ECLI:NL:RBOBR:2014:1497

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
31 maart 2014
Publicatiedatum
28 maart 2014
Zaaknummer
01/825240-07
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie na poging tot moord

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 31 maart 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man die ter beschikking was gesteld na een poging tot moord. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd op 29 april 2008 en voor het laatst verlengd op 12 april 2012. De officier van justitie heeft op 3 februari 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, welke vordering op 17 maart 2014 ter openbare terechtzitting is behandeld.

Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, deskundigen en de terbeschikkinggestelde zelf gehoord. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde, die lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type, sinds 27 mei 2010 in een kliniek verblijft. Ondanks een stabiele situatie en medicatietrouw, is er een hoog recidivegevaar wanneer de dwangmaatregel zou vervallen. De deskundigen adviseerden om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen, gezien de risico's voor de veiligheid van anderen.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel eiste, en dat de terbeschikkinggestelde nog niet klaar was voor een onbegeleid verlof. De beslissing is genomen op basis van de rapportages en de verklaringen van de betrokkenen tijdens de zitting.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825240-07
Uitspraakdatum: 31 maart 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1981],
verblijvende te [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 april 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 12 april 2012 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie van 3 februari 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 maart 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van J. Krediet, GZ-psycholoog, tevens behandelcoördinator, en H.J. Beintema, psychiater en Directeur Behandelzaken, tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 19 december 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“(…)Betrokkene is een thans 32 jarige man die sinds 27 mei 2010 in [kliniek] verblijft. Er is bij hem sprake van schizofrenie van het paranoïde type en er worden zowel positieve als negatieve symptomen gezien. Ondanks optimale medicamenteuze behandeling blijft er sprake van een psychotisch toestandsbeeld. Wel zijn de symptomen milder dan in het begin van de opname in de kliniek en functioneert betrokkene stabiel.
Sinds een jaar verblijft betrokkene op de doorstroomafdeling [afdeling], gericht op
patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. Er is sprake van een geleidelijke positieve
verandering. Betrokkene neemt zijn medicatie op vrijwillige basis in, hij volgt zijn dagprogramma, gebruikt geen drugs en praktiseert begeleid verlof. Een aanzienlijke
verbetering is dat betrokkene meer zicht geeft op zijn belevingswereld.
Zoals beschreven, functioneert betrokkene in de huidige gestructureerde omgeving vrij stabiel. Hij heeft echter veel ondersteuning nodig op vrijwel alle gebieden. De inschatting is
dat wanneer de huidige omgeving als ook het dwangkader wegvalt, de kans op recidive
hoog is. Vanwege zijn beperkte ziekte-inzicht, ziet betrokkene de noodzaak van begeleiding
en structuur niet in. Tot op heden is hij medicatietrouw, maar de indruk is dat hij hiermee
zal stoppen zodra dit niet in een (opgelegde) structuur is ingebed. De kans dat hij dan
psychotisch verder afglijdt en weer naar zijn wanen gaat handelen, wordt als aanzienlijk
ingeschat.
De komende tijd zal de behandeling zich voornamelijk richten op acceptatie van de psychotische kwetsbaarheid, het bevorderen van het ziekte-inzicht en het oefenen van
(sociale) vaardigheden tijdens het praktiseren van verloven. De bedoeling is tevens dat
indien de huidige lijn zich voortzet, de komende periode onbegeleid verlof aangevraagd zal
worden en dat er hierdoor meer zicht zal komen op welke vervolgvoorziening het meest
passend is. Betrokkene heeft aangegeven dat hij wil terugkeren naar zijn eigen (koop)huis.
De vraag is echter of dit haalbaar is. Het is dus tevens van belang om in de komende periode tot overeenstemming te komen met betrekking tot de vervolgsetting.(…)
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met 2 jaar.(…)”
De terbeschikkinggestelde heeft onder meer verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik zou graag naar mijn huis willen maar ik begrijp dat mijn behandeling nog niet is afgerond. Ik begrijp nu dat ik mijn medicatie moet blijven innemen en dat doe ik ook. Ik werk momenteel 2 keer 2 uur, dus in totaal 4 uur per week in de kliniek. Ik heb 2 keer per week kort begeleid verlof.
De deskundige J. Krediet, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies.
Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is inmiddels een aanvraag voor kort onbegeleid verlof gedaan. Een onbegeleid verlof naar de moeder van betrokkene is in dit verband nog niet aan de orde.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene is op de goede weg. Er is echter nog een hoog recidivegevaar wanneer het dwangkader van de TBS zou wegvallen. Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
De raadsvrouwe heeft zich gerefereerd ten aanzien van de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling en heeft aangegeven dat ze sinds tien jaar contact heeft met haar cliënt en dat het nog nooit zo goed is gegaan met hem als nu.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige. Op grond van de stukken, waaronder voormelde rapportages en hetgeen ter zitting is besproken, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank zal de maatregel verlengen met een termijn van 2 jaren.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.H.L.M. Snijders, voorzitter,
mr. M. Lammers en mr. M.M.J. Nuijten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.J.H.L. Coppens, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 maart 2014.
Mr. Nuijten is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.