Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De verdere procedure
- het tussenvonnis van 31-10-2012;
- de akte van eiseres;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 7-1-2013;
- het proces-verbaal van voortzetting van getuigenverhoor van 16-1-2013;
- het proces-verbaal van voortzetting van getuigenverhoor van 4-3-2013;
- het proces-verbaal van tegenverhoor van 3-4-2013;
- de conclusie na getuigenverhoor van eiseres;
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van gedaagden;
- de akte van eiseres;
- de antwoordakte van gedaagden.
2.De verdere beoordeling
In de periode dat hij in het […] verpleegtehuis verbleef was hij nauwelijks nog aanspreekbaar. Ik kon niet met hem praten, zelf praatte hij ook niet en als ik iets tegen hem zei zou ik niet kunnen zeggen of hij dat begreep.[…] Toen hij in het verpleegtehuis zat hebben de verplegers […] tegen mij gezegd dat [J] met een taxi was opgehaald en later weer was teruggebracht.
dat [J] helemaal over de streep wasen dat ik hem moest loslaten.
Voor mijn gevoel was [J] destijds in juli 2009 niet capabel en niet in staat om aan het opstellen van een nieuw testament mee te werken.[…] Ik ben altijd in het bezit geweest van het originele legitima-tiebewijs van [J]. […] In het verpleegtehuis zat hij in […] een
gesloten afdeling. […] Mij word gevraagd of [J] helder was op de dag dat hij uit het verpleegtehuis is weggeweest om, na achteraf blijkt, een nieuw testament te laten opmaken. Ik kan dat moeilijk uitleggen, ik had eigenlijk wel contact met hem, maar eigenlijk ook weer niet. Hij was blij wanneer ik kwam, want daar werd hij rustig van.
Er was nauwelijks communicatie mogelijk”.
Rond de tijd dat hij werd opgenomen was er geen gesprek meer met hem mogelijk[…]. […]
Hij zat maar voor zich uit te staren, praatte nauwelijks,
Naar mijn mening was [J] […] in die periode niet capabel en niet in staat om zijn wil te bepalen, naar mijn mening heeft hij ook niet kunnen begrijpen wat hij deed toen het nieuwe testament werd opgesteld.[…] [J] […] [zat] in een
gesloten afdeling[…] [J] wilde graag naar buiten […] maar dat ging zomaar niet want op de deur zat een codebe-veiliging. Die was echter kinderlijk eenvoudig en als [J] helder van geest geweest zou zijn, zou hij die code zo hebben kunnen intoetsen.
Hij was geestelijk de weg kwijt, hij gaf geen enkele uiting jegens mijn kinderen als die erbij waren en als je al deze omstandigheden in aanmerking neemt, weet je naar mijn mening geestelijk niet wat je doet. Ik ben aanwezig geweest en heb het een en ander geregeld in verband met de opname in [verpleeghuis], dat was een spoedopname. Bij de intake hebben [eiseres] en ik met meerdere personen van [verpleeghuis] gesproken […]. Daarna hebben wij ook overleg gehad met […] [T], en zij heeft ons
geadviseerd om de onderbewindstelling en het mentorschap van [J] […] snel te regelen[…]. Omdat er ook een medische verklaring moest komen heeft zij mij verwezen naar een zekere dokter [specialist ouderengeneeskunde]”.
