ECLI:NL:RBOBR:2014:1200

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2014
Publicatiedatum
17 maart 2014
Zaaknummer
01/825047-08
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met één jaar na poging doodslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 maart 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene die ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag. De oorspronkelijke TBS-maatregel werd opgelegd op 19 februari 2009 en was voor het laatst verlengd op 25 maart 2013. De officier van justitie had op 28 januari 2014 verzocht om een verlenging van de TBS met twee jaar, maar de rechtbank heeft besloten om deze met slechts één jaar te verlengen.

Tijdens de openbare zitting op 4 maart 2014 zijn de officier van justitie, deskundigen en de terbeschikkinggestelde zelf gehoord. De deskundigen gaven aan dat de betrokkene, die lijdt aan een chronisch psychotische stoornis, nog steeds kwetsbaar is en langdurige begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de psychologen in overweging genomen, maar besloot uiteindelijk om de TBS met één jaar te verlengen, om de betrokkene te ondersteunen in zijn positieve ontwikkeling.

De rechtbank heeft in haar overwegingen ook het belang van de veiligheid van anderen meegewogen, zoals voorgeschreven in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing om de TBS met één jaar te verlengen, werd genomen om de betrokkene de kans te geven om verder te werken aan zijn resocialisatie en om de stabiliteit die hij in de afgelopen jaren heeft opgebouwd te behouden. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om de zaak aan te houden voor onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging van de TBS afgewezen, omdat zij van mening was dat de huidige situatie van de betrokkene nog niet toelaat dat de TBS wordt beëindigd.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825047-08
Uitspraakdatum: 18 maart 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde]

geboren te[geboorteplaats] op[1974],
verblijvende[de kliniek]

