ECLI:NL:RBOBR:2014:1199

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2014
Publicatiedatum
17 maart 2014
Zaaknummer
01/045182-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na eerdere voorwaardelijke beëindiging van dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 maart 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder op 11 december 2002 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor poging tot doodslag en bedreiging. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 19 februari 2013, maar de officier van justitie heeft op 16 januari 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Tijdens de openbare zitting op 4 maart 2014 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en de psychiater in overweging genomen, die beiden de verlenging van de terbeschikkingstelling adviseerden. De reclassering gaf aan dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende had kunnen resocialiseren door langdurige detentie en dat er een laag tot gemiddeld recidiverisico was, afhankelijk van zijn gedrag en alcoholgebruik. De psychiater stelde dat de terbeschikkinggestelde een gemengde persoonlijkheidsstoornis had, maar dat het risico op gewelddadig gedrag laag tot matig was, mits er geen terugval in alcoholmisbruik zou zijn. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste en dat de voorwaarden met betrekking tot alcoholgebruik gehandhaafd konden blijven. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, onder handhaving van de eerder gestelde voorwaarden.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/045182-01
Uitspraakdatum: 18 maart 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op [1972],
verblijvende te [adres].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van deze rechtbank van 11 december 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Het gerechtshof te Arnhem heeft bij beschikking van 5 juli 2012 (onder andere) de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd onder de in die beslissing vermelde voorwaarden. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 19 februari 2013, met twee jaar verlengd. Daarbij zijn de voorwaarden met betrekking tot de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege gewijzigd. Deze verlenging is door de beslissing van het gerechtshof te Arnhem van 4 juli 2013 bevestigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 16 januari 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 maart 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • een advies van de Reclassering Nederland d.d. 7 januari 2014;
  • een advies van de Reclassering Nederland d.d. 25 januari 2014 en
  • een psychiatrisch rapport van dr. E.D.M. Masthoff d.d. 26 januari 2014.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van “poging tot doodslag, meermalen gepleegd” en “bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht” terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Voormeld advies van de Reclassering Nederland d.d. 7 januari 2014 houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Aangezien betrokkene het grootste gedeelte van het jaar gedetineerd is geweest, is het voor de reclassering niet mogelijk geweest om uitvoering te geven aan het toezicht en is het niet mogelijk om een volledig beeld te geven van de ontwikkeling binnen het resocialisatietraject van betrokkene. Om met betrokkene wederom een resocialisatietraject te kunnen voortzetten en uitvoering te kunnen geven aan zowel het toezicht als aan het risicomanagement adviseert de reclassering de verlenging van de tbs met minimaal één jaar.
Het reclasseringsadvies van 25 januari 2014 houdt ten aanzien van het recidiverisico
- zakelijk weergegeven - het volgende in:
De kans op recidive wordt ingeschat als laaggemiddeld. Betrokkene wordt weliswaar verdacht van rijden onder invloed, hij ontkent en er is nog geen veroordeling in de zaak. Tevens hebben wij niet kunnen vaststellen dat sprake is geweest van geweldsdelicten. Betrokkene werd in 2013 nog verdacht van huisvredebreuk maar is hiervoor vrijgesproken. Indien betrokkene zou worden veroordeeld voor het tenlastegelegde betekent dit dat het risico aanmerkelijk hoger is. Er zou dan wederom sprake zijn van middelenmisbruik hetgeen ten tijde van de indexdelicten ook een belangrijke factor was. Tevens zou hij zich bij een eventuele veroordeling hebben onttrokken aan de voorwaarden.
Voormeld psychiatrisch rapport van dr. E.D.M. Masthoff d.d. 26 januari 2014 houdt
– zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Bij betrokkene is sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met voornamelijk narcistische trekken en tevens in ernst afnemende antisociale gedragingen. In het verleden is sprake geweest van misbruik van alcohol en cocaïne terwijl er thans sprake is van een langdurige remissie onder toezicht. Het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag wordt ingeschat als laag tot matig, mits de lezing van de feiten zoals door betrokkene weergegeven klopt. Indien er daarentegen toch sprake is geweest van geweldgebruik binnen de partnerrelatie en terugval in alcoholmisbruik en gerelateerd daaraan onverantwoordelijk gedrag, dan is het recidiverisico als hoog in te schatten. In principe is er geen discrepantie in de beredenering van de risicoprognose door de psychiater en de reclassering, echter wel in het vertrouwen in de samenwerking met betrokkene. De reclassering heeft daar duidelijk meer voorbehouden/twijfels bij dan de psychiater. De psychiater kijkt meer naar de feiten, de verslaglegging daarover (of het gebrek daaraan) en naar de mate van (on)zekerheid waarin is vast komen te staan of betrokkene nu al dan niet aanzetten tot gevaarlijk/risicovol gedrag heeft getoond. Indien namelijk onvoldoende zeker is dat betrokkene daadwerkelijk dergelijk gedrag heeft vertoond, zou hem naar mening van de psychiater meer het voordeel van de twijfel gegeven dienen te worden dan de reclassering dat doet/heeft gedaan. De psychiater heeft niet het idee dat betrokkene nog verdere winst zal halen uit psychiatrische behandeling in engere zin. Hij zal zijn leven sociaal maatschappelijk gezien moeten hervatten en opbouwen en tegelijkertijd uit de problemen dienen te blijven waarbij er meer noodzaak is tot toezicht dan behandeling. Geadviseerd wordt om de tbs te verlengen met één jaar onder continuering van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging en aanscherping van de voorwaarden van het toezicht inzake afspraken over alcoholgebruik en de controle daarop.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Als gevolg van mijn detentie in het afgelopen jaar heb ik een stapje terug moeten doen in mijn ontwikkeling. Inmiddels heb ik weer werk bij een autobedrijf en heb daarmee dus een dagbesteding. Ik woon bij mijn zus. Op termijn verwacht ik weer terug te kunnen naar mijn oude baas in de functie van asbestverwerker. De reclassering heeft nagelaten om met mij concrete afspraken te maken over mijn alcoholgebruik. Dat gaf mij veel onduidelijkheid. Indien ik had geweten dat ik af en toe alcohol mocht drinken dan was dat voor mij helder geweest. Ik ben inmiddels vrijgesproken in de zaak van de vermeende huisvredebreuk. In de zaak van het weigeren van de ademanalyse is nog geen uitspraak gedaan, maar ik verwacht ook in die zaak te worden vrijgesproken. Ik wil vooruit kijken ondanks dat ik dadelijk 8 maanden voor niks heb vastgezeten. Ik ben blij dat ik werk heb en ik heb de reclassering voorgesteld om mij een alcoholverbod op te leggen, inclusief alcoholcontroles. Mocht mijn tbs nog met een jaar worden verlengd, dan zal ik meewerken aan het reclasseringstoezicht. Mijn resocialisatie staat voorop. Jammer genoeg is deze het afgelopen jaar niet echt van de grond gekomen. In de afgelopen drie maanden heb ik weer regelmatig contact met de reclassering gehad. Daarvoor helaas niet. Ik ben iemand die behoefte heeft aan duidelijkheid. Ik heb in de afgelopen periode mijn huisvesting en mijn sociaal netwerk allemaal zelf geregeld zonder tussenkomst van de reclassering.
