Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 01/845239-13
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van een woningoverval. De overval vond plaats op 23 juni 2013 in Helmond, waarbij het slachtoffer, een 59-jarige man met cognitieve en lichamelijke beperkingen, werd bedreigd en beroofd van een laptop en een portemonnee met geld. De verdachte, die al eerder voor geweldsdelicten was veroordeeld, pleegde het feit tijdens een proeftijd van een eerdere veroordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie heeft op basis van getuigenverklaringen, sporenonderzoek en DNA-analyses wettig en overtuigend bewijs geleverd dat de verdachte één van de daders was. De verdediging voerde aan dat de verdachte onschuldig was en dat zijn DNA op de trui van het slachtoffer was gekomen tijdens een eerdere ontmoeting. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig was en dat er voldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij de overval. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, rekening houdend met de ernst van het delict en de kwetsbaarheid van het slachtoffer. Daarnaast werd een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling toegewezen, wat resulteerde in een extra gevangenisstraf van twee weken.