ECLI:NL:RBOBR:2014:1261

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 maart 2014
Publicatiedatum
20 maart 2014
Zaaknummer
01/845225-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde wegens verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 maart 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 2006 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor verkrachting. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd in 2012 en de officier van justitie heeft op 23 januari 2014 opnieuw verzocht om verlenging voor de duur van twee jaar. Tijdens de openbare zitting op 7 maart 2014 is de terbeschikkinggestelde niet gehoord, maar zijn proceswaarnemer heeft het woord gevoerd. De rechtbank heeft het advies van de Pompekliniek in overweging genomen, waaruit bleek dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een schizoaffectieve stoornis en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Ondanks enige stabilisatie in zijn toestand, blijft er een verhoogd risico op recidive bestaan, vooral door zijn waandenkbeelden en de afwezigheid van een goede maatschappelijke inbedding. De deskundige heeft aangegeven dat de terbeschikkinggestelde intensieve psychiatrische behandeling en begeleiding nodig heeft, en dat het begeleid verlof mogelijk een nieuwe stimulans kan bieden voor zijn behandeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, en heeft de termijn met twee jaar verlengd.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845225-05
Uitspraakdatum: 21 maart 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1977],
verblijvende in [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 3 januari 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 16 maart 2012 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 23 januari 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 maart 2014. Hierbij zijn de officier van justitie en de deskundige gehoord. De terbeschikkinggestelde is in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Terbeschikkinggestelde wenste niet gehoord te worden. Nadat terbeschikkinggestelde de zittingszaal heeft verlaten is mr. [proceswaarnemer]als proceswaarnemer aanwezig geweest en heeft als zodanig het woord gevoerd.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van De [kliniek] ondertekend op 9 december 2013 door mw. [psychiater], psychiater, directeur patiëntenzorg, plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van verkrachting, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

In voornoemd advies van De Pompekliniek is onder meer het navolgende gesteld:

“Betrokkene is vanwege het plegen van verkrachting veroordeeld tot terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Bij de totstandkoming van het delict van betrokkene lijken met name het psychiatrisch toestandsbeeld en de persoonlijkheids pathologie een belangrijke rol te hebben gespeeld. Betrokkene is gediagnosticeerd met een schizoaffectieve stoornis, waarbij er sprake is van de aanwezigheid van (grootheids)wanen, hallucinaties en chaotisch gedrag in combinatie met stemmingsfactoren van manische en depressieve aard. Daarnaast is ook sprake van een persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven met antisociale en narcistische trekken. Dergelijke trekken werden verstrekt door de ten tijde van het indexdelict aanwezige grootheidswanen. Zo was betrokkene overtuigd van zijn speciale rol als profeet, namelijk het verwekken van een blank kind met blauwe ogen waardoor ook hijzelf blank zou worden. Bovendien was er sprake van agressiedisregulatie en impulsdoorbraken. Daarnaast was er toentertijd bij betrokkene sprake van een slechte maatschappelijke inbedding en beperkte sociale vaardigheden. In de vorige kliniek, [kliniek 1], was sprake van een impasse in de behandeling. Na herselectie verblijft betrokkene in de [kliniek] op afdeling [afdeling]tot 23 november 2011, een extra beveiligde afdeling voor patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. Vervolgens is hij overgeplaatst naar Behandeling 1, een zorggerichte behandelafdeling voor patiënten met een ernstige psychotische kwetsbaarheid. Er is sprake van een toename van stabiliteit in het psychiatrisch beeld, waarbij de auditieve hallucinaties en de stemmingsinstabiliteit naar de achtergrond zijn verschoven. Betrokkene verblijft vanwege een beperkt ziektebesef tot nu toe alle behandelonderdelen weigeren. Hij verleent meer medewerking dan in[kliniek 1], wanneer het gaat om het volgen van een dagprogramma. Op eigen initiatief gebruikt hij antipsychotische medicatie ter vermindering van de stemmingsinstabiliteit, impulsiviteit agitatie en agressie. Dit is een belangrijk onderdeel van het risicomanagement. Hoewel het horen van stemmen minder frequent en minder prominent aanwezig is, blijft het waansysteem van betrokkene ten alle tijden overeind, het is medicatie resistent gebleken. Betrokkene gelooft er dan ook nog stellig in de profeet te zijn. Er is dus sprake van een partieel effect. Hoewel er over het algemeen meer stabiliteit is bereikt in het toestandsbeeld, is er nog wel sprake van een verhoogd risico op recidive. De risicofactoren zijn vrijwel onveranderd aanwezig sinds het indexdelict. Bij het wegvallen van de geboden structuur vormen betrokkenes waandenkbeelden de voornaamste risicofactor, samenhangend met terugkerende interpersoonlijke moeilijkheden (persoonlijkheidsproblematiek). Het gebruik van cannabis zal accelererend werken in het verder afglijden. De kans op delinquent gedrag is groot wanneer betrokkene psychotisch is, maar bestaat daarnaast ook vanwege de antisociale persoonlijkheidsproblematiek.
Het is tot op heden, los van het gebruik van anti-psychotische medicatie en het meer volgen van een dagprogramma, nog niet mogelijk gebleken om betrokkene verder te motiveren tot het deelnemen aan behandeling. Er wordt een mogelijkheid geacht dat het aangevraagde begeleid verlof hier een nieuwe stimulans in kan bieden.
Vooralsnog is op basis van de herhaalde en langdurige behandelimpasse het lange termijn doel om samen met betrokkene toe te werken naar een vervolgvoorziening in de langdurig forensisch psychiatrische zorg. Afhankelijk van de bevindingen die het begeleid verlof met zich meebrengt, kan dit doel nog bijgesteld worden. Het voorgenomen traject zal de duur van twee jaar te boven gaan. Voortgezet toezicht onder de maatregel van de terbeschikkingstelling zal noodzakelijk zijn om de continuïteit van toezicht en psychiatrische behandeling te waarborgen, te trachten een ingang voor behandeling te creëren en om toe te kunnen werken naar een passende vervolgvoorziening.
Dankzij het consequent aanbieden van een duidelijke structuur in combinatie met stemmingsstabiliserende en antipsychotische medicatie functioneert betrokkene redelijk stabiel. Psychotische symptomen zijn door de medicatie verminderd, maar feitelijk is er sprake van een chronisch psychotisch toestandsbeeld. Duidelijk is dat betrokkene gedurende zijn verdere leven intensieve psychiatrische behandeling en begeleiding nodig zal hebben. Met het oog op stabilisatie en recidivepreventie blijft het gebruik van antipsychotica geïndiceerd.
Wij adviseren de maatregel van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege voor betrokkene te verlengen met de duur van twee jaar.”