In het rapport wordt gesproken over een “helder bewustzijn”. Dat betekent dat het bewustzijn niet beneveld is[…]. Wanneer er sprake is van een helder bewustzijn betekent dat dat de patiënt niet slaapt, niet comateus is, er oogcontact is en je iemands aandacht kunt trekken. Je kunt vragen stellen en krijgt dan wel of niet relevante antwoorden, als de patiënt tenminste nog kan praten. Ik kon met [J] […] praten, en
uit zijn reactie concludeerde ik dat er sprake was van geheugen- en oriën-tatiestoornissen. In mijn rapport wordt melding gemaakt van de diagnose van GGZ van
In het CIZ-rapport was sprake van de zwaarste indicatie die je in geval van dementie kan krijgen. […] De vraag of [J] […] niet, althans onvoldoende begreep wat hij deed, daarop heb ik hem niet onderzocht. Ik spreek uit mijn ervaring in zulke gevallen […] Mijn eerste bezoek aan [[J]] was op 1 juli 2009. […] al 30 jaar houd ik mij ook bezig met rapportages als de onderhavi-ge. […] [verpleeghuis] is in het geheel
een gesloten tehuis. In mijn verklaring staat dat [[J]] niet in staat is voor de rechtbank te verschijnen. Op verzoek van […] het kantonge-recht vermeld ik standaard of betrokkene wel of niet kan verschijnen. […]
Ik blijf bij mijn eerdere opmerkingen […] Als de betrokken notaris mij destijds om advies gevraagd zou hebben, zou ik hem hebben geadviseerd om niet mee te werken aan het opstellen van het testament, tenzij er ook een bewindvoerder of iets dergelijks bij zou zijn.[…] Ik weet […] dat [J] […] diabetes had. Diabetes leidt tot slechte vaten en dat is volgens de diagnose van GGZ de oorzaak van de dementie. […] Bij mijn bezoek aan [J] […] heb ik vastgesteld
dat er sprake was van dementie. […] bij vasculaire dementie is er sprake van sprongsgewijze achteruitgang en er kunnen ernstige afwijkingen bestaan naast functies die nog relatief goed intact zijn”.
een verpleeghuis voor dementerende personen. Vanaf 1992 ben ik daar maatschappelijk werkster. Ik heb destijds de opname van [J] […] geregeld […]
Ik heb enige dagen na de opname met [J] […] gesproken, hij was in de war en er was geen gesprek mee te voeren. Je kon wel met hem praten, maar hij gaf rare ant-woorden op vragen die ik hem stelde.[…] Na de opname heb ik verder geen bemoeienis meer met [J] […] gehad, op één uitzondering na:
voor [J] […] was een zorgpakket 5 ge-regeld, maar dat bleek onvoldoende, [J] […] had veel meer zorg nodig gezien onder meer zijn gedragsproblemen.
Ik heb toen geregeld dat er een aanvraag voor zorgpakket 7 kwam.[…]
[J] […] was een man met vergevorderde dementie, mijns inziens kan zo iemand moei-lijk de consequenties overzien van wat hij doet. Hij zat niet voor niets in het verpleeghuis en was ernstig ziek.Er was bij [J] […] sprake van een vasculair beeld, dat betekent dat hij goede en slechte momenten had, mensen met een dergelijk ziektebeeld zijn echter snel weer alles vergeten van wat ze doen. […] Ik denk dat ik de naam van [specialist ouderengeneeskunde], aan [schoondochter eiseres]
U houdt mij voor dat in het rapport van [specialist ouderengeneeskunde] staat dat [J] […] niet in staat was om naar behoren zijn financiën te beheren, volgens mij was dat in-derdaad zo op het moment dat ik hem zag. […] U houdt mij voor dat […] [specialist ouderengeneeskunde] in zijn rapport spreekt over een helder bewustzijn […] Zelfs bij een helder bewustzijn kan het zo zijn dat betrokkene na een uur al niet meer weet wat hij heeft gezegd, in het algemeen kun je dat bij een dementie wel zeggen”.
