ECLI:NL:RBOBR:2014:1701

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
10 april 2014
Publicatiedatum
9 april 2014
Zaaknummer
01/992403-10
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensensmokkel in vereniging wegens onvoldoende bewijs van significante bijdrage

Op 10 april 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel in vereniging. De zaak was aanhangig gemaakt op basis van een dagvaarding van 1 december 2010, en de rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken. De zittingen vonden plaats op 23 december 2010, 25 maart 2014 en 27 maart 2014. De officier van justitie had een taakstraf van 240 uur geëist, subsidiair 120 dagen hechtenis, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten.

De tenlastelegging omvatte drie feiten waarbij de verdachte samen met medeverdachten betrokken zou zijn geweest bij het smokkelen van personen van Iraanse nationaliteit naar Nederland en andere Europese landen. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte op de hoogte was van de activiteiten van haar medeverdachten, er geen bewijs was dat zij zelf een significante bijdrage had geleverd aan de smokkeloperaties. Dit gebrek aan bewijs leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van de vereiste nauwe en bewuste samenwerking voor medeplegen.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat zij zich schuldig had gemaakt aan mensensmokkel. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/992403-10
Datum uitspraak: 10 april 2014
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte 1],

geboren te [geboorteplaats] op[1978],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 december 2010, 25 maart 2014 en 27 maart 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 1 december 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 28 februari 2010 tot en met 6 maart 2010
te Amsterdam en/of Hoogvliet en/of Rosmalen en/of 's-Hertogenbosch en/of
Nijmegen en/of Zaandam en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of
België en/of Groot-Brittannië, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen
en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
en/of een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van
haar beroep of gewoonte een persoon en/of personen genaamd en/of zich noemende
[gesmokkeld persoon 1] en/of [gesmokkeld persoon 2] en/of [gesmokkeld persoon 3] van Iranese
nationaliteit, in elk geval (een) illega(a)l(e) perso(o)n(en),
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of
Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te
New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land,
over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New
York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft
verschaft terwijl zij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat
die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, immers
heeft verdachte en/of een of meer van haar medeverdachte(n) (telkens)
-contact onderhouden met en/of instructies gegeven aan en/of ontvangen van
en/of afspraken gemaakt met een of meer medeverdachten over de organisatie
en/of de coördinatie en/of het verloop van het vervoer van deze te smokkelen
perso(o)n(en) en/of over het verlenen van onderdak en/of het ter beschikking
(laten) stellen van reisdocumenten aan deze te smokkelen perso(o)n(en) en/of
over het betalen en/of innen van gelden voor het vervoer van deze te smokkelen
perso(o)n(en)en/of
-die perso(o)n(en) vervoerd of laten vervoeren naar Nederland en/of
-die perso(o)n(en) (in de nabijheid van) een (trein)station opgehaald en/of
-die perso(o)n(en) onderdak verschaft en/of
-die perso(o)n(en) vervoerd en/of
-die perso(o)n(en) verteld hoeveel zij moest(en) betalen en/of
-die perso(o)n(en) voorzien van één of meer valse documenten en/of
-voor die perso(o)n(en) een (of meer) vliegtickets geregeld of laten regelen
en/of
-aan die perso(o)n(en) informatie met betrekking tot vliegtickets verschaft
en/of
-zich door die perso(o)n(en) en/of (een) familie(lid) van die perso(o)n(en)
en/of contactperso(o)n(en) van die perso(o)n(en) heeft/hebben laten betalen;
terwijl verdachte en/of één of meer van haar medeverdachte(n) daarvan een
beroep of gewoonte heeft/hebben gemaakt;
(Zaakdossier 1, in onderling verband met en samenhang bezien met de rest van
het dossier)
Artikel 197a lid 1, 2 en 4 Sr jo artikel 47 lid 1 ahf/sub 1 Sr.
2.
zij in of omstreeks de periode van 10 april 2010 tot en met 2 mei 2010 te
Amsterdam en/of Hoogvliet en/of Rosmalen en/of Nijmegen en/of (elders) in
Nederland en/of Duitsland en/of België en/of Groot-Brittannië, meermalen,
althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer anderen, althans
alleen, al dan niet in de uitoefening van haar beroep of gewoonte een persoon
en/of personen genaamd en/of zich noemende [gesmokkeld persoon 4] en/of [gesmokkeld persoon 5]
en/of [gesmokkeld persoon 6] en/of [gesmokkeld persoon 7] van Iranese
nationaliteit, in elk geval (een) illega(a)l(e) perso(o)n(en),
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of
Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te
New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land,
over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New
York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft
verschaft terwijl zij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat
die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, immers
