ECLI:NL:RBOBR:2014:186

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2014
Publicatiedatum
16 januari 2014
Zaaknummer
01/036117-92
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. drs. W.A.F. Damen
  • mr. P.A. Buijs
  • mr. W.T.A.M. Verheggen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in verband met poging tot verkrachting en recidive risico

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 3 januari 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die in 1992 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor poging tot verkrachting. De officier van justitie had op 16 oktober 2013 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor twee jaar, maar na behandeling van de zaak op de zitting werd besloten om de termijn te verlengen met één jaar. De rechtbank baseerde haar beslissing op de positieve ontwikkelingen die de terbeschikkinggestelde had doorgemaakt, maar ook op de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen. De deskundige, mevrouw M.S. Moonen, gaf aan dat de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling had doorgemaakt, maar dat er nog steeds risico's waren, vooral met betrekking tot middelengebruik en de mogelijkheid van terugval in crimineel gedrag. De rechtbank oordeelde dat, gezien de omstandigheden en de aanstaande sluiting van de huidige kliniek, een verlenging van één jaar passend was. Dit biedt de terbeschikkinggestelde de kans om verder te werken aan zijn resocialisatie en de voortgang van het transmuraal verlof kan over een jaar worden geëvalueerd.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/036117-92
Uitspraakdatum: 3 januari 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1973],
verblijvende in kliniek: [kliniek 1].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 7 augustus 1992 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 8 december 2011 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 16 oktober 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
De vordering van de officier van justitie is, na een eerdere schorsing van het onderzoek ter terechtzitting op 6 december 2013, behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 januari 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige mevr. M.S. Moonen, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van [kliniek 1] d.d. 1 oktober 2013, ondertekend door drs. P.J.C. Bakx (1e geneeskundige) en drs. K.M. ten Brinck (directeur behandeling/plv. hoofd van de inrichting);
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van - kort gezegd - poging tot verkrachting, diefstal gedurende de nacht en diefstal, terwijl de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het eerstgenoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

In voornoemd advies van [kliniek 1] is onder meer het navolgende gesteld.

