ECLI:NL:RBOBR:2014:1582

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2014
Publicatiedatum
3 april 2014
Zaaknummer
01/025109-04
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in verband met recidivegevaar na verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 april 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 2005 ter beschikking was gesteld na veroordeling voor meermalen gepleegde verkrachting. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 15 mei 2013, en de verpleging van overheidswege was voorwaardelijk beëindigd op 18 oktober 2013. De officier van justitie heeft op 10 februari 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar, welke op 21 maart 2014 werd behandeld in een openbare zitting.

Tijdens de zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft verschillende rapporten in overweging genomen, waaronder adviezen van de Reclassering Nederland en psychiater D.H.J. Boeykens. De reclassering concludeerde dat de terbeschikkinggestelde een laag gemiddeld recidiverisico heeft, mits hij de ondersteuning blijft ontvangen. De psychiater wees op een matig recidiverisico, vooral door de ontkenning van het indexdelict en de noodzaak van begeleiding.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel de terbeschikkinggestelde positieve stappen heeft gezet in zijn resocialisatie, er nog steeds een reëel recidivegevaar bestaat. Gezien de ernst van de gepleegde misdrijven en de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen, heeft de rechtbank besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/025109-04
Uitspraakdatum: 4 april 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1985],
verblijvende [plaats], [adres].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 april 2005 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 15 mei 2013 met een jaar verlengd. De verpleging van overheidswege is bij beslissing d.d. 18 oktober 2013 door de rechtbank voorwaardelijk beëindigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 10 februari 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 maart 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige H.J.G.P. Vloet,de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van de Reclassering Nederland, toezichtunit 2 Zuid, opgemaakt door F.R.J. Brouwers, unitmanager, en H. Vloet, reclasseringswerker, d.d. 21 januari 2014;
  • de rapportage van psychiater/zenuwarts D.H.J. Boeykens d.d. 5 februari 2014;
  • de beslissing van de rechtbank d.d. 18 oktober 2013, waarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van ‘verkrachting, meermalen gepleegd’, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de Reclassering Nederland is onder meer het navolgende gesteld:
‘In het kader van het uit te brengen verlengingsadvies is er in december 2013 een RISc diagnose uitgevoerd.
Betrokkene heeft tijdens zijn behandeling geen seksueel deviant gedrag laten zien of fysieke agressie getoond. In de seksuele anamnese bleek geen afwijkend gedrag te worden waargenomen. Betrokkene is een man met beperkingen op sociaal en cognitief gebied. De behandeling in de kliniek is lange tijd ernstig gestagneerd door betrokkenes ontkenning van de delicten.
Nu gekozen is voor een pragmatische insteek en betrokkene ondersteuning krijgt op sociale en cognitieve gebieden is het professionele eindoordeel ten aanzien van het recidiverisico als laag gemiddeld te beschouwen. Als deze ondersteuning weg zou vallen, zou dat risico kunnen toenemen tot een hoog gemiddeld risico.
Er is een laag gemiddeld risico op onttrekking van de voorwaarden. Betrokkene heeft zich ten tijde van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS aan de voorwaarden gehouden, buiten dat hij zich nog al eens vergiste in de tijdsafspraken met reclassering en begeleider van[afdeling kliniek]. Het toezicht van de [terbeschikkinggestelde] heeft wel extra inzet nodig van toezichthouder en begeleider van [afdeling kliniek] om de continuïteit vast te houden. (…)
Nu is er voor gekozen om betrokkene bij vader thuis te laten wonen van waaruit hij dan ook kan gaan werken als vloerenlegger. Daarbij dient hij mee te werken met hulp en ondersteuning door[afdeling kliniek]. De reclassering kan daarnaast ondersteuning en controle op het nakomen van de voorwaarden bieden. (…)
De termijn van het huidige toezicht is te kort om een goede beoordeling te kunnen geven of er tot op heden sprake is van een geslaagd resocialisatietraject en tevens op vermindering van de kans op recidive.
De reclassering heeft op 21 januari 2014 overleg gehad met betrokkenes begeleider vanuit [afdeling kliniek], dhr. [begeleider]. De verwachting is dat betrokkene nog geruime tijd ondersteunende begeleiding nodig zal hebben om een ‘zachte’ landing te kunnen laten maken in de maatschappij.
Dankzij de flexibiliteit van behandelaar is het resocialisatietraject voortgezet, ondanks het feit dat betrokkene zich niet altijd heeft geconformeerd aan de meldplicht.
Geadviseerd wordt om de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te verlengen met een jaar onder dezelfde voorwaarden, die voorheen golden.
Deze tijd kan dan gebruikt worden als er sprake is van een positieve ontwikkeling tijdens het resocialisatietraject om een verwijzing naar de reguliere zorg in te zetten.’
In voornoemd advies van psychiater D.H.J. Boeykens is onder meer het navolgende gesteld:
‘Samengevat kan geconcludeerd worden tot een matig risico waarbij de voorgeschiedenis van betrokkene, de blijvende ontkenning van het indexdelict waarvoor hij door de Nederlandse rechter veroordeeld is geworden en het weigeren om verantwoordelijkheid ervoor op te nemen, prognostisch ongunstig blijven. Positief is weer de inzet van betrokkene voor zijn werk en het gegeven dat hij zich uiteindelijk aan de afspraken houdt. (…)
Hoewel het verblijf in[kliniek] uiteindelijk negatief inwerkte op de resocialisatie van betrokkene, is betrokkene er wel in geslaagd om zich buiten de inrichting te ontplooien ook al blijft de sociale integratie van betrokkene in vele opzichten precair. Belangrijk is dat betrokkene zich niet opnieuw in gevaarlijke situaties mag begeven en uiteindelijk alle afspraken met de reclassering goed nakomt.