Die ge-sprekjes waren heel wisselend, hij was de ene keer ook helder en de andere keer niet, dat is een beeld dat samenhangt met iemand die vasculaire dementie heeft. Hoewel ik hem regel-matig zag heb ik nooit ervaren dat hij mij herkende. […] Mensen die met een Bopz-verkla-ring worden opgenomen en gedragsproblemen hebben kunnen vaak niet overzien wat ze doen en zeggen, dat gold ook voor [J][…]. Een Bopz-verklaring betekent dat je niet wils-bekwaam bent. Daarover is in de organisatie nooit discussie geweest. […] Gezien de Bopz-verklaring was [J] […] wilsonbekwaam, dat de Bopz-verklaring terecht is afgegeven daar is nooit enige twijfel over geweest. […]
[…] leefde met de waan van de dag, na 5 of 10 minuten wist hij al niet meer wat hij gedaan of gezegd had”.
[A], die een relatie is van ons kantoor en wel meer bij ons op kantoor komt als adviseur van cliënten.
Hijvroeg mij of ik een testament wilde op-maken voor [J] […] en
hijheeft mij aangegeven wat er in moest komen staan. Wat de rela-tie tussen [A] en [J] […] was, kan ik mij niet herinneren. […] ik [heb] een testament-concept opgemaakt en
aan [A]toegestuurd met het verzoek om dit met [J] […] door
In overleg met [A]heb ik voor het passeren van het testament een af-spraak ingepland in [plaats]. [A] had […] aangegeven dat het voor [J] […] moeilijk was om naar het kantoor te komen. […] Ik kan me niet herinneren of [A] aan mij heeft aan-gegeven dat hij het concept met [J] […] heeft besproken. Ik ben naar [plaats] gegaan, naar het huis van [gedaagde sub 1] […]. Toen ik daar binnen kwam, heb ik het originele legiti-matiebewijs van [J] […] gezien. Ik trof daar aan: [gedaagden] […] en [A]. Voorts was er nog een persoon aanwezig […] Ook [J] […] was er, maar die zat apart in de serre. Ik heb eerst met de familie en met [A] gesproken […] maar niet over de inhoud van het testament […]. Daarna ben ik naar de serre gegaan, samen met [A]. Ik wilde echter eerst alleen met [J] […] spreken en op mijn verzoek heeft [A] de serre toen verlaten.
[J] […] werd toen lichamelijk onrustig. […] Ik heb ongeveer drie kwartier met [J] […] gesproken […]. Het was een
redelijk normaalgesprek en [J] […] heeft duidelijk aangege-ven wat hij wilde, zowel verbaal als non-verbaal. Ik heb op meerdere manieren aan [J] […] gevraagd of wat er in het testament stond, zijn wil was. Ik heb overigens niet alleen over het testament met hem gepraat, maar ook […] bijvoorbeeld over dieren, want er stonden foto’s met dieren erop en [J] […] had gehandeld in dieren. Ik weet niet of hij zelf heeft verteld dat hij in dieren had gehandeld. Ik heb met hem ook over algemene dingen gesproken om zijn reactie te kunnen beoordelen. […]
De KNB heeft een stappenplan opgesteld, dat […] ook kan inhouden dat de notaris een geneeskundige verklaring vraagt. Ik heb het testament verleden, omdat bij mij de overweging was de ministerieplicht in dit geval voor te laten gaan op die aanwijzingen, want er zou anders wellicht te veel tijd verstrijken en wellicht dat in die tijd de toestand van [J] […] zodanig achteruit zou gaan dat hij niet meer in staat zou zijn om nog zijn wil te bepalen en omdat ik van mening was dat [J] […] op dat moment in staat was om zijn wil te bepalen. […] Ik kan mij niet herinneren of in het gesprek met [J] […] over [eiseres] is gesproken. […] [A] heeft mij in het eerste contact verteld dat [J] […] in een zorginstelling zat. Volgens mij heeft hij ook wel gezegd waarom hij daar zat, maar de details daarvan weet ik niet meer. […] Het testament is op kantoor opgemaakt.
