2.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in omstreeks de periode van 6 november
2009 tot en met 16 maart 2013 te Groningen en/of Nijmegen en/of Puttershoek
en/of Schoonhoven en/of Amsterdam, in elk geval (telkens) in Nederland,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meerdere vals(e) of vervalst(e)
werkgeversverklaring(en) en/of salarisspecificatie(s) en/of
indentiteitskaart(en), - zijnde geschrift(en) die bestemd waren om tot bewijs
van enig feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) echt en onvervalst,
hebbende hij, verdachte,
- op of omstreeks 6 november 2009 een (kopie) salarisspecificatie over de
maand september 2009 doen toekomen aan [bedrijf 1] ten behoeve
van het afsluiten van een huurovereenkomst voor het pand [adres 1] te
Hengelo, en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die (kopie)
salarisspecificatie in strijd met de waarheid was vermeld dat hij, verdachte,
werkzaam was bij [bedrijf 2] en/of inkomsten had uit het
dienstverband met [bedrijf 2] (zaak 5)
en/of
- op of omstreeks 23 september 2011 een (kopie) identiteitskaart en/of een
(kopie) werkgeversverklaring en/of een (kopie) salarisspecificatie over de
periode juli 2011 doen toekomen aan [stichting 1]
ten behoeve van het afsluiten van een huurovereenkomst voor het pand
[adres 2] te Oss, en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in
strijd met de waarheid op voornoemde (kopie) identiteitskaart zijn,
verdachte's, foto was afgebeeld en de persoonsgegevens van [persoon 1] waren
vermeld en/of op die (kopie) werkgeversverklaring en/of (kopie)
salarisspecificatie was vermeld dat hij, verdachte, werkzaam was [bedrijf 3]
en/of inkomsten had ontvangen uit het dienstverband met
[bedrijf 3] (zaak 1)
en/of
- op of omstreeks 9 november 2011 een (kopie) werkgeversverklaring en/of een
(kopie) salarisspecificatie over de maand augustus 2011 doen toekomen aan
[stichting 2] ten behoeve van het afsluiten van een huurovereenkomst voor
het pand [adres 3] te Strijen, en bestaande die valsheid of vervalsing
hierin dat op die (kopie) werkgeversverklaring en/of (kopie)
salarisspecificatie in strijd met de waarheid was vermeld dat hij, verdachte,
werkzaam was [bedrijf 3] en/of inkomsten had ontvangen uit
het dienstverband met [bedrijf 3] (zaak 8)
en/of
- in of omstreeks de maand augustus 2012 drie (kopie) salarisspecificatie(s)
(periode 2012.3.0 en/of 2012.4.0 en/of 2012.5.0) doen toekomen aan[persoon 2]
ten behoeve van het afsluiten van een huurovereenkomst voor het pand
[adres 4] te Ammerstol, en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
op die (kopie) salarisspecificatie(s) in strijd met de waarheid was vermeld
dat hij, verdachte, werkzaam was bij [bedrijf 4] en/of inkomsten had
ontvangen uit het dienstverband met [bedrijf 4] (zaak 3)
en/of
- op of omstreeks 7 maart 2013 een (kopie) werkgeversverklaring en/of drie
(kopie) salarisspecificaties (over de maanden oktober 2012 tot en met december
2012) doen toekomen aan [bedrijf 5] ten behoeve van het
afsluiten van een huurovereenkomst voor het pand [adres 5] te Amersfoort,
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die werkgeversverklaring
en/of salarisspecificaties in strijd met de waarheid was vermeld dat hij,
verdachte, werkzaam was bij [bedrijf 6] en/of inkomsten
had ontvangen uit het dienstverband met [bedrijf 6] (zaak
21);
Voorts zullen onderstaande, door u bekende, strafbare feiten ter kennis van de
rechtbank worden gebracht.
De rechtbank kan bij het bepalen van de straf rekening houden met deze
strafbare feiten. Indien de rechtbank dit doet kunt u deze feiten als
strafrechtelijk afgedaan beschouwen.
Onderstaande feiten betreffen het huren van panden op navolgende locaties ten
behoeve van de hennepteelt en het gebruik van valse werkgeversverklaringen
en/of salarisspecificaties bij het afsluiten van huurovereenkomsten, te weten:
- locatie [adres 6] te 's-Hertogenbosch (zaak 2);
- locatie [adres 7]te Goor (zaak 4);
- locatie [adres 8] te Almelo (zaak 6);
- locatie [adres 9] te Ede (zaak 7);
- loctie [adres 10] te Hoorn (zaak 9);
- locatie [adres 11] te Zwolle (zaak10);
- locatie [adres 12] te Tegelen (zaak 11);
- locatie [adres 13] te Arnhem (zaak 12);
- locatie [adres 14] te Schalkhaar (zaak 14);
- locatie [adres 15] te Emmeloord (zaak 15);
- locatie [adres 16] te Zeewolde (zaak 16);
- locatie [adres 17] te Tilburg (zaak17);
- locatie [adres 18] te Westervoort (zaak 18);
- locatie [adres 19] te Beverwijk (zaak 19);
- locatie [adres 20] te Hilversum (zaak 20);
- locatie [adres 21] te Grootebroek (zaak 22);
Tengevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging begaan, is in de tweede regel en de tweeëntwintigste regel van feit 1 telkens als uiterste datum van de pleegperiode ’16 maart 2013’ vermeld, terwijl uit de verfeitelijking van zaak 21 ondubbelzinnig volgt dat
dit ‘24 juni 2013’ moet zijn. De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormelde datum zoals hiervoor is vermeld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Tengevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging begaan, staat bij ad informandum zaak 7 als pleegplaats ‘Ede’ vermeld in plaats van ‘Epe’. De rechtbank herstelt deze schrijffout en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het
verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Na wijziging van de tenlastelegging heeft de officier van justitie er in feit 1 voor gekozen
om de strafverzwarende omstandigheid ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’ zodanig in de tekst van de tenlastelegging te plaatsen dat deze betrekking heeft op de medeplichtigheid. De rechtbank verklaart de dagvaarding op dit onderdeel (partieel) nietig, omdat genoemde strafverzwarende omstandigheid enkel van toepassing kan zijn op het gronddelict, zijnde in dit geval hennepteelt.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding voor het overige geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
I. een eindproces-verbaal van de politie regio Oost-Brabant, nummer PL21T2 2011126061, ‘[adres 2]’, afgesloten d.d. 20 september 2013, aantal doorgenummerde bladzijden:
stampv-165 p., zaak 1-145 p., zaak 2-156 p., zaak 3-100 p., zaak 4-117 p., zaak 5-76 p., zaak 6-81 p., zaak 7-80 p., zaak 8-179 p., zaak 9-190 p., zaak 10-104 p., zaak 11-87 p.,
zaak 12-42 p., zaak 14-93 p., zaak 15-92 p., zaak-16-125 p., zaak-17-104 p., zaak 18-32 p.,
zaak-19-51 p., zaak 20-150 p., zaak 21-149p. en zaak22-21 p. Dit eindproces-verbaal bevat een verzameling wettig opgemaakte processen-verbaal die in de onderhavige zaak in het kader van het opsporingsonderzoek zijn opgemaakt alsmede andere bescheiden;
II.een proces-verbaal van politie regio Brabant Noord, PL21T2-2011126061-22, d.d. 9 januari 2014, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 3] en inhoudende een verhoor van verdachte op genoemde datum (17 pag).
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging.
Feiten 1 en 2 kunnen integraal worden bewezen.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank acht feit 1 en feit 2 wettig en overtuigend bewezen op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
(feiten 1-2: zaak 5, pand [adres 1] te Hengelo)
*een relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (bron I, zaak
5: blz. 2 t/m 6),
*een huurovereenkomst met verhuurder [bedrijf 7] (bron I, zaak 5:
blz. 46-51),
*een inschrijfformulier huurwoning van [bedrijf 1] (bron I, zaak 5:
blz. 52-53),
*een salarisspecificatie (augustus 2009) van [bedrijf 2] (bron I, zaak 5: blz. 55-
56),
*de bekennende verklaringen van verdachte (bron I, stam-pv: blz. 53; bron II: blz. 1 onder-
aan en blz. 5 van het verhoor; verklaring ter zitting van 4 april 2014);
(feiten 1-2: zaak 1, pand [adres 2] te Oss)
*een relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] (bron I: zaak 1, blz. 5, 6, 7-
onder 4.1, 9 onder 5),
*een huurovereenkomst woonruimte met verhuurder [stichting 1]
(bron I, zaak 1: blz. 82-86),
*een inschrijfformulier huurwoning (bron I, zaak 1: blz. 87),
*een salarisspecificatie (juli 2011) van [bedrijf 3] (bron I, zaak 1: blz. 88),
*een werkgeversverklaring van [bedrijf 3] (bron I, zaak 1: blz. 90),
*een kopie van een identiteitskaart t.n.v. [persoon 1] (bron 1, zaak 1: blz. 89),
*de bekennende verklaringen van verdachte (bron I, stam-pv.: blz. 53; bron II: blz. 1 onder-
aan, blz. 2-3 bovenaan van het verhoor; verklaring ter zitting van 4 april 2014);
(feiten 1-2: zaak 8, pand [adres 3] te Strijen)
*een relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] (bron I, zaak 8: blz. 2-6),
*een huurcontract zelfstandige woonruimte met verhuurder [stichting 2] (bron I,
zaak 8: blz. 110-111),
*een werkgeversverklaring van [bedrijf 3] (bron I, zaak 8: blz. 117-118),
*een salarisspecificatie (augustus 2011) van [bedrijf 3] (bron I, zaak 8:
blz.119-121),
*de bekennende verklaringen van verdachte (bron I, stam-pv: blz. 53 onderaan; bron II:
blz. 1 onderaan, blz. 8 onderaan en blz. 9 bovenaan van het verhoor; verklaring ter zitting
van 4 april 2014);
(feiten 1-2: zaak 3, pand [adres 4] te Ammerstol)
*een relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] (bron I, zaak 3: blz. 63-66),
*een ruimlijst hennep (bron I, zaak 3: blz. 79),
*een huurovereenkomst woonruimte met verhuurder[persoon 2] (bron I, zaak 3:
blz. 9-14),
*drie salarisspecificaties (maart, april, mei 2012) van [bedrijf 4] (bron I, zaak 3:
blz. 15-17),
*de bekennende verklaringen van verdachte (bron II: blz. 1 onderaan, blz. 3 onderaan en
blz. 4 tot het midden van het verhoor; verklaring ter zitting van 4 april 2014);
(feiten 1-2: zaak 21, pand [adres 5] te Amersfoort)
*een relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] (bron I, zaak 21: blz. 5-9),
*een relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] (bron I, zaak 21: blz. 34),
*een huurovereenkomst woonruimte met verhuurder [bedrijf 5]
(bron I, zaak 21: blz. 119-123),
*een werkgeversverklaring van [bedrijf 6] (bron I, zaak 21: blz. 143),
*drie salarisspecificaties (oktober, november, december 2012) van [bedrijf 6]
(bron I, zaak 21: blz. 145- 47),
*de bekennende verklaringen van verdachte (bron I, stam-pv: blz. 55 midden; bron II, blz. 2
regels 7 en 8; blz. 21 midden van het verhoor; verklaring ter zitting van 4 april 2014).
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte: