ECLI:NL:RBOBR:2014:1956

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2014
Publicatiedatum
17 april 2014
Zaaknummer
01/849400-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. drs. W.A.F. Damen
  • mr. J.H.L.M. Snijders
  • mr. H.H.E. Boomgaart
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde na voorwaardelijke beëindiging van dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 april 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een ter beschikking gestelde, die in 2008 ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag en bedreiging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS met één jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De ter beschikking gestelde had eerder een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gekregen, maar de officier van justitie stelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de TBS eiste. De rechtbank heeft verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychiater I.M. Brugman en klinisch psycholoog dr. Th.A.M. Deenen, die beiden de kans op recidive als klein inschatten, maar ook wijzen op de noodzaak van verdere observatie en begeleiding. De rechtbank heeft de ter beschikking gestelde gehoord, die aangaf goed te functioneren in zijn nieuwe zelfstandige woonomgeving en actief bezig te zijn met studie en werk. De rechtbank heeft besloten de TBS met één jaar te verlengen, de voorwaarden te handhaven, maar voorwaarde 11, die betrekking had op de controle middels een GPS, te laten vervallen. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de TBS eiste, en dat de ter beschikking gestelde zich bereid had verklaard om de gewijzigde voorwaarden na te leven.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/849400-06
Uitspraakdatum: 4 april 2014
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en wijziging voorwaarden terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1984],
verblijvende te: [adres], [woonplaats].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 februari 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 22 maart 2013 met één jaar verlengd. Bij beslissing van deze rechtbank d.d. 25 september 2013 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 17 februari 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 april 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van de Reclassering Nederland d.d. 24 januari 2014, ondertekend door M.M.J.E. Idserda (unitmanager) en A. Heethuis (reclasseringswerker);
  • een rapport van psychiater I.M. Brugman d.d. 21 januari 2014;
  • een rapport van klinisch psycholoog dr. Th.AM. Deenen d.d. 23 januari 2014;
  • het persoonsdossier van ter beschikking gestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de
Reclassering Nederlandis onder meer het navolgende gesteld:
(..)
Het toezicht van betrokkene in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS is op tien oktober 2013 gestart. De reclassering ziet betrokkene wekelijks. Tevens gaat betrokkene elke week voor behandeling/gesprekken naar de [instelling 1] te Eindhoven.
Het recent opgestarte toezicht heeft voornamelijk in het teken gestaan van wederzijdse kennismaking, het realiseren van een toezichtovereenkomst, aanmelden bij de GGD voor de alcohol- en drugscontroles. We zien een 30 jarige man die zo snel mogelijk de tien jaren van geslotenheid wil inhalen in zo’n kort mogelijke tijd. Dit betreft met name het aangaan van relaties met vrouwen. Betrokkene ervaart dan zijn enkelband/ GPS als belemmering. Hij kan niet gaan en staan waar hij wil.
Betrokkene komt zijn afspraken met de reclassering na, hij vertelt wat hij heeft gedaan in de week voorafgaande aan zijn meldplicht contact, maar ook wat hij de week erop van plan is te gaan doen.
(..)
Betrokkene is aangesloten aan een elektronische enkelband, zodat hij middels GPS gevolgd kan worden wat betrokkenes bewegingen zijn waarbij de gemeente [plaats 4] zal gelden als verboden gebied. Betrokkene is niet gesignaleerd in de gemeente [plaats 4].
(..)
Tevens dient de enkelband/GPS om betrokkene te structureren. De voorwaardelijke beëindiging TBS is van start gegaan, vanuit de kliniek zonder enige vorm van verlof voorafgaand aan deze voorwaardelijke beëindiging. Het was niet bekend hoe betrokkene om zou gaan met zijn vrijheden. Vanwege deze reden is ervoor een enkelband/GPS gekozen. Daar betrokkene zich houdt aan de gemaakte afspraken wat betreft de tijden die horen bij zijn enkelband, zou de reclassering willen voorstellen om de enkelband/GPS te vervangen door een GPS, zodat de reclassering inzicht krijgt in de invulling van de dag van betrokkene.
(..)
Advies reclassering:
Op grond van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat betrokkene zich binnen de voorwaardelijke beëindiging van de TBS gehouden heeft aan de voorwaarden van het toezicht en de bijzondere voorwaarden die hem zijn opgelegd door de rechtbank.
De overgang van volledig gesloten, zonder verlof binnen het TBS met dwangverpleging, naar een TBS met voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging waarbij betrokkene een redelijke mate van vrijheid heeft, is een grote overgang. Betrokkene zegt dit niet als zodanig te hebben ervaren
(..)
Daar het toezicht op tien oktober 2013 is gestart kan er nog niet gesproken worden over een duidelijk beeld van betrokkene. Het is niet mogelijk om in dit kort tijdsbestek aan te geven of het recidive risico is afgenomen. Betrokkene staat aan het begin van zijn voorwaardelijke beëindiging van zijn TBS. Doelen zijn nog niet gerealiseerd.