Op dat moment was [J] […] naar mijn mening in staat zijn wil te bepalen”.
conversatie met hem was nauwelijks moge-lijk. Hij zat voortdurend te frommelen aan de gesp van de riem waarmee hij in de rolstoel vastzat en wilde die losmaken. Als je wat aan hem vroeg, kreeg je eigenlijk nauwelijks rechtstreekse antwoorden. Hij zat meestal binnensmonds te mompelen. Hij gaf regelmatig aan dat hij naar huis terug wilde. Er was in die periode geen gezichtscontact; als hij naar je keek, dan keek hij dwars door je heen.Als je aan hem vroeg of hij een ijsje wilde, dan be-greep hij dat wel, maar een gesprek met hem was niet mogelijk. […] In de gesprekken die ik met hem had, had hij
geen heldere momenten. […] In de periode dat hij in het verzor-gingstehuis zat en dat ik hem heb gezien, was [J] […] naar mijn mening niet in staat om naar behoren zijn wil te bepalen en te begrijpen wat hij deed.[…] Op 18 juli 2009 is de verjaardag van [J] […] in het verzorgingstehuis gevierd […]. Ook toen zat hij in zijn rol-stoel met zijn
blik op oneindig. […] Er was geen contact”.
helder van geest was en dat je normaal met hem kon communiceren. Hij was vol belangstelling voor zijn familie en vrienden. […] Ik merk […] op dat ik uiteraard alleen kan spreken over de momenten dat ik daar was […].
Bij het opmaken van het testament […] ben ik op geen enkele wijze betrokken geweest[…] Ik weet niet of [J] […] dement was. Ik heb ervaren dat hij het vermogen had om zijn familie tot op het laatste moment te kennen en hij wist ook waar hij verbleef.
Ik ben destijds betrokken geweest bij de onderbewindstelling van [J][…]. Toen [J] […] nog thuis zat begon de familie zich zorgen te maken over zijn situatie. […] Ik heb mij erin verdiept hoe dat zou moeten en heb in overleg met de familie de ver-zoeken […] ingevuld en door de familie laten ondertekenen. Naar aanleiding van het in-gediende verzoek ben ik aanwezig geweest bij een zitting van de kantonrechter […] Ik heb [J] […] ervaren als iemand die droge opmerkingen kon maken en dat bleef hij ook in het verpleegtehuis doen. Je had daar oogcontact met hem.
Je kon normaal met hem converse-ren[…]. […] De bezoekjes in het verpleegtehuis vonden meestal in de ochtend plaats. […] Mr. Jansen houdt mij voor de brief van mr. [C] van 21 september 2009, die als productie 23 […] is overgelegd en citeert met name de laatste twee alinea’s, op bladzijde twee […], waarin het gaat zowel over geld als over de geestelijke toestand van [J] […].
In het begin dat hij daar zat was hij wat minder, ik bedoel daarmee gees-telijk.[…]
De eerste weken dat hij daar zat was hij er compleet vanaf, hij zat daar maar voor zich uit te staren, en je kon niet met hem praten.Hij begreep overigens wel wat er gezegd werd. Na die beginperiode ging het beter met hem. […] Die bezoekjes van ons duurden ongeveer anderhalf uur […].
Echt een gesprek kon je eigenlijk niet met hem voe-ren, […] hij liet wel blijken dat hij blij was als je er was. […] Op zeker moment zijn [ge-daagde sub 2] en ik in een rolstoelbus naar het verpleegtehuis gereden en hebben [J] daar opgehaald. […] Wij zijn naar het huis van [gedaagde sub 1] gereden, we hebben [J] daar binnen gereden en in de serre gezet. In de woning waren [gedaagde sub 1] aanwezig en […]
Volgens mij was [J] die dag heel goed, waarmee ik bedoel dat hij het fijn vond dat hij mee kon. Hij lachte […]. Hij begreep dat hij naar zijn zus ging, ik kan me niet herinneren dat hij ook over de notaris heeft gesproken.[…] Toen wij [J] […] in het ver-pleegtehuis hebben opgehaald hebben we tegen de verpleging gezegd dat we naar zijn zus gingen. Over de notaris is toen niet gesproken. […] Het bezoek aan de zus van [J] en de notaris was de enige keer dat wij [J] […] uit het verpleegtehuis hebben meegenomen”.
