ECLI:NL:RBOBR:2014:203

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 januari 2014
Publicatiedatum
20 januari 2014
Zaaknummer
01/035059-99
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een vrouw met ernstige borderline pathologie

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 januari 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een vrouw, die in 1999 ter beschikking was gesteld wegens poging tot moord. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 4 oktober 2011 en de officier van justitie heeft op 12 augustus 2013 opnieuw verzocht om verlenging voor de duur van twee jaar. De zaak werd behandeld tijdens een openbare zitting op 7 januari 2014, waar de officier van justitie, deskundige Visser, de ter beschikking gestelde en haar raadsman aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter bescherming van de veiligheid van anderen, gezien de ernstige borderline pathologie van de betrokkene. Het advies van de kliniek, waar de betrokkene sinds 14 juli 2008 verblijft, gaf aan dat er geen behandeling gericht op resocialisatie plaatsvond en dat de betrokkene een gevaar voor zichzelf en anderen vormde. De deskundige Visser bevestigde dat de delictgevaarlijkheid onverminderd hoog was en dat er geen verbetering in de situatie van de betrokkene te verwachten viel.

De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman, die vroeg om een kortere verlenging en een onderzoek naar mogelijke uitstroom naar een BOPZ-afdeling, afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste, gezien de aanhoudende delictgevaarlijkheid. De rechtbank heeft daarom besloten de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, zoals verzocht door de officier van justitie.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/035059-99
Uitspraakdatum: 21 januari 2014.

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1976],
verblijvende[kliniek 1] te [plaats].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 2 september 1999 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 4 oktober 2011 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 12 augustus 2013 strekt tot verlenging van de termijn van ter beschikking stelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 januari 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige Visser en de ter beschikking gestelde en haar raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van[kliniek 1] d.d. 12 juli 2013;
  • de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van[kliniek 1] is onder meer het navolgende gesteld:
Sedert 14 juli 2008 verblijft betrokkene in het kader van haar longstay-plaatsing in[kliniek 1]. Op de longstay-afdeling is er geen sprake van een behandeling gericht op het verminderen van het recidivegevaar en het toewerken naar een resocialisatie. De begeleiding op die afdeling is er op gericht om de pathologie te stabiliseren en om de kwaliteit van leven te verhogen. Betrokkene is een vrouw met ernstige borderline pathologie die behandelresistent is gebleken. De behandelresultaten zijn zeer beperkt en van een medicamenteuze behandeling wordt eveneens niets meer verwacht. Wezenlijke veranderingen in functioneren vinden niet plaats en van stabiel functioneren over langere periode is geen sprake. Betrokkene is een gevaar voor zichzelf maar ook voor anderen. Bij oplopende spanningen is betrokkene geneigd te vervallen in destructief gedrag, met name automutilaties en suïcidepogingen. Betrokkene heeft daarnaast een grote aandachtbehoefte wat leidt tot seksueel ontremd gedrag en agressief, grensoverschrijdend gedrag naar iedereen in haar omgeving. Betrokkene heeft een gebrekkige impulscontrole en haar stemmingsbeeld is erg wisselend. Veranderingen in haar gemoedstoestand kunnen plotseling optreden en laten zich moeilijk voorspellen. Betrokkene laat zich moeilijk begeleiden en begrenzen. Gezien bovenstaande en gegeven dat de delictgevaarlijkheid van betrokkene immer wordt geschat op onverminderd en onveranderd hoog, adviseren wij u de terbeschikkingstelling met twee jaar te doen verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik hoop dat ik binnenkort kan worden overgeplaatst naar een groep waarin ik meer zelfstandig kan functioneren. Ook hoop ik dat de ter beschikking stelling wordt beëindigd.
De deskundige Th. Visser, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies.
Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Soms functioneert betrokkene goed in de groep waarin ze verblijft maar op andere momenten escaleert de zaak weer. Een tijdje geleden heeft betrokkene nog met een vork tegenover een medebewoonster gestaan. De delictgevaarlijkheid is onverminderd hoog. Ik denk niet dat dit over een jaar anders zal zijn. We zijn bezig om te kijken of we de medicatie goed kunnen afstellen. Er staat een risico taxatie gepland om te kijken of begeleid verlof op termijn mogelijk is. Dit lijkt me het hoogst haalbare voor betrokkene. Omdat nog niet bekend is of de longstay afdeling in [kliniek 1] mag blijven bestaan, weten we niet of betrokkene in [kliniek 1] kan blijven. De landelijke adviescommissie plaatsing (LAP-commissie) heeft onlangs met betrokkene gesproken. De longstay status is bevestigd. [kliniek 1] heeft een eigen BOPZ-afdeling. Deze afdeling is bestemd voor crisis-opnamen. Betrokkene is niet geschikt voor die afdeling. Zij heeft behoefte aan een stabiele situatie en de BOPZ-afdeling biedt dit niet.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Gelet op het advies en de daarop ter zitting gegeven toelichting vorder ik de verlenging van de termijn met twee jaar. Het is verontrustend dat de delictgevaarlijkheid onverminderd aanwezig is.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Cliënte wordt een beetje moedeloos. Zij heeft geen toekomstperspectief. Zij verblijft op de longstay-afdeling en ziet geen uitweg. Daarom doet ze soms domme dingen. In de groep waarin cliënte momenteel is geplaatst verblijven veel medebewoners met allerlei ernstige stoornissen. Cliënte voelt zich de beste van haar groep. Ze wil graag intern overgeplaatst worden naar een andere groep. Mogelijk kan ze terug naar een behandelafdeling of kan ze naar de BOPZ-afdeling. Ik verzoek de rechtbank om de termijn van ter beschikking stelling met één jaar te verlengen en om de kliniek in overweging te geven om serieus te onderzoeken of een uitstroom naar de BOPZ-afdeling op termijn mogelijk is.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Nu de deskundige ter terechtzitting desgevraagd heeft aangegeven dat betrokkene niet geschikt is voor plaatsing op de BOPZ afdeling wijst de rechtbank het verzoek van de raadsman om een onderzoek te gelasten of een uitstroom naar de BOPZ afdeling mogelijk is af.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Mede omdat de delictgevaarlijkheid onverminderd hoog is en niet wordt verwacht dat dit over een jaar anders zal zijn, zal de rechtbank de termijn van ter beschikking stelling verlengen met twee jaar.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.J. Bokhorst, voorzitter,
mr. N.M. Spelt en mr. M.Th. van Vliet, leden,
in tegenwoordigheid van G.G. Dirks, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 januari 2014.