De reclassering wil Uw rechtbank adviseren om de TBS maatregel met één jaar te verlengen, daar er nog onvoldoende zicht is op de mogelijkheden en onmogelijkheden van betrokkene.
(..)
In voornoemd advies van
psychiater I.M. Brugmanis onder meer het navolgende gesteld:
(..)
11.
BEANTWOORDING VAN DE VRAGEN
(..)
2b. Hoe is uw gemotiveerde inschatting van de kans op herhaling van soortgelijke strafbare feiten als waarvoor onderzochte de maatregel terbeschikkingstelling kreeg opgelegd?
Onderzoeker schat de kans dat betrokkene zal recidiveren in gewelddadig gedrag als klein in. Hoewel er veel strijd is geweest tijdens de klinische tbs behandeling is het nooit tot gewelddadige incidenten gekomen. Ook is het van belang dat betrokkene gedurende al die jaren nooit is betrapt op drugsgebruik. Onderzoeker schat in dat betrokkenes doelstelling om nooit meer aan drugs verslaafd te raken een goede kans van slagen heeft. Er zijn geen aanwijzingen dat de zucht naar middelen bij betrokkene groot is. Betrokkene verkeert thans in een meer prosociale omgeving dan in de periode waarin hij de delicten pleegde. Hij stelt zichzelf gezonde en reële doelen op het gebied van werk en opleiding. Het is echter nog niet geheel duidelijk hoe betrokkene zal reageren wanneer hij opnieuw in voor hem stressvolle relationele omstandigheden terecht komt. Uit dit onderzoek blijkt dat zijn coping op dit gebied nog niet echt adequaat te noemen is. Het risico op terugval in drugsgebruik of acting out gedrag/agressiviteit is weliswaar niet groot, zo wordt ingeschat, maar ook niet uit te sluiten. De observatieperiode sinds het ingaan van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is nog te kort geweest om hier een meer onderbouwd oordeel over te vellen.
(..)
3a. Wat zijn, met het oog op benodigde zorg en beveiliging, uw overwegingen ten aanzien van de verdere behandeling of begeleiding en het risicomanagement van onderzochte?
Onderzoeker is van mening dat er een goed resocialisatieplan ligt en dat de voorwaarden zoals die aan de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gesteld zijn een goed kader bieden voor, op termijn, een veilige terugkeer van betrokkene in de maatschappij. Betrokkene wil, sinds de verpleging voorwaardelijk is opgeheven, met grote haast vooruit. Hij vindt het lastig dat er door reclassering en behandelaar op de rem getrapt wordt, maar dat is wel nodig, om te voorkomen dat betrokkene zichzelf voorbij loopt. Er is tijd nodig om te observeren hoe de resocialisatie verloopt en of de risico inschattingen die gemaakt zijn juist zijn. Verlenging van de tbs is ook in betrokkenes voordeel omdat hij, met name in emotioneel opzicht nog een weg te gaan heeft en kan profiteren van behandeling.
4.
Adviseert u de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen en zo ja, met een jaar of met twee jaar?
Ja, met een jaar.
5.
Adviseert u de voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging te continueren en zo ja, kunt u zich vinden in de gestelde voorwaarden of heeft u suggesties voor aanvulling of wijziging daarvan?
Ja, ik adviseer de voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging te continueren. Ik heb geen suggesties voor aanvulling of wijziging van de gestelde voorwaarden.
(..)
De mederapporteur merkt op in zijn beschouwing dat het nut van de enkelband die betrokkene draagt heroverwogen zou moeten worden. De band beperkt betrokkene in zijn vrijheid terwijl de doelstelling van de resocialisatie waarmee betrokkene nu bezig is juist beoogd dat hij met vrijheid om leert gaan. Onderzoeker is het met de mederapporteur eens dat het effect van de enkelband, het beperken van de tijd dat betrokkene buitenshuis mag zijn, niet zinvol is, terwijl het voorkomen dat betrokkene zich in de omgeving van het slachtoffer ophoudt, ook met andere middelen bereikt kan worden.’
(..)
In voornoemd advies van
klinisch psycholoog dr. Th.A.M. Deenenis onder meer het navolgende gesteld:
(..)
Beantwoording vraagstelling.
(..)
Hoe is uw gemotiveerde inschatting van de kans op herhaling van soortgelijke strafbare feiten als waarvoor onderzochte de maatregel terbeschikkingstelling kreeg opgelegd?
De kans op recidivering van soortgelijke strafbare feiten als het indexdelict schat ik in als gering binnen de huidige situatie en voorwaarden.
(..)
Wat zijn, met het oog op benodigde zorg en beveiliging, uw overwegingen ten aanzien van de verdere behandeling of begeleiding en het risicomanagement van onderzochte?
Voor wat betreft de behandeling van betrokkene biedt de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging een voldoende veilig kader. De begeleiding en ondersteuning die hij krijgt van de reclassering en van de psychotherapeut van de GGZE zijn hierbij bepalend.
(..)
Adviseert u de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen en zo ja, met één jaar of met twee jaar?
Ja, ik adviseer de maatregel terbeschikkingstelling te continueren met één jaar.
Adviseert u de voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging te continueren en zo ja, kunt u zich vinden in de gestelde voorwaarden of heeft u suggesties voor aanvulling of wijziging daarvan?
Ik adviseer de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te handhaven. Hierbij zou tevens gedacht kunnen worden om de voorwaarden betreffende de enkelband en het verblijf buiten de landsgrenzen opnieuw te beoordelen.
(..)