(..) Er is voor patiënt een risicotaxatie gemaakt met de HCR-20, de SVR-20 en de HKT-30
(9 items), gebaseerd op de situatie tot en met 9 juli 2013. (..)
HCR-20
(..)De kans op toekomstig gewelddadig gedrag in de vrije maatschappij wordt op de korte
termijn als gering tot matig beoordeeld en op de lange termijn als groot. (..) De kans op
gewelddadig gedrag tijdens begeleid verlof wordt als gering beoordeeld. De kans op
gewelddadig gedrag tijdens onbegeleide verloven wordt als gering tot matig beoordeeld,
waarbij het van belang is dat patiënt geleidelijk meer vrijheid en minder structuur krijgt
aangeboden. (..) Na het goed hebben doorlopen van zijn onbegeleide verloven zal patiënt
zich kunnen richten op een transmuraal verblijf in een vervolginstelling. De kans op
gewelddadig gedrag zal in het begin matig zijn en na een gewenningsperiode gering,
uitgaande van een 24-uurs begeleiding. (..)
SVR-20
(..) Het risico op seksueel gewelddadig gedrag binnen [kliniek 1] wordt ingeschat als gering.
Voor de vrije maatschappij wordt dit risico momenteel als groot ingeschat, gebaseerd op de
nog zeer actuele verslavingsproblematiek. Wanneer patiënt nu in de vrije maatschappij
terecht zal komen, is het risico groot dat hij alcohol en drugs gaat gebruiken en snel tot
delicten zal komen, van welke aard ook (seksueel of agressief). De kans op een seksueel
delict tijdens onbegeleid verlof wordt als gering beoordeeld, wanneer als voorwaarde
voorafgaand aan het verlof wordt gesteld dat patiënt zich in goed vaarwater moet bevinden
en hij drugsvrij is. (..)
HKT-30 (9 items)
(..) De kans op toekomstig gewelddadig gedrag in de vrije maatschappij wordt op de korte
termijn als gering tot matig beoordeeld en op de lange termijn als groot. Met voldoende
structuur, duidelijke afspraken en ondersteuning, medicatie (indien nodig) en een goede
daginvulling (zowel werk als vrije tijd), hebben de plannen een goede kans van slagen. Het
risico dat hij zonder begeleiding zal terugvallen in drugs- en alcoholgebruik is echter groot,
wat ook het risico op gewelddadig gedrag op de langere termijn zal doen toenemen.
Conclusies en advies.
Patiënt heeft, zijn behandeling in [kliniek 1] overziend, een positieve ontwikkeling doorgemaakt: hij heeft meer inzicht gekregen in zijn problematiek, er heeft verwerking plaatsgevonden van traumatische ervaringen uit het verleden, hij is in staat langere periodes abstinent te blijven van middelengebruik en hij accepteert een traject waarbij ondersteuning door begeleiding in de toekomst aanwezig blijft. Op de huidige afdeling heeft hij zich weten te hechten en is er een goede samenwerking en zicht op zijn belevingswereld.
Toch verloopt dit alles niet zonder meer soepel: het is een traject met vallen en opstaan gebleken waarbij patiënt met name gevoelig blijft voor teveel stress en oplopende negatieve emoties. Het risico op terugval in middelengebruik ligt dan op de loer. De huidige behandelaars zijn van mening dat een terugval in delicten voorkomen kan worden zolang er sprake is van een goede inbedding in een woonvorm waarbij er voldoende samenwerking en ondersteuning vanuit de begeleiding geboden kan worden en oplopende stress, emoties en terugval in middelen in een vroeg stadium gesignaleerd kunnen worden en daarop gepaste actie kan worden ondernomen. Het huidige traject richt zich derhalve op het toewerken naar een begeleide woonvorm, waarbij het van belang wordt gevonden patiënt nog een periode vanuit de huidige afdeling te kunnen volgen. Dit traject zal naar verwachting nog meer dan een jaar in beslag nemen en het ligt dan ook voor de hand te adviseren de TBS met 2 jaar te verlengen.
Op basis van de voorgenomen sluiting van [kliniek 1] per 1 januari 2016 is het advies echter om de TBS met 1 jaar te verlengen. Aan het einde van dat jaar (eind 2014) kan dan de stand van zaken opgemaakt worden en beoordeeld worden of het voorgenomen traject ook als zodanig vanuit [kliniek 1] nog gerealiseerd kan worden, of dat er redenen zijn om eventuele alternatieven te overwegen. Op basis hiervan is het advies dan ook om de TBS met dwang-verpleging met 1 jaar te verlengen.’

De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:

