ECLI:NL:RBOBR:2014:1045

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
7 maart 2014
Publicatiedatum
6 maart 2014
Zaaknummer
01/835183-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 7 maart 2014 een tussenbeslissing genomen over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. De rechtbank heropende het onderzoek en beval de reclassering om een rapport op te stellen over de mogelijkheden en voorwaarden voor de beëindiging van de verpleging. De terbeschikkinggestelde, die sinds 2007 ter beschikking is gesteld, heeft in het verleden geen verloven gehad en de reclassering adviseert negatief over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De rechtbank oordeelt dat aanvullend onderzoek noodzakelijk is, vooral met betrekking tot de opname in een beschermde woonvorm en de mogelijkheden voor behandeling door een forensische polikliniek. De rechtbank schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd en stelt de stukken in handen van de officier van justitie. De beslissing is genomen na een openbare zitting waarin de officier van justitie, deskundigen en de raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde zijn gehoord. De rechtbank benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de risico's en de noodzaak van een geleidelijke overgang naar resocialisatie.

Uitspraak

TUSSENBESCHIKKING

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/835183-05
Uitspraakdatum: 07 maart 2014

Tussenbeslissing voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op [1966],
verblijvende in de[kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 oktober 2007 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 28 november 2013 met één jaar verlengd. Daarbij is de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor onbepaalde tijd aangehouden, teneinde de reclassering een rapport te laten opmaken omtrent de vraag of, en zo ja, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder, de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde kan worden beëindigd.
Deze zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 februari 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige [psycholoog 1], GZ-psycholoog verbonden aan de [kliniek], de deskundigen [deskundigen 1], beiden reclasseringswerker, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe mr. [raadsvrouwe 1] gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • Het advies van Tactus Reclassering Zwolle ten behoeve van voorwaardelijke beëindiging TBS, d.d. 18 februari 2014;
  • het advies van[psychiater], psychiater, Directeur Patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 3 september 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het rapport van psycholoog drs.[psycholoog2]d.d. 15 augustus 2013;
  • het rapport van psychiater drs. [psychiater2] d.d. 8 augustus 2013;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling

