De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“(…)Betrokkene is een thans 32 jarige man die sinds 27 mei 2010 in [kliniek] verblijft. Er is bij hem sprake van schizofrenie van het paranoïde type en er worden zowel positieve als negatieve symptomen gezien. Ondanks optimale medicamenteuze behandeling blijft er sprake van een psychotisch toestandsbeeld. Wel zijn de symptomen milder dan in het begin van de opname in de kliniek en functioneert betrokkene stabiel.
Sinds een jaar verblijft betrokkene op de doorstroomafdeling [afdeling], gericht op
patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. Er is sprake van een geleidelijke positieve
verandering. Betrokkene neemt zijn medicatie op vrijwillige basis in, hij volgt zijn dagprogramma, gebruikt geen drugs en praktiseert begeleid verlof. Een aanzienlijke
verbetering is dat betrokkene meer zicht geeft op zijn belevingswereld.
Zoals beschreven, functioneert betrokkene in de huidige gestructureerde omgeving vrij stabiel. Hij heeft echter veel ondersteuning nodig op vrijwel alle gebieden. De inschatting is
dat wanneer de huidige omgeving als ook het dwangkader wegvalt, de kans op recidive
hoog is. Vanwege zijn beperkte ziekte-inzicht, ziet betrokkene de noodzaak van begeleiding
en structuur niet in. Tot op heden is hij medicatietrouw, maar de indruk is dat hij hiermee
zal stoppen zodra dit niet in een (opgelegde) structuur is ingebed. De kans dat hij dan
psychotisch verder afglijdt en weer naar zijn wanen gaat handelen, wordt als aanzienlijk
ingeschat.
De komende tijd zal de behandeling zich voornamelijk richten op acceptatie van de psychotische kwetsbaarheid, het bevorderen van het ziekte-inzicht en het oefenen van
(sociale) vaardigheden tijdens het praktiseren van verloven. De bedoeling is tevens dat
indien de huidige lijn zich voortzet, de komende periode onbegeleid verlof aangevraagd zal
worden en dat er hierdoor meer zicht zal komen op welke vervolgvoorziening het meest
passend is. Betrokkene heeft aangegeven dat hij wil terugkeren naar zijn eigen (koop)huis.
De vraag is echter of dit haalbaar is. Het is dus tevens van belang om in de komende periode tot overeenstemming te komen met betrekking tot de vervolgsetting.(…)
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met 2 jaar.(…)”