Na de eerste bezoeken was hij wat rustiger geworden[…].
Als ik er was, was hij normaal aanspreekbaar, we maakten nog ondeugende grappen, zoals we vroeger ook deden. Mijn bezoekjes duurden […] ik schat een half uurtje […]. Op zeker moment begon hij over een notaris en hij vroeg mij of [een der gedaagden] dat zou […] kunnen regelen. Er moest wat veranderd worden zei hij, het ging om een testament. […]
iktelefonisch contact opgenomen met het kantoor van notaris [...] en gesproken met […] [notaris], om te kijken of we een afspraak konden ma-ken. De notaris vroeg
mijom gegevens, zodat zij een concept kon opmaken, met name vroeg zij om de gegevens van [J] […] en wie erfgenaam zouden moeten zijn. [J] heeft toen tegen mij verteld dat [gedaagen] erfgenamen zouden moeten zijn. […] Ik wist dat [J] een relatie had, ik had de naam van [eiseres] een aantal keren gehoord, maar kende haar […] niet. […].
Ikheb van de notaris een concept van het testament ontvangen, met het ver-zoek om dit met [J] door te nemen. Ik ben daarna naar het verpleegtehuis gegaan […] en heb het concept meegenomen en het toen ik bij [J] was uit mijn zak gehaald. Ik zei dat erin stond dat [gedaagden] als enige erfgenamen werden aangewezen, dat vond [J] goed.
Het concept zelf heeft [[J]] niet gezien. Ikheb daarna een afspraak gemaakt met de notaris, in de woning van [gedaagde sub 1] in [plaats]. Dat was op een morgen. […] Toen de notaris kwam, kwam zij bij het gezelschap zitten en heeft in zijn algemeenheid wat verteld en daar-na gezegd dat zij alleen met [J] wilde praten. [J] en de notaris zaten in de serre […]. Ik ben eerst mee de serre in gelopen, maar de notaris wilde alleen met [J] praten en ik ben toen weer vertrokken.
Ik zag op zeker moment dat [J] onrustig werd en vervolgens heeft de no-taris gevraagd of ik erbij kwam zitten.Ik hoorde de notaris aan [J] vragen: “Weet je zeker dat je je andere broers en zusters uitsluit?” […] Zij heeft dit bij herhaling gevraagd en [J] zei dat hij alleen [gedaagden] als zijn erfgenamen wilde, omdat zij voor hem goed waren geweest. […] De naam van [eiseres] is […] niet aan de orde geweest toen ik er was.
Vol-gens mij was [J] […] op dat moment heel goed en heel helder. Hij vertelde ook nog dat ze die morgen langs zijn beestjes waren gereden met de auto. […] Ik heb aan de notaris in het telefoongesprek dat ik vanuit het verzorgingstehuis voerde medegedeeld dat [J] […] in een verzorgingstehuis […] zat. Zij vroeg mij om ook te zorgen voor een verklaring van een arts. Ik probeerde die verklaring te regelen via [gedaagden] en die vertelden mij dat er een arts al een verklaring had opgemaakt en dat die arts niet bereid was om dat nog een keer te doen. Dat heb ik zo aan de notaris medegedeeld. De notaris had mij in dit kader nog medegedeeld dat op dat moment alles nog wel duidelijk was, maar misschien zouden er over tien jaar on-duidelijkheden over kunnen ontstaan […]. Ik heb aan de notaris ook een kopie van de legi-timatie van [J] […] gemaild, dat had ik van [een der gedaagden] gekregen.
