ECLI:NL:RBOBR:2014:1921

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2014
Publicatiedatum
17 april 2014
Zaaknummer
01/045192-04
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met een jaar na poging tot doodslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 april 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 2005 ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS-maatregel met een jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde, die inmiddels 44 jaar oud is, heeft een complexe problematiek met een psychotische stoornis, middelenafhankelijkheid en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Het behandelteam heeft geadviseerd om de TBS-maatregel te verlengen, omdat de terbeschikkinggestelde gebaat is bij externe structuur en begeleiding. De rechtbank heeft de argumenten van de deskundigen en de officier van justitie in overweging genomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de TBS-maatregel eist. De rechtbank heeft besloten de TBS-maatregel met een jaar te verlengen, met de mogelijkheid van proefverlof en een toekomstige overplaatsing naar een geschikte zorginstelling. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven vooruitgang te boeken en kijkt uit naar de overgang naar een nieuwe instelling.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/045192-04
Uitspraakdatum: 4 april 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1969],
verblijvende in de [kliniek 1].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 22 februari 2005 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 29 maart 2013 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 25 februari 2014 (datum ingekomen) strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 april 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van [kliniek 1] d.d. 24 januari 2014, ondertekend door mw. E.P.M.T. Brouns (plv. hoofd inrichting/psychiater);
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

In voornoemd advies van [kliniek 1] is onder meer het navolgende gesteld:

(..) Betrokkene is een inmiddels 44-jarige, kwetsbare man met beperkte intellectuele mogelijkheden. Er is bij hem sprake van een psychotische stoornis, middelenafhankelijkheid en een persoonlijkheidsstoornis met vooral antisociale trekken. Gezien de problematiek, het behandelverloop en de uitkomsten daarvan kan gesteld worden dat betrokkene vooral gebaat is bij externe structuur, controle, herhaling en inslijting. Op basis van de problematiek is gebleken dat er op het gebied van gedragsverandering niet veel meer mogelijk is en dat hierin ook niet veel meer te verwachten valt.

(..)
De verwachting is dat langer verblijf binnen de huidige kliniek geen meerwaarde zal hebben in de behandeling. Betrokkene zit als het ware aan zijn plafond en het is zaak een passende vervolgvoorziening te vinden waar betrokkene geruime tijd kan verblijven en die tevens mogelijkheden heeft om vrijheden gefaseerd en aan de hand van positieve ervaringen verder uit te breiden. Samen met de [kliniek 2] is bekeken wat een geschikte vervolgvoor-ziening zou kunnen zijn. Vanuit hen is het advies gegeven om betrokkene bij [instelling 1] aan te melden. [instelling 1] is een instelling voor verstandelijk beperkte mensen waarbij tevens sprake is van complexe problematiek, op het terrein van de [kliniek 2]. De kliniek heeft plek voor 24 patiënten, de afdeling waar betrokkene geplaatst wordt heeft 12 plekken. De instelling hanteert een strakke structuur op een beveiligde locatie waar slechts stapsgewijs vrijheden worden toegekend. Er verblijven ook patiënten die niet verder dan begeleid verlof komen. De inschatting is dat het qua structuur en toezicht niet veel verschilt van een reguliere afdeling in een FPC. Betrokkene heeft binnen een dergelijke structuur altijd goed gefunctioneerd. Pas bij afnemende structuur en ruimere onbegeleide verloven is het in de [kliniek 2] misgegaan. De verwachting is dan ook dat betrokkene binnen een strakker kader zoals [instelling 1] hanteert, stabiel zal kunnen functioneren.
Vanuit [instelling 1] zal het resocialisatietraject verder vorm gegeven worden. Zij hebben ook mogelijkheden om toe te werken naar een RIBW of soortgelijke voorziening. De verwachting is dat dit traject zeer geleidelijk en gefaseerd zal plaatsvinden, uiteraard op geleide van de ervaringen van de plaatsing binnen [instelling 1]. Zoals gemeld ziet het behandelteam deze stap als passend binnen de behandeling van betrokkene. Gedacht wordt dit traject in te kunnen zetten middels proefverlof. De komende periode zal de kliniek zich dan ook inzetten om proefverlof en een overplaatsing te realiseren.
(..)
Bij het wegvallen van de TBS-maatregel zal betrokkene naar verwachting niet kiezen voor een begeleide woonsituatie, aangezien hij onvoldoende inzicht heeft in zijn eigen kwetsbaarheid. In die situatie wordt de kans groter dat betrokkene wordt blootgesteld aan destabiliserende factoren zoals stress, verdovende of kalmerende middelen, verkeerde vrienden en het ontbreken van een gestructureerde dagbesteding. In een dergelijke situatie neemt de kans toe dat betrokkene problemen niet meer overziet, overspoeld raakt door emoties en onvoldoende ondersteuning ervaart. Daardoor zal de kans op gewelddadig gedrag toenemen. Bovendien kan zowel middelengebruik als stress leiden tot psychotische decompensatie. De aanwezigheid van actieve psychotische symptomen is een belangrijke risicofactor voor gewelddadig gedrag.
Gezien de intellectuele beperkingen in combinatie met een geclassificeerde stoornis psychotische stoornis, verslavingsgevoeligheid en persoonlijkheidsproblematiek kan gesteld worden dat de prognose somber is. De antipsychotische medicatie en intensieve onder-steuning bieden weliswaar bescherming tegen terugval in delictgedrag, maar terugval in drugsgebruik lijkt bij toenemende vrijheden een groot risico. De verwachting is dat betrokkene nog geruime tijd, zo niet levenslange, begeleiding nodig zal blijven hebben. Aangezien we bij betrokkene uitgaan van het zogenaamde ‘handicap-model zal hij sterk afhankelijk blijven van externe structuur, begeleiding en controle. Zoals eerder benoemd, wordt er toegewerkt naar een plaatsing binnen [instelling 1], een zorginstelling gericht op mensen met een intellectuele beperking in combinatie met complexe problematiek. De verwachting is dat deze instelling een intensief kader van ondersteuning en controle kan bieden zodat betrokkene stapsgewijs vrijheden verder kan uitbreiden.
(..)
Wij adviseren u, gezien bovenstaande, de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege voor betrokkene te verlengen met de duur van een jaar. Bij goedverloop van het beoogde proefverlof kan er na dit jaar bekeken worden of een voorwaardelijke beëindiging tot de mogelijkheden behoort.’(..)