Het advies van de kliniek is met mij besproken. Een verlenging van de terbeschik-kingstelling met een termijn van één jaar biedt mij eindelijk eens wat perspectief.
Het onbegeleid verlof is door mijn eigen toedoen opgeschort. Ik heb een fikse terugval in drankgebruik gehad. Dat kwam door een verslechtering van mijn gezondheid. Er is een
verlofaanvraag uitgegaan en nieuw onbegeleid verlof zit er weer aan te komen.
Ik was niet alcoholverslaafd. Ik dronk enkel om zaken te verdringen.
Ik zit al zolang in de TBS. Het lijkt eindeloos. Ik voel mij machteloos en ik word er ook
wel eens moedeloos van. Allerlei instanties beslissen maar over mijn toekomst. Ik doel daarmee op de kliniek, de rechtbank en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Ik leef
al meer dan 20 jaar in een heel beperkt wereldje. Ik kan binnenkort terecht bij de [kliniek 2] en krijg dan meer vrijheden. Maar het gaat mij niet snel genoeg.
Ik ben inmiddels ook al 40 jaar. U houdt mij voor dat het instromen in een [kliniek 2] een positieve ontwikkeling is. Dat mag ook wel na meer dan 20 jaar. Ik heb de balans van mijn leven opgemaakt en die was niet goed. Ik moet echter wel verder met mijn leven. Ik wil nog zoveel zeggen. Ik vind het binnen zitten volstrekt nutteloos.
De
deskundige mevrouw M.S. Moonen(GZ-psychologe), optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies.
Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De kliniek [kliniek 1] gaat in de nabije toekomst sluiten. Het is nog niet helemaal duidelijk wat er vervolgens met de door de kliniek verleende verloven en geïnitieerde [kliniek 2]-plaatsingen gaat gebeuren.
Wij gaan de onbegeleide verloven van betrokkene weer opbouwen. Als die verloven zijn uitgebouwd en alles verloopt naar wens dan zal transmuraal verlof worden aangevraagd.
Dit zal nog met de [kliniek 2] moeten worden besproken. Wij willen betrokkene namelijk vanuit de huidige gesloten setting van de kliniek in de [kliniek 2] laten plaatsen. De [kliniek 2]’s zijn niet gewend aan een rechtstreekse doorstroming vanuit een gesloten setting. Dat is geen gebruikelijke gang van zaken. Er gaan meestal meerdere (geleidelijke) stappen in een resocialisatietraject aan vooraf. Echter, in het geval van betrokkene heeft een rechtstreekse plaatsing in de [kliniek 2] onze voorkeur. Dat is voor hem de aangewezen weg.
De [kliniek 2] moet daarmee nog wel instemmen. Wij willen de komende periode het transmuraal verlof effectueren. Het is mijn inschatting dat het transmuraal verlof in juni/juli 2014 van start zou kunnen gaan. Ik streef ernaar om een en ander zo spoedig mogelijk in gang te zetten, opdat de kliniek over een jaar kan toetsen hoe betrokkene met zijn vrijheden is omgegaan en hoe een en ander is verlopen. Na een positief verloop van het transmuraal verlof wordt een voorwaardelijk einde van de dwangverpleging bespreekbaar.
De
officier van justitiewijzigt de vordering in die zin dat zij thans een verlenging
van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar vordert.
De
raadsman van de terbeschikkinggesteldeheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Mijn cliënt verdient een compliment. Hij heeft zich goed herpakt na zijn terugval in alcholgebruik.
De risicotaxaties zijn de afgelopen jaren terecht naar beneden bijgesteld. Het recidive-
gevaar is gekoppeld aan de afhankelijkheid van mijn cliënt aan middelen, een daaruit
voortvloeiende mogelijke terugval en het vervolgens mogelijk plegen van strafbare feiten.
Ik stel vast dat de laatste terugval niet tot crimineel gedrag heeft geleid. Resocialisatie is ook een proces van vallen en opstaan. Mijn cliënt zit al 22 jaar in de terbeschikkingstelling. Dat is meer dan de helft van zijn leven. Ik bagatelliseer de indexdelicten niet, echter het beginsel van proportionaliteit gaat zo langzamerhand wel dringen. Hierbij dienen tevens de redelijk gunstige prognose en de door mijn cliënt gemaakte (positieve) stappen te worden betrokken. De [kliniek 2] heeft mijn cliënt aangenomen, doch zij moeten nog wel instemmen met de rauwelijkse plaatsing vanuit de gesloten setting. Daarnaast moet het Ministerie van Veiligheid en Justitie de transmurale verlofaanvraag nog toetsen. Een en ander betreft eigenlijk enkel een stuk begeleiding. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs in de setting van
een kliniek plaats te vinden. Kijkend naar de risicotaxaties komt een voorwaardelijk einde van de dwangverpleging in zicht. Ik zal dat volgend jaar ook zeker bepleiten. Nu stem ik in met een verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar, opdat over een jaar de voortgang van het transmuraal verlof en de [kliniek 2]-plaatsing kunnen worden getoetst.
De
rechtbankverenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank acht, gelet op de positieve ontwikkelingen die terbeschikkinggestelde de afgelopen periode heeft doorgemaakt en het aanstaande transmuraal verlof met begeleid wonen in een [kliniek 2], als ook gelet op de ontwikkelingen met betrekking tot de kliniek zelf, termen aanwezig om de verlenging van de terbeschikkingstelling te beperken tot een duur van één jaar, opdat over een jaar deze ontwikkelingen en de voortgang van het transmuraal verlof kunnen worden besproken.

DE BESLISSING

De rechtbank:

verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. drs. W.A.F. Damen, voorzitter,
mr. P.A. Buijs en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van D.A. Koopmans, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 januari 2014.
De jongste rechter is buiten staat om deze beslissing mede te ondertekenen.