zoals vastgelegd in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, in overeenstemming met de adviezen van de deskundigen en de officier van justitie. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. P.A. Buijs, en is uitgesproken in de openbare zitting.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/045056-00
Uitspraakdatum: 25 april 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1961],
verblijvende in de kliniek van forensisch psychiatrisch centrum [kliniek 1],
daadwerkelijk verblijvende, in het kader van transmuraal verlof, in een zelfstandige woning op het adres [adres] te [woonplaats].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 27 juni 2001 is betrokkene voornoemd ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 3 juni 2013, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie, gedateerd en ingekomen op 3 maart 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 april 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige mw. drs. Y. Noorlander, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van drs. M.A. Polak, hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, prof. dr. W.J. Schudel, psychiater, mw. drs. Y. Noorlander, hoofd behandeling en bedrijfsvoering en GZ-psycholoog, en mw. drs. B. Koudstaal, manager behandeling en bedrijfsvoering extramuraal en klinisch psycholoog;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van het 1e kwartaal 2013 tot en met het 4e kwartaal 2013;
- de beslissing van deze rechtbank van 3 juni 2013, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene;
  • het rapport van klinisch psycholoog B. van Giessen, gedateerd op 17 januari 2014;
  • het rapport van forensisch psychiater drs. H.A. Gerritsen, gedateerd op 30 januari 2014;
Laatstgenoemde rapporten betreffen een verlengingsadvies in het kader van de
6-jaarsrapportage als bedoeld in artikel 509o, lid 4 van het Wetboek van
Strafvordering.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van: “met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd”, “met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd” en “met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd”, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik kan me wel vinden in de geleidelijke weg naar resocialisatie en in een verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. Ik constateer vooruitgang en de begeleiding gaat prima. Ik ben het wel eens met de kliniek en de deskundigen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
[kliniek 1] adviseert de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
[terbeschikkinggestelde] heeft recent de overgang naar een zelfstandige woning gemaakt. Bij deze grote stap in zijn traject blijven de aanwezige beperkingen in copingvaardigheden en seksuele problematiek belangrijke punten van aandacht. Het kader van een voorwaardelijke beëindiging is onvoldoende intensief om spanningen tijdig te signaleren en om in intensiteit van zorg te kunnen schakelen, indien dit aangewezen is. Het risicomanagement van [terbeschikkinggestelde] is derhalve nog afhankelijk van extern toezicht en ondersteuning.
De deskundige mw. drs. Y. Noorlander, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De in het rapport van “[kliniek 1]” van 4 februari 2014 bedoelde behandeling gaat deze maand aanvangen. Er is sprake van een positieve lijn in de voortgang van de behandeling. Er zal spoedig proefverlof worden aangevraagd. De behandeling is nu gericht op een voorwaardelijk einde van de verpleging. Bij de huidige voortgang zal dat volgend jaar aan de orde zijn.
De bevindingen van “[kliniek 1]” worden (grotendeels) onderschreven door voornoemde rapportages van klinisch psycholoog B. van Giessen, gedateerd 17 januari 2014 en forensisch psychiater drs. H.A. Gerritsen, gedateerd 30 januari 2014.
De risicoprognose van de kliniek en de externe deskundigen komt overeen, evenals de overwegingen omtrent het risicomanagement. De forensisch psychiater schat het recidiverisico iets gunstiger in dan de kliniek. Onder de huidige gestructureerde omstandigheden wordt de kans op een nieuw zedendelict door deze deskundige als laag ingeschat.
Beiden adviseren de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar en de verpleging te continueren.
De officier van justitie persisteert bij de vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik refereer me aan de gevorderde verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar omdat het traject naar proefverlof zoals voorgesteld door de kliniek wordt onderschreven door mijn cliënt. Hij is goed begeleid bij de overgang naar zelfstandig wonen.
Wel moet in de nabije toekomst de maatregel beëindigd worden.
De rechtbank verenigt zich met het advies van “[kliniek 1]”, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige mw. drs. Y. Noorlander, alsmede met voornoemde adviezen van de externe deskundigen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. P.A. Buijs, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-De Kort en mr. F. Schneider, leden,
in tegenwoordigheid van J.F.A. Verhagen, griffier
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 april 2014.
Mr. F. Schneider is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.