De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik ben de profeet Mohammed. Jullie gaan allemaal naar de hel. Ik ga niet naar jullie onzin luisteren. Ik ben door onrechtvaardigheid in de gevangenis gekomen. Er is geen verkrachting geweest. Ik zal worden vrijgesproken. Er valt met jullie niks te bespreken.
De deskundige mw. [deskundige], optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij het rapport. In aanvulling daarop wil ik nog vermelden dat we een machtiging van het ministerie hebben gekregen voor begeleid verlof. Er is verlof afgegeven voor stap 1 t/m 3. Stap 4 is het netwerkverlof en betrokkene geeft geen toestemming om contact op te nemen met zijn familie. Ik ken betrokkene nog maar twee maanden. De felheid die hij op deze terechtzitting laat zien, zien we niet terug in de kliniek. Bij gesprekken kan hij wel stellig zijn. Hij heeft nog geen gebruik gemaakt van de verlofmogelijkheid. Als hij op deze mogelijkheid wordt gewezen, neemt zijn weerstand en felheid alleen maar toe. We volgen nu de lijn richting een lange termijn voorziening. Het gaat iets beter dan in[kliniek 1]. Hij is medicatietrouw. We proberen de behandelingsimpasse te doorbreken via de weg van het begeleid verlof. Een beveiligd verlof wordt goed ingekaderd. De stemmen die hij hoort gaan naar de achtergrond en hij is gemotiveerd om daaraan mee te werken. We willen hem wat meer in de dagelijkse realiteit krijgen, maar daar werkt hij niet aan mee. Hij moet zich voegen aan de voorwaarden voor verlof en daarom kiest hij er voor om helemaal niet met verlof te willen.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Ik verzoek de vordering toe te wijzen en de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaren. Terbeschikkinggestelde weigert mee te werken aan de behandeling. Ik verzoek het advies van de kliniek te volgen.

Mr. [proceswaarnemer] heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Betrokkene denkt dat hij de profeet Mohammed is. Ik heb de deskundige mevrouw Verhees reeds voor de zitting gesproken en zij heeft mij uitgelegd dat men de waan van betrokkene laat voor wat hij is en een situatie probeert te creëren waarin de waan langzaam afbrokkelt. Ik begrijp nu van de deskundige dat ze met het begeleid verlof beweging proberen te krijgen in de behandeling. Dat heeft al wat zorgen bij me weggenomen. Ik begrijp dat de kliniek probeert stagnatie van de behandeling te voorkomen en een betere begeleiding van betrokkene mogelijk te maken. Als iemand in een waan verkeert, dan hoeft dat niet per definitie gevaarlijk te zijn voor de omgeving.

De rechtbank oordeelt als volgt.

De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en wel voor de duur van twee jaren.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde termijn gedurende welke[terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.H.E. Boomgaart, voorzitter,
mr. drs. W.A.F. Damen en mr. T. van de Woestijne, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.A.M. Balemans, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 maart 2014.