Gezien de achtergrond van betrokkene en gezien de ervaringen in de behandeling mag er niet vanuit gegaan worden dat er bij betrokkene nog therapeutische winst kan geboekt worden. Gezien de klinische indrukken en de risicotaxatie moet geconcludeerd worden tot het bestaan van een matig risico op recidive van het indexdelict, al biedt het gegeven dat betrokkene zich buiten de inrichting goed staande kan houden en de afspraken niet schendt verdere perspectieven voor resocialisering. Gezien het toch nog reëel bestaande recidiverisico en de huidige goede gang van zaken pleit ondergetekende voor verlenging van de TBS-maatregel met 1 jaar.(…)
Onderzochte is thans niet meer lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens.(…)
Het risico op gewelds- en/of seksuele delicten dient als matig ingeschat te worden.(…)
Ondergetekende beoordeelt de risicoprognose van de kliniek, weergegeven in een recente rapportage door de reclassering, als adequaat. (…)
Met het oog op de benodigde zorg en beveiliging is het van belang dat de contacten met de reclassering overeind blijven.(…)
Ondergetekende beoordeelt de begeleiding en het risicomanagement van de kliniek, weergegeven in een recente rapportage door de reclassering, als adequaat.’
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat prima met mij. Ik heb mijn eigen bedrijfje. Het eerste kwartaal heb ik iets meer dan € 2.000,-- per maand overgehouden. Achteraf ben ik blij dat ik het gesprek met psychiater Boeykens heb gehad. Ik vind het knap dat er in 20 minuten wordt afgebroken wat er in negen jaar is opgebouwd. Ik ben het eens met het rapport van de psychiater. Hij kon niet anders dan verlenging met één jaar adviseren omdat de terbeschikkingstelling pas kan worden beëindigd een jaar nadat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd. Maar dan ga ik in hoger beroep en op het moment dat de zaak dan door het Gerechtshof in Arnhem wordt behandeld, kan de tbs wel worden beëindigd.
Ik ga één keer per twee weken naar de reclassering. We praten dan over koetjes en kalfjes. Ik kan goed met de reclassering overweg.
Ik vind de heer [begeleider] van [afdeling kliniek] een prima kerel, maar wat daar wordt gedaan en besproken heeft geen invloed op mij. Ik houd mij goed aan de afspraken.
Zodra ik OO krijg, dat staat voor onvoorwaardelijk ontslag, kan ik naar België verhuizen. Daar betaal ik 20% minder belasting. Ook kan ik dan makkelijker in België en Duitsland werken.
In[kliniek] werd gezegd dat ik niet met geld kon omgaan. Ik heb papieren van mijn boekhouder waaruit blijkt dat ik dit wel kan. Dat is geen grootspraak.
Ik doe wat ik zeg en ik kom niet in de problemen.
De deskundige H. Vloet, optredend namens de Reclassering Nederland, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene is duidelijk een kwetsbare jongen. Hij heeft een langere tijd begeleiding nodig om zijn impulsiviteit te bedwingen. Hij voorziet niet welke invloed zijn gedrag op mensen heeft.
Betrokkene wordt begeleid door [afdeling kliniek]. Dat gaat prima. Hij neemt adviezen aan en houdt zich aan de afspraken.
De gesprekken met betrokkene gaan merendeels over geld. De laatste tien minuten gaat het over andere onderwerpen. Betrokkene is een open boek. Hij is eerder gretig dan afhoudend. We kunnen alles met hem bespreken.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Het gaat de goede kant op, maar we zijn er nog niet. We kunnen hem nog niet volledig zonder begeleiding laten. De psychiater concludeert dat het risico op gewelds- en/of seksuele delicten matig is.
We zien op zitting gebeuren wat in de rapportages staat beschreven. Betrokkene neigt ertoe zichzelf te overschreeuwen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik weiger te geloven dat het alleen maar grote verhalen zijn van betrokkene.
Betrokkene is naar binnen gegaan op het moment dat andere mensen van zijn leeftijd allerlei andere dingen gingen doen. Hij heeft negen jaar in de kliniek gezeten en is daar, naar hij meent ten onrechte, behoorlijk afgeknepen. Betrokkene komt buiten en gaat dan doen wat een heleboel andere mensen op 19/20-jarige leeftijd hebben gedaan. Betrokkene is in staat behoorlijk goed voor zichzelf te zorgen. Het is helemaal niet raar dat hij daar een bepaalde status aan ontleent. Je kunt het misschien overschreeuwen noemen, maar hij krijgt te weinig eer als wordt gezegd dat het alleen maar grote verhalen zijn.
De psychiater concludeert dat er geen stoornis meer bestaat. Zou je dan toch nog moeten verlengen? Uit de wet volgt dat de voorwaardelijke beëindiging een jaar moet hebben geduurd alvorens tot een beëindiging van de terbeschikkingstelling kan worden overgegaan.
Op dit moment moeten we het er mee doen. Betrokkene kan het goed vinden met de heer Vloet.
Voor nu refereer ik mij aan het oordeel van de rechtbank. Dat is tegen wil en dank.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de Reclassering Nederland, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige de heer H. Vloet. De rechtbank verenigt zich voorts met het advies van de psychiater D.H.J. Boeykens.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op voornoemde rapporten is gebleken dat het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde positief verloopt, maar dat thans nog steeds sprake is van een reëel recidivegevaar van de indexdelicten.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. P.A. Buijs en mr. A.W.H. van Velzen, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 april 2014.
Mr. A.W.H. van Velzen is buiten staat deze beslissing te ondertekenen.