ECLI:NL:RBOBR:2014:2160
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot zware mishandeling tijdens voetbalwedstrijd
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 24 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die tijdens een voetbalwedstrijd een op de grond liggende tegenstander op het hoofd heeft gestampt. De verdachte is beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 30 maart 2013 in Langenboom, gemeente Mill en Sint Hubert, met opzet de tegenstander, aangeduid als [slachtoffer], heeft gestampt met een voetbalschoen terwijl deze op de grond lag. De rechtbank heeft de poging tot doodslag niet bewezen geacht, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte de intentie had om de tegenstander van het leven te beroven. De rechtbank heeft wel bewezen geacht dat de verdachte heeft geprobeerd zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan de [slachtoffer]. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar en een onvoorwaardelijke taakstraf van 160 uur. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de impact op de gemeenschap en het strafblad van de verdachte, maar ook met het feit dat de verdachte inmiddels door de KNVB voor het leven is geschorst en zijn excuses heeft aangeboden. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie, die een zwaardere straf had gevorderd, afgewezen en een lichtere straf opgelegd.