Ik wist niet wat [J] […] mankeerde. […] De notaris heeft toen hij in de woning in [plaats] was om de legiti-matie van [J] […] gevraagd. Die hebben [gedaagde sub 2 of gedaagde sub 1] […] gegeven […]. [gedaagde sub 2] is weggegaan om een kopie daarvan te maken. […] Uit mijn schrif-telijke verklaring zou men kunnen lezen dat ik de hele tijd aanwezig ben geweest bij het ge-sprek tussen de notaris en [J] […]. Dat is dus niet zo”.
“Beginselen en vuistregels bij wilsonbekwaamheid bij oudere cliënten met een complexe zorgvraag”[…]. […] Deze handreiking hoort bij de KNMP modelrichtlijn
“Van Wet naar Praktijk”[…]. Deze behoort weer tot een samenhangend geheel van rapporten en adviezen dat tot doel heeft de […] (WGBO) te implementeren in de zorgpraktijk. Dit alles […] sluit geheel aan bij deze zaak over wils(on)bekwaamheid bij het tekenen van een testament. […] Dat blijkt ook uit de aanwezigheid van het
“Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening”[…]
gerede twijfelaan de wils-bewaamheid van [[J]]. In dergelijke omstandigheden dient een wils(on)bekwaamheid sys-tematisch, zoveel mogelijk objectief en medisch vastgesteld (wel of niet) te worden
op het moment/ten tijdevan de beslissing i.c. ondertekening testament. Dat is niet het geval ge-weest. Er is sprake geweest van een
beslissing met (mogelijk) ernstig gevolg […].In der-gelijke omstandigheden […] dient een expliciete beoordeling plaats te vinden, al of niet
Uitgangspunt is dat iemand wilsbekwaam is totdat het tegendeel blijkt. Bij [[J]] heeft geen expliciete beoor-deling (al of niet met een nader specialistisch onderzoek) plaatsgevonden bij de gebeurtenis van het ondertekenen van een testament. [[J]] was dus bij het tekenen van het testament in juli 2009 wilsbekwaam.[…] [P], neuroloog n.p.”
U zou bij gelegenheid van uw verklaring op 1 juli 2009 geen diagnose hebben gesteld en zijn afgegaan op de “diagnose” van […] [M] en […] [V] van GGZ Oost-Brabant. [M] en [V] zouden geen arts/deskundige op het gebied van het stellen van een diagnose op grond van dementie zijn en daarnaast is maar de vraag of er überhaupt een diagnose is gesteld en zo ja wat die diagnose is geweest.
6 dagen voor opname van [[J]] is een indicatiebesluit factor 5 […] afgegeven dat op grond van artikel 60 BOPZ na opname in [verpleeghuis] is gewijzigd van 5 in vv 07. Als vasculaire dementie de grond is voor het verhogen van de indicatie is dat niet mogelijk binnen 6 dagen, aldus de wederpartij;
Op grond van de verklaring van […] [P] d.d. 25 juni 2013 […] oordeelt de weder-partij dat er gerede twijfel is om aan de wilsbewaamheid van [[J]] te twijfelen doch dat medisch gezien als uitgangspunt dient te gelden dat iemand wilsbewaam is totdat het tegendeel is gebleken en dat daarvan in deze situatie geen sprake is.
dat als het om ingewikkelde zaken gaatin een dergelijke situatie als waarin [[J]] zich bevond
het vermogen mist om zijn wil te bepalen en te verklaren. Het bepalen van de laatste wil beschouw ik als een dergelijke ingewikkelde zaak[…].[…] Het onderzoek in medisch psychiatrische zin was wel degelijk gedaan door GGZ Oost-Brabant (gevorderde Vasculaire Dementie), aangezien het geen voorbijgaande maar progressieve ziekte betreft is een herhaling van de diagnostiek op dat moment onzinnig”.
12.900,00(5 punten × tarief € 2.580,00)
3.De beslissing
- veroordeelt gedaagden om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 2.500,00:
- voor iedere dag dat zij niet aan de hoofdveroordeling tot het doen van een volledige