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 februari 2009 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 25 maart 2013 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 28 januari 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 maart 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van L. Tiggelaar, GZ-psycholoog/ behandelcoördinator en H.J. Beintema, psychiater en plv.hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft (voor deze H. Bokern, psychiater en waarnemend 1e geneeskundige), d.d. 31 december 2013;
  • het rapport van de psycholoog I. van Asselt gedateerd op 19 december 2013;
  • het rapport van de psychiater I. Maksimovic gedateerd op 31 december 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene is een thans 39-jarige man bij wie sprake is van een chronisch psychotische
stoornis in het kader van een schizo-affectieve stoornis (bipolaire type). Daarnaast is er
sprake van een gegeneraliseerde angststoornis. In de voorgeschiedenis is er sprake van fors
middelenmisbruik, hetgeen waarschijnlijk luxerend en aggraverend heeft gewerkt ten
aanzien van de psychosen. Ten tijde van het delict verkeerde betrokkene al jaren in een
psychotische toestand, waarbij het waanachtig denken op de voorgrond stond met daarnaast incoherentie in denken, handelen en voelen. Daarbij was er sprake van een geringe frustratietolerantie, tekortschietende agressieregulatie en beperkte impulscontrole, waardoor betrokkene nauwelijks te begeleiden of behandelen was.
In het afgelopen jaar is betrokkene van de doorstroomafdeling [2] via de
uitstroomafdeling [3], overgeplaatst naar één van de transmurale voorzieningen
van de kliniek, [transmurale afdeling]. Betrokkene functioneert binnen zijn kwetsbaarheid al jaren
stabiel, al blijft hij in de basis een angstig persoon, waar hij met name tijdens de
onbegeleide verloven hinder van ondervindt. Betrokkene is echter in de afgelopen jaren
beter in staat om angstgerelateerde zaken in gesprek te brengen en deze te relativeren.
Betrokkene blijft wel kwetsbaar. Hij heeft de mensen om hem heen nodig om stabiel te
kunnen blijven functioneren en om structuur in zijn dag aan te brengen. Betrokkene verblijft
nog maar kort op de [transmurale afdeling]. De komende maanden zullen moeten uitwijzen welke
vervolgvoorziening in de toekomst haalbaar zal zijn. Er wordt gedacht aan een traject
richting een RIBW of een vorm van zelfstandig (begeleid) wonen onder begeleiding van het
transmuraal team. Wat vast staat is dat betrokkene langdurig begeleiding en steun nodig zal
blijven hebben om stabiel in de maatschappij te kunnen functioneren. Hij zal de komende
periode nog een aantal belangrijke stappen moeten zetten in zijn resocialisatietraject. Dit zal een groot beroep doen op zowel zijn toch aanzienlijke kwetsbaarheid en beperkte
draagkracht, als op zijn vermogen om de stabiliteit die de afgelopen jaren is ontstaan vast te
kunnen houden. Het is daarbij van belang dat het behandelteam van[de kliniek] betrokkene daar actief bij kan blijven begeleiden, en hem kan monitoren en ondersteunen bij dit traject. Hiervoor is voortzetten van de TBS-maatregel met dwangverpleging nadrukkelijk geïndiceerd. Dit geldt zowel voor een resocialisatietraject in de regio [van de kliniek], als in de situatie wanneer hij zal resocialiseren in de regio waar zijn ouders wonen. Gezien de kwetsbaarheid van betrokkene zal het resocialisatietraject met
geleidelijke stappen moeten plaatsvinden om zijn draagkracht niet te overschrijden. Ook
zullen er nog een aantal belangrijke stappen moeten worden gezet, zoals toetsen van zijn
zelfstandigheid op de[transmurale afdeling] als bezien hoe betrokkene zal functioneren in een
vervolginstelling die meer op afstand van de kliniek is. Dit traject zal derhalve nog geruime
tijd duren en de termijn van twee jaar overschrijden. Betrokkene zal bij een positief verloop
van bovenstaand traject wel een steeds grotere mate van vrijheid en zelfstandigheid gaan
krijgen en ingebed gaan worden in de zorg die ook na de tbs lang durend kan blijven
bestaan. Tevens zal er contact gelegd gaan worden met de reclassering en toegewerkt gaan
worden naar proefverlof zodat op termijn de overgang naar een eventuele voorwaardelijke
beëindiging van de dwangverpleging geleidelijk kan plaatsvinden.
Advies verlenging terbeschikkingstelling
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat prima met mij. Ik verblijf thans in een transmurale voorziening van de kliniek, [transmurale afdeling]. Ik werk mee aan hoe het volgens de kliniek moet gebeuren. Ik heb op een aantal punten vooruitgang geboekt. Ik heb die opgeschreven en overhandig die thans aan de rechtbank. Ik doe alles om mee te werken aan mijn vooruitgang. Mijn medicatie neem ik trouw in. In ben inmiddels gaan werken bij[activiteitencentrum] te [omgeving van de kliniek].
De deskundige mevrouw R.A. Jaagsma, GZ-psycholoog, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Een verlenging van de terbeschikkingstelling met 1 jaar is te kort. Twee jaar is noodzakelijk gelet op de kwetsbaarheid van betrokkene. Er zullen telkens kleine stapjes genomen moeten worden. De weg van transmuraal naar voorwaardelijke beëindiging van de TBS is te kort. Het is beter om de weg te volgen via transmurale plaatsing naar proefverlof etc.
Een eventuele vervolginstelling zal in een TBS kader plaats vinden. Betrokkene heeft nog één stap te zetten en dat is het zogenaamde terugvalpreventieprogramma.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik vorder verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. In geen van de uitgebrachte rapporten is te lezen dat een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling een goede beslissing zou zijn.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Mijn cliënt heeft tijdens een bespreking op mijn kantoor aangegeven dat hij een verlenging van de terbeschikkingstelling wenst van één jaar en niet van twee jaar. Zijn houding op zitting verrast mij dan ook. De transmurale plaatsing verloopt prima. De terbeschikkingstelling duurt al 5 jaar. Cliënt is goed ingesteld op de medicatie. De verdediging zet koers op een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. Een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar is niet passend. Cliënt moet zo spoedig mogelijk worden geplaatst in een begeleid wonen traject.
Primair verzoek ik de rechtbank de zaak aan te houden opdat onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. Subsidiair verzoek ik de rechtbank de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichtingen, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige, met dien verstande dat de rechtbank de terbeschikkingstelling zal verlengen met één jaar en niet met twee jaar, zoals ook wordt geadviseerd door de rapporteurs I. van Asselt, psycholoog (zie rapport d.d. 19 december 2013) en I. Maksimovic, psychiater (zie rapport 31 december 2013). De rechtbank acht het van belang betrokkene te steunen in de positieve weg die hij heeft ingeslagen door de terbeschikkingstelling niet met twee jaar te verlengen maar met één jaar. Daarmee wijst de rechtbank impliciet af het verzoek van de raadsman om de zaak aan te houden teneinde de mogelijkheden te onderzoeken van een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde]ter beschikking is gesteld
met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H. Renneberg, voorzitter,
mr. H.M. Hettinga en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 maart 2014.