De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Het gaat goed met mij. Ik werk thans 17 uren per week in de kliniek. Dat betreft montage- werk. Ik wandel in de avonduren. Ik heb geen hobby’s. Het kennismakingsgesprek met
[instelling 1] is goed verlopen. Ik ga op het terrein van [instelling 1] wonen. Ik zie er echt naar uit.
Ik zal er helemaal voor gaan. Ik hoop dat ik in de nabije toekomst op mijzelf in een flatje in de stad ([plaats 1]) kan gaan wonen.
De
deskundige mevr. F.J.H. Verhees (behandelcoördinator/GZ-psycholoog), optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik heb vanmiddag nog gebeld met het ministerie. Het proefverlof met overplaatsing naar [instelling 1] ([plaats 1]) is goedgekeurd. De officiële bevestiging verwacht ik één dezer dagen.
Ik heb al contact gehad met de opnamecoördinator van de [kliniek 2]. De overgang naar [instelling 1] kan mogelijk eind mei 2014 al plaatsvinden. Er is een stappenplan. De eerste zes weken is er geen verlof. Daarna volgt begeleid verlof. Het ministerie heeft nog geen toestemming gegeven voor onbegeleid verlof. Ik denkt dat men eerst wil kijken hoe de overgang en het begeleid verlof verloopt. [instelling 1] zal het traject goed in de gaten houden
en vrijheden rustig uitbouwen. Ik verwacht best nog wel wat hobbels. Echter, tegenslagen
hebben in het kader van een proefverlof niet gelijk zulke verstrekkende gevolgen als bij
een voorwaardelijk beëindigde dwangverpleging.
De
officier van justitieheeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
De
raadsmanvan de terbeschikkinggestelde heeft zich niet verzet tegen de vordering van de officier van justitie.
De
rechtbankverenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:

verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.H.E. Boomgaart, voorzitter,
mr. drs. W.A.F. Damen en mr. J.H.L.M. Snijders leden,
in tegenwoordigheid van D.A. Koopmans, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 april 2014.