heeft verdachte en/of een of meer van haar medeverdachte(n) (telkens)
-contact onderhouden met en/of instructies gegeven aan en/of ontvangen van
en/of afspraken gemaakt met een of meer medeverdachten over de organisatie
en/of de coördinatie en/of het verloop van het vervoer van deze te smokkelen
perso(o)n(en) en/of over het verlenen van onderdak en/of het ter beschikking
(laten) stellen van reisdocumenten aan deze te smokkelen perso(o)n(en) en/of
over het betalen en/of innen van gelden voor het vervoer van deze te smokkelen
pers(o)n(en) en/of
-die perso(o)n(en) vervoerd of laten vervoeren naar Nederland en/of
-die perso(o)n(en) onderdak verschaft en/of
-die perso(o)n(en) vervoerd en/of
-die perso(o)n(en) verteld hoeveel zij moest(en) betalen en/of
-die perso(o)n(en) voorzien van één of meer valse documenten en/of
-voor die perso(o)n(en) een (of meer) vliegtickets geregeld of laten regelen
en/of
-aan die perso(o)n(en) informatie met betrekking tot vliegtickets verschaft
en/of
-een of meermalen die perso(o)n(en) naar de luchthaven in Düsseldorf
(Duitsland) heeft gebracht of laten brengen en/of
-zich door die perso(o)n(en) en/of (een) familie(lid) van die perso(o)n(en)
en/of contactperso(o)n(en) van die perso(o)n(en) heeft/hebben laten betalen;
terwijl verdachte en/of één of meer van haar medeverdachte(n) daarvan een
beroep of gewoonte heeft/hebben gemaakt;
(Zaakdossier 2, in onderling verband met en samenhang bezien met de rest van
het dossier)
Artikel 197a lid 1, 2 en 4 Sr jo artikel 47 lid 1 ahf/sub 1 Sr.
3.
zij in of omstreeks de periode van 23 april 2010 tot en met 23 mei 2010 te
Amsterdam en/of Hoogvliet en/of Rosmalen en/of Nijmegen en/of Nieuwegein
en/of Eindhoven en/of Velp en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of
België en/of Groot-Brittannië, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen
en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of een
of meer anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van zijn
beroep of gewoonte een persoon en/of personen genaamd en/of zich noemende
[gesmokkeld persoon 8] en/of [gesmokkeld persoon 9] van Iranese nationaliteit, in elk geval
(een) illega(a)l(e) perso(o)n(en),
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of
Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te
New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land,
over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New
York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft
verschaft terwijl zij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat
die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, immers
heeft verdachte en/of een of meer van haar medeverdachte(n) (telkens)
-contact onderhouden met en/of instructies gegeven aan en/of ontvangen van
en/of afspraken gemaakt met een of meer medeverdachten over de organisatie
en/of de coördinatie en/of het verloop van het vervoer van deze te smokkelen
perso(o)n(en) en/of over het verlenen van onderdak en/of het ter beschikking
(laten) stellen van reisdocumenten aan deze te smokkelen perso(o)n(en) en/of
over het betalen en/of innen van gelden voor het vervoer van deze te smokkelen
perso(o)n(en) en/of
-die perso(o)n(en) vervoerd of laten vervoeren naar Nederland en/of
-die perso(o)n(en) onderdak verschaft en/of
-die perso(o)n(en) vervoerd en/of
-die perso(o)n(en) en/of (een) familie(lid) van die perso(o)n(en) en/of
contactperso(o)n(en) van die perso(o)n(en) verteld hoeveel zij moest(en)
betalen en/of
-die perso(o)n(en) voorzien van één of meer valse documenten en/of
-voor die perso(o)n(en) een (of meer) vliegtickets geregeld of laten regelen
en/of
-aan die perso(o)n(en) informatie met betrekking tot vliegtickets verschaft
en/of
-een of meermalen die perso(o)n(en) naar de luchthaven in Eindhoven heeft
gebracht of laten brengen en/of
-zich door die perso(o)n(en) en/of (een) familie(lid) van die perso(o)n(en)
en/of contactperso(o)n(en) van die perso(o)n(en) heeft/hebben laten betalen;
terwijl verdachte en/of één of meer van haar medeverdachte(n) daarvan een
beroep of gewoonte heeft/hebben gemaakt;
(Zaakdossier 4, in onderling verband met en samenhang bezien met de rest van
het dossier)
Artikel 197a lid 1, 2 en 4 Sr jo artikel 47 lid 1 ahf/sub 1 Sr.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie is op de gronden zoals weergegeven in zijn schriftelijk requisitoir van oordeel dat alle drie de feiten bewezen kunnen worden verklaard. Hij eist daartoe een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

Het standpunt van de verdediging.

De raadsman heeft op de gronden zoals weergegeven in zijn pleitaantekeningen vrijspraak voor alle drie de feiten bepleit.

Vrijspraak.

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1, feit 2 en feit 3 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank heeft weliswaar de overtuiging bekomen dat er wetenschap was bij verdachte van de verweten gedragingen van haar man, maar is van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte zelf daaraan een significante bijdrage heeft geleverd. Daarmee is er onvoldoende bewijs voor de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.

DE UITSPRAAK

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder feit 1, feit 2 en feit 3 is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. M.L.W.M. Viering en mr. M.A. Waals, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,
en is uitgesproken op 10 april 2014.