Proces verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 2] d.d. 18 april 2011, 192-194
Dit betreft een beschrijving van de videobeelden van de regiopolitie Brabant Noord omtrent de diefstal op woensdag 1 december 2010 in ’s-Hertogenbosch.
Ik herken de mannelijke personen, welke worden aangewezen middels de rode pijlen, als zijnde de verdachten welke zijn aangehouden op station Eindhoven te Eindhoven op woensdag 23 februari 2011.
Ik zie op de beelden dat [verdachte] een zwarte jas en een donkere broek aan heeft. Ik zie dat [verdachte] als enige geen hoofddeksel op zijn hoofd heeft. Ik herken [verdachte] aan zijn uiterlijke kenmerken zoals zijn gezicht, haargroei, gebogen rug (bochel) en tevens aan zijn manier van lopen. Ik zie dat [verdachte] loopt door middel van grote stappen te maken. De verdachte [verdachte] op deze beelden herken ik ook op de beelden van de stations Eindhoven, Leiden Centraal en van de Rabobank pinautomaat te Rotterdam verkregen naar aanleiding van de aangiftes die daarbij zijn gedaan.
Met betrekking tot de diefstal op station ’s-Hertogenbosch herken ik [verdachte] als zijnde de persoon die wordt omschreven als Q1 in het proces-verbaal van bevindingen voorzien van het nummer 2010061475-2 (rechtbank: pagina’s 171-184).
Met betrekking tot de diefstal op station Eindhoven herken ik [verdachte] als zijnde de persoon die wordt omschreven als betrokkene 3 danwel VE 3 in het proces-verbaal van bevindingen voorzien van het nummer 2010041948-4 (rechtbank: pagina’s 89-109).
Met betrekking tot de diefstal op station Leiden Centraal herken ik [verdachte] als zijnde de persoon die wordt omschreven als Q1 in de processen-verbaal van bevindingen voorzien van de nummers 2010060515-3 en 2010060515-4 (rechtbank: pagina’s 141-154).
Ik zie op de beelden dat [medeverdachte 1] een glimmende donkere jas aan heeft met als opvallende kenmerk de twee witten strepen ter hoogte van de linker bovenmouw. Ik zie dat [medeverdachte 1] een grijzen muts met klep op zijn hoofd heeft.
Ik herken [medeverdachte 1] aan zijn uiterlijke kenmerken waaronder zijn gezicht en haargroei. Op de beelden loopt [medeverdachte 1] vanaf 17.01.41 een aantal seconden zonder grijze muts op in beeld. Hierop is zijn kleur haar, haargroei en gezicht duidelijk te herkennen.
De verdachte [medeverdachte 1] op deze beelden herken ik ook op de beelden van de stations Eindhoven en Leiden Centraal verkregen naar aanleiding van de aangiftes die daarbij zijn gedaan. Ik zie op de beelden dat [medeverdachte 1] een jas aan heeft welke geheel gelijkend is op de jas die hij droeg tijdens zijn aanhouding en die hij droeg op station Leiden Centraal.
Met betrekking tot de diefstal op station ’s-Hertogenbosch herken ik [medeverdachte 1] als zijde de persoon die wordt omschreven als Q2 in het proces-verbaal van bevindingen voorzien van het nummer 2010061475-2 (rechtbank: pagina’s 171-184).
Met betrekking tot de diefstal op station Eindhoven herken ik [medeverdachte 1] als zijnde de persoon die wordt omschreven als betrokkene 1 danwel VE 1 in het proces-verbaal van bevindingen voorzien van het nummer 2010041948-4 (rechtbank: pagina’s 89-109).
Met betrekking tot de diefstal op station Leiden Centraal herken ik [medeverdachte 1] als zijnde de persoon die wordt omschreven als Q2 in de processen-verbaal van bevindingen voorzien van de nummers 2010060515-3 en 2010060515-4 (rechtbank: pagina’s 141-154).
Ik zie op de beelden dat [medeverdachte 2] een glimmende donkere jas, voorzien van een capuchon, aan heeft. Ik zie dat [medeverdachte 2] een sjaal om zijn nek draagt en dat hij een zwarte muts op zijn hoofd heeft.
Ik herken [medeverdachte 2] aan zijn uiterlijke kenmerken waaronder kleding, lichaamsbouw, een smal gezicht, spitse neus en manier van lopen waarbij zijn knieën iets naar binnen staan.
De verdachte [medeverdachte 2] op deze beelden herken ik ook op de beelden van de stations Eindhoven en Leiden Centraal verkregen naar aanleiding van de aangiftes die daarbij zijn gedaan.
Ik zie op de beelden dat [medeverdachte 2] een jas aan heeft welke geheel gelijkend is op de jas die hij droeg tijdens zijn aanhouding en die hij droeg op station Leiden Centraal.
Met betrekking tot de diefstal op station ’s-Hertogenbosch herken ik [medeverdachte 2] als zijnde de persoon die wordt omschreven als Q3 in het proces verbaal van bevindingen voorzien van het nummer 2010061475-2 (rechtbank: pagina’s 171-184).
Met betrekking tot de diefstal op station Eindhoven herken ik [medeverdachte 2] als zijnde de persoon die wordt omschreven als betrokkene 2 danwel VE 2 in het proces-verbaal van bevindingen voorzien van het nummer 2010041948-4 (rechtbank: pagina’s 89-109).
Met betrekking tot de diefstal op station Leiden Centraal herken ik [medeverdachte 2] als zijnde de persoon die wordt omschreven als Q3 in de processen-verbaal van bevindingen voorzien van de nummers 2010060515-3 en 2010060515-4 (rechtbank: pagina’s 141-154).