De deskundige Vlottes, optredend namens de reclassering, heeft het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene had aanvankelijk een andere toezichthouder, maar die heeft verzuimd om voortgangsverslagen te maken; er bestond verwarring over het al dan niet moeten rapporteren tijdens de procedure inzake de vordering tot voorlopige hervatting van de dwangverpleging. [de begeleider] is thans de begeleider van betrokkene. Ik ben de rapporteur omdat[de begeleider] daar nog niet toe bevoegd is. Ik ken wel de casus uit het casuïstiek overleg en ik heb ook al een aantal zittingen van betrokkene bijgewoond. Er zijn met betrokkene voor het komend jaar afspraken gemaakt. Ons advies is om de tbs met één jaar te verlengen. Hij moet in een goede samenwerking met de reclassering verder resocialiseren en uit risicovolle situaties zien te blijven. Mocht betrokkene voor het verkeersdelict worden veroordeeld dan is het recidiverisico aanmerkelijk hoger dan laag gemiddeld. Een laag gemiddeld risico is nog altijd geen laag risico; wij willen betrokkene een jaar incidentvrij zien. Wij willen ook zien hoe het met zijn sociale netwerk en dagbesteding gaat, hoe hij zijn leven verder inricht. De behandeling van betrokkene is inmiddels gestopt. De reclassering heeft vertrouwen in betrokkene en dat is andersom ook het geval. Voor wat de reclassering betreft hoeven de voorwaarden niet te worden aangepast. Het voordeel van gereguleerd drinken door betrokkene is dat we de komende periode kunnen bezien hoe hij daar mee omgaat.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij mijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Er zijn in de afgelopen periode twee incidenten geweest waardoor betrokkene lang heeft vastgezeten. De psychiater geeft aan dat betrokkene de maatschappij in moet en adviseert verlenging met een jaar, evenals reclassering. Er is ook vertrouwen. De bestaande voorwaarden kunnen gehandhaafd blijven. Betrokkene moet zelf zijn keuzes maken aangaande zijn alcoholgebruik.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
In de verkeerszaak tegen mijn cliënt zijn vorige week door de rechter-commissaris getuigen gehoord. De zaak moet dus andermaal op zitting worden aangebracht. Mijn cliënt ontkent dit feit. Ik verzoek de rechtbank primair om de vordering tot verlenging van de tbs af te wijzen, gelet op het geringe recidiverisico. Het reclasseringscontact is in het afgelopen jaar niet goed van de grond gekomen. Cliënt heeft nu tweemaal ervaren dat ruis langdurige detentie oplevert en wat de gevolgen daarvan zijn. Hij is daardoor ook zijn werk kwijt geraakt. In de persoonlijkheidsstructuur van cliënt blijven afspraken moeilijk. Hij wil graag duidelijkheid. Het resocialiseren samen met mensen die een taakstraf opgelegd hadden gekregen vond hij maar moeilijk te begrijpen en daarmee zwaar. Mijn cliënt heeft inmiddels weer werk. Subsidiair verzet ik mij niet tegen verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
De rechtbank verenigt zich met voornoemd advies van de psychiater en met het advies van de ter terechtzitting gehoorde deskundige. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat nog steeds sprake is van een recidiverisico, in welk verband de rechtbank betrekt dat het resocialisatietraject vanwege langdurige detenties van terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode nog onvoldoende van de grond is gekomen.
Daarbij gaat de rechtbank er vanuit dat reclassering thans het toezicht en de verslaglegging daarvan voortvarend zal oppakken.
Gelet op het vorenstaande en gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en wel voor de duur van één jaar. Voor een wijziging van de voorwaarden, met name wat betreft het alcoholgebruik, ziet de rechtbank onvoldoende grond.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke[terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
één jaar, onder handhaving van de eerder, bij beschikking van de rechtbank van 19 februari 2013, gestelde voorwaarden met betrekking tot de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M. Senden, voorzitter,
mr. I.L.A. Boer en mr. W.M. Weerkamp, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 maart 2014.