In
voornoemd advies van de reclasseringis onder meer het navolgende gesteld.
Betrokkene wil graag resocialiseren in de omgeving van [plaats]. De reclassering is van mening dat een, in aanvang, begeleide/beschermde woonvorm geïndiceerd is. Het NIFP, afdeling ifz, heeft op 27 januari 2014 een indicatieadvies afgegeven. Betrokkene is aangemeld bij [zorggroep]. Hij is op de wachtlijst geplaatst. Hij kan sowieso de komende drie maanden niet geplaatst worden. Men verwacht over drie maanden wel meer duidelijkheid te kunnen geven omtrent een opnamedatum.
Concreet heeft betrokkene geen zicht op enige vorm van dagbesteding. De reclassering acht het wenselijk dat betrokkene in ieder geval functioneert binnen een dagbestedingssetting (van bijvoorbeeld [zorggroep]) van waaruit kan worden toegewerkt naar een baan binnen de reguliere arbeidsmarkt.
Integrale conclusie
De reclassering adviseert negatief ten aanzien van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Betrokkene heeft de afgelopen twee jaren geen verloven gehad waardoor de overstap naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging een te grote overgang zal betekenen. Geleidelijk uitbreiden van verloven (van begeleid verlof tot uiteindelijk proefverlof) is noodzakelijk.
Praktische zaken zoals huisvesting en dagbesteding blijken onvoldoende geregeld te kunnen worden. Binnen het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is het noodzakelijk dat betrokkene zelfstandig kan aangeven waar problemen liggen en adequaat om hulp kan vragen. Momenteel is hiervan onvoldoende sprake. Bovendien heeft betrokkene zich niet betrouwbaar getoond tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis in 2006 en de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging in 2011. Tot slot vormt de partnerrelatie een aanzienlijke risicofactor.
Wij adviseren om de tbs met dwangverpleging niet voorwaardelijk te beëindigen.
Mocht de rechtbank toch tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging willen overgaan, dan adviseren wij de zaak aan te houden voor aanvullend onderzoek.
Mocht de rechtbank direct tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging willen overgaan, dan adviseren wij dit te doen onder een aantal voorwaarden (rechtbank: genoemd in het advies). Deze voorwaarden zijn op dit moment niet uitvoerbaar.
Betrokkene hoopt op een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en zal medewerking verlenen aan de voorwaarden.
De terbeschikkinggesteldeheeft gesteld, kort en zakelijk weergegeven:
De gesprekken met de reclassering zijn goed verlopen. Ook het gesprek bij [zorggroep].
Mijn grootste probleem nu is dat ik geen verlofmogelijkheden heb. Verlof is van belang om allerlei zaken te regelen voorafgaand aan de
voorwaardelijke beëindiging van dedwangverpleging. Ik heb overal aan meegewerkt bij de kliniek. Ik heb 14 maanden moeten wachten op de ontvluchtingsrisico-analyse.
Ik wil die voorwaardelijke beëindiging graag. Ik ben zelfstandig genoeg om dan op praktisch gebied goed te functioneren. Anderzijds, er is nog veel op te starten en daarbij kan ik begeleiding goed gebruiken. Verder heb ik hulp nodig op mentaal gebied.
Bij de vorige voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging had ik de lat te hoog gelegd voor mezelf en was er geen goed contact met de reclassering. Dat is er nu wel. Ik weet dat ik het vertrouwen geschonden heb destijds en wil nu graag die vertrouwensband opbouwen en mezelf bewijzen.
Ik wil inzage geven in mijn financiën en een netwerk opbouwen.
De deskundige[psycholoog 2]heeft gesteld, kort en zakelijk weergegeven:
Er is geen samenwerking tussen betrokkene en de kliniek. Er is nog geen verlof aangevraagd omdat het niet lukt om een signaleringsplan op te stellen. We kunnen daarover niet met hem praten en we kunnen hem niet inschatten. Om die redenen komen we ook niet tot het opstellen van een delictanalyse, maar die is niet per se noodzakelijk. De kliniek blijft bij het advies de resocialisatie via transmuraal en proefverlof te laten plaatsvinden.
De deskundigen[deskundigen 2]hebben gesteld, kort en zakelijk weergegeven:
Mw.[deskundige] heeft het adviesrapport opgesteld en mw. [deskundige] is de beoogd toezichthouder.
Wij persisteren bij ons advies. De overstap vanuit de gesloten setting naar meer vrijheid moet stapsgewijs plaatsvinden. Daarvan is geen sprake bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van betrokkene op dit moment. Dat is niet in zijn belang.
Er zijn risico’s, bijvoorbeeld de partnerrelatie, en er zijn nog geen praktische zaken geregeld, omdat betrokkene nog geen verloven heeft. Normaal gaat iemand via de transmurale fase naar de fase van proefverlof. In die periode worden dan door de kliniek de benodigde zaken, zoals een verzekering, aangevraagd en de voorwaarden voorbereid.
Het pro justitia rapport uit 2011 geeft ook aan dat het resocialisatieproces in 2011 te snel is gegaan en dat moet deze keer niet herhaald worden.
We hebben nog niet onderzocht welke polikliniek tijdens een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging ambulante behandeling aan betrokkene kan bieden. Er zijn meerdere opties in de buurt van ’t Achterhuus.
Resocialiseren in een woning op het terrein van de [kliniek] is geen optie, ook niet voorafgaand aan een verblijf bij[zorggroep]. De[kliniek] ligt niet in de buurt van[plaats] waar betrokkene wil resocialiseren. Het heeft geen zin daar van alles op te bouwen.
De deskundige[deskundige]:
Ik deel de mening van mijn collega’s van de reclassering.
De officier van justitieheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is geen behandelperspectief meer voor betrokkene binnen het tbs-kader en er moet gewerkt worden aan een goede resocialisatie. Ik begrijp de adviezen van de kliniek en de reclassering om voor de weg van de geleidelijkheid te kiezen.
Er liggen echter ook adviezen van twee externe deskundigen en die trekken andere conclusies over het recidiverisico en de resocialisatiemodus.
Het is niet mogelijk om de dwangverpleging nu voorwaardelijk te beëindigen. Het onderzoek van de reclassering is nog gaande. Ik verzoek u de zaak opnieuw aan te houden om dat onderzoek te laten voortzetten.
De raadsvrouweheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Naar mijn mening dient het onderzoek naar de voorwaardelijke beëindiging voortgezet te worden.
Ik zie steeds meer voorwaardelijke beëindigingen van de dwangverpleging die niet zijn voorafgegaan door transmuraal en proefverlof. Mijns inziens is dat in dit geval ook mogelijk.
De impasse die is ontstaan tussen betrokkene en de kliniek ligt niet alleen aan hem. Hij heeft anderhalf jaar moeten wachten tot hij daar aan de slag kon.
Er is al veel geregeld. Wonen en een dagbesteding bij [zorggroep]. Daar bieden ze 24-uurs begeleiding en kunnen ze betrokkene helpen met het regelen van praktische zaken zoals een uitkering en een verzekering. Betrokkene kan daar nog niet direct terecht en in de tussentijd kan er een band worden opgebouwd met de reclassering. Er ligt een indicatie van het ifz, die altijd zeer kritisch toetsen, voor [zorggroep] en betrokkene is gemotiveerd om daar naar toe te gaan. Het is eerder misgegaan maar betrokkene is veranderd. Hij geeft zijn volledige medewerking.
De externe deskundigen schatten het recidiverisico lager in dan de kliniek en de reclassering en Geurink twijfelt zelfs over het bestaan van een stoornis bij betrokkene. De duur van de tbs is inmiddels lang afgezet tegen het indexdelict.
Nu de minder verstrekkende mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging mogelijk is, moet die worden aangegrepen.
Ik verzoek u de zaak aan te houden voor onbepaalde tijd. De reclassering dient contact te houden met[zorggroep] om zicht te krijgen op de opnamedatum. De reclassering kan vervolgens verder onderzoek verrichten naar een geschikte polikliniek. Ik verzoek u tot slot de reclassering opdracht te geven een indicatie aan te vragen voor tijdelijk verblijf in een resocialisatiewoning op het terrein van de [kliniek], voorafgaand aan het verblijf in [zorggroep].

Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting.

De rechtbank is bij de beraadslaging tot de conclusie gekomen dat aanvullend onderzoek noodzakelijk is.
Bij beslissing van 28 november 2013 heeft de rechtbank, met name ook gelet op de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, het advies van beide externe deskundigen om de reclassering te laten onderzoeken of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd, gevolgd en daartoe opdracht gegeven.
Uit het uitgebrachte maatregelrapport van de reclassering d.d. 18 februari 2014 en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundigen, blijkt dat kliniek en reclassering na onderzoek (primair) adviseren niet tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging over te gaan. Zij vinden de risico’s te groot en een aantal praktische zaken is nog niet geregeld.
Met de officier van justitie en de raadsvrouwe is de rechtbank echter van oordeel dat, gelet ook op de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit en het advies van de externe deskundigen, het subsidiaire advies van de reclassering gevolgd dient te worden. Dit houdt in dat op dit moment voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging nog niet mogelijk is maar dat verder onderzoek gedaan zou kunnen worden naar de mogelijkheden daartoe.
De rechtbank acht derhalve nader onderzoek noodzakelijk, in het bijzonder aangaande een opname in een beschermde woonvorm (bijvoorbeeld [zorggroep]) en de datum of termijn waarop dit kan plaatsvinden, de (on)mogelijkheden van een behandelaanbod door een forensische polikliniek en een plan met betrekking tot werken van de terbeschikkinggestelde (dagbestedingssetting).
De rechtbank ziet geen aanleiding de reclassering opdracht te geven een indicatie aan te vragen voor betrokkene voor tijdelijk verblijf in een resocialisatiewoning op het terrein van de [kliniek], voorafgaand aan het verblijf in [zorggroep], gelet op hetgeen hieromtrent is opgemerkt door de deskundigen.
Daarom dient de Reclassering Nederland een nader maatregelrapport op te stellen, waarin de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege worden onderzocht.
De rechtbank zal het onderzoek heropenen, dit onderzoek voor onbepaalde tijd schorsen en de stukken in handen van de officier van justitie stellen.

DE BESLISSING.

De rechtbank
- heropenthet onderzoek en
schorsthet onderzoek voor
onbepaalde tijd
(
RolMK voorzitter mr. H.H.E. Boomgaart of mr. E.M.J. Raeijmaekers, 60 minuten);
-
houdtde beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan en schorst daartoe het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd tot ten hoogte drie maanden,
-
beveeltdat door de reclassering een rapport wordt opgemaakt omtrent de vraag of, en zo ja, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder, de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde kan worden beëindigd;
-
beveeltde oproeping van de terbeschikkinggestelde, de deskundige [deskundigen 3] van de inrichting en de rapporteur van de reclassering tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting, met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde, mr.[raadsvrouwe 2], advocate te Haarlem.
De rechtbank stelt de stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.H.E. Boomgaart, voorzitter,
mr. E.M.J. Raeijmaekers en mr. C.P.J. Scheele, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.A.M. Balemans, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 maart 2014.