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik woon nu zelfstandig in een huis. Dat gaat heel goed. Ik krijg huursubsidie. Ik woon dan ook goedkoop. Ik studeer sinds februari 2014 Sport, Gezondheid en Management aan de [school]. Ik vind het leuk en het gaat mij goed af. Mijn ingeleverde verslagen en gedane presentaties zijn positief beoordeeld. Ik stap in [plaats 1] op de trein naar [plaats 2]. Om wat inkomsten te genereren werk ik ook nog als sportfotograaf. Daarnaast ben ik actief op datingsites. Soms heb ik met al mijn activiteiten wel wat druk, echter ik vind alles leuk en ik kan het tot heden allemaal goed combineren. Ik heb de afgelopen drie maanden nagenoeg niet gesport. Dat komt mede door toedoen van een blessure. Ik gebruik geen drugs en drink geen alcohol. Dat past ook niet bij mijn gezonde levensstijl. U houdt mij voor dat zelfoverschatting een aandachtspunt is. Het is niet zo dat ik mijzelf wil bewijzen. Ik maak wekelijks alles bespreekbaar bij mijn behandelaars en reclasseringswerker(s). Ik ben open en eerlijk. Er is sprake van een goede samenwerking. Sinds mijn verhuizing naar [woonplaats] zijn de tijden van de GPS afgehaald. Ik mag nu buiten komen wanneer ik maar wil, zolang ik maar niet in [plaats 4] kom. Daar heb ik het enkelbandje echter niet voor nodig. Ook zonder enkelbandje zal ik mij niet in [plaats 4] vertonen. Ik zou het fijn vinden als het enkelbandje
er in zijn geheel af gaat. Ik heb geen bezwaar tegen een verlenging van de terbeschikking-stelling met een termijn van één jaar.
De
deskundige A. Heethuis, optredend namens de Reclassering Nederland, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik ben blij dat het goed met betrokkene gaat. Ik heb hem sinds zijn verhuizing naar [woonplaats] niet langer in begeleiding. Het toezicht van de reclassering te [plaats 3] is overgedragen aan Novadic & Kentron. Deze toezichthouder heeft ook gelijk de tijden van het enkelbandje verwijderd. Ik kan mij zo voorstellen dat het enkelbandje niet langer nodig is. Ik zie er niet langer de meerwaarde van in. De huidige voorwaarde 11 zou dan kunnen komen te verval-len. Ik zou voorwaarde 7 wel handhaven. Het is immers denkbaar dat betrokkene per onge- luk, zoals door het missen van een afslag, in België terecht komt. Tijdens mijn toezicht is betrokkene alle afspraken nagekomen en waren er telkens negatieve urinecontroles. Hij is ook bereid tot een behandeling bij [instantie]. Betrokkene moet wel zo nu en dan bijgestuurd worden, omdat hij de neiging heeft om teveel hooi op de vork te nemen.
De
officier van justitieheeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. Voorts heeft de officier van justitie ingestemd met het komen te vervallen van de huidige voorwaarde 11 (controle middels GPS).
De
raadsmanvan de terbeschikkinggestelde heeft zich niet verzet tegen de vordering van de officier van justitie. De raadsman heeft daarnaast bepleit dat de huidige voorwaarde 11 komt te vervallen en dat voorwaarde 7 wordt gehandhaafd.
De
rechtbankverenigt zich met het adviezen van de Reclassering Nederland en voornoemde gedragsdeskundigen, alsmede met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal voorts – in navolging van de adviezen van de gedragsdeskundigen en gehoord de deskundige – de huidige voorwaarde 11 schrappen en de bestaande voorwaarde 12 hernummeren als voorwaarde 11, waarbij deze komt te luiden:
‘Ter beschikking gestelde neemt geen contact op met het slachtoffer. Ter beschikking gestelde komt niet in [plaats 4]. Beide voorwaarden gelden zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.’
De ter beschikking gestelde heeft zich bereid verklaard om de gewijzigde voorwaarde 11 na te leven.

DE BESLISSING

De rechtbank:

*verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één
jaar;
*handhaaft de bij beslissing van deze rechtbank d.d. 25 september 2013 in het kader van
een voorwaardelijk beëindigde verpleging van overheidswege geformuleerde voorwaarden,
met uitzondering van voorwaarde 11 die komt te vervallen en die na hernummering van
voorwaarde 12 in voorwaarde 11 komt te luiden:
11.‘Ter beschikking gestelde neemt geen contact op met het slachtoffer. Ter beschikking
gestelde komt niet in [plaats 4]. Beide voorwaarden gelden zolang de reclassering dit
noodzakelijk acht.’
Deze beslissing is gegeven door
mr. drs. W.A.F. Damen. voorzitter,
mr. J.H.L.M. Snijders en mr. H.H.E. Boomgaart, leden,
in tegenwoordigheid van D.A. Koopmans, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 april 2014.