ECLI:NL:RBOBR:2013:CA3587
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het bezit en vervaardigen van kinderporno en het dwingen van een minderjarige tot ontuchtige handelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 april 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid kinderporno en het dwingen van een minderjarige tot ontuchtige handelingen. De verdachte werd veroordeeld tot 479 dagen gevangenisstraf, waarvan 360 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar, onder oplegging van reclasseringstoezicht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in licht verminderde mate toerekeningsvatbaar was, wat invloed had op de strafmaat. De tenlastelegging omvatte het bezit van ongeveer 14.310 afbeeldingen van kinderpornografische aard, die op verschillende gegevensdragers waren aangetroffen, waaronder een laptop en USB-sticks. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het dwingen van een minderjarige, aangeduid als [slachtoffer 1], tot het maken van ontuchtige foto's door middel van bedreiging en druk. De rechtbank achtte de bewijsvoering overtuigend, onderbouwd door proces-verbaal van de politie en verklaringen van de verdachte. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de impact op de slachtoffers en de rol van de verdachte in het in stand houden van de vraag naar kinderporno. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en ambulante behandeling bij een instelling, om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen. De vordering van de benadeelde partij werd toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer.