ECLI:NL:RBOBR:2013:CA3282
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. W.A.F. Damen
- mr. J.G. Vos
- mr. H.H.E. Boomgaart
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van cocaïnebezit en poging tot moord, maar bewezen bedreiging met vuurwapen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is de verdachte op 17 juni 2013 vrijgesproken van het voorhanden hebben van cocaïne en van de poging tot moord op [slachtoffer 1]. De rechtbank oordeelde dat er geen ernstige bezwaren waren die het fouilleren van de verdachte rechtvaardigden, waardoor het bewijs van de cocaïne niet kon worden gebruikt. De verdachte was op 17 april 2010 in Eindhoven gefouilleerd, maar de rechtbank concludeerde dat de omstandigheden niet voldoende waren om deze actie te rechtvaardigen. Hierdoor werd het bewijs van de aangetroffen cocaïne uitgesloten.
Daarnaast werd de verdachte ook vrijgesproken van de beschuldigingen van medeplegen van poging tot moord en medeplichtigheid, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de steekpartij of het schietincident. De rechtbank stelde vast dat er geen getuigen waren die de verdachte direct aan de steekpartij konden koppelen, en het DNA-bewijs was niet overtuigend genoeg om zijn betrokkenheid te bevestigen.
Echter, de rechtbank vond wel voldoende bewijs voor de bedreiging met een vuurwapen. De verdachte had op 18 juli 2010, na een ruzie met [slachtoffer 1], met een vuurwapen geschoten, wat leidde tot de conclusie dat hij de vrees had gecreëerd dat [slachtoffer 1] ernstig letsel of de dood zou kunnen ondergaan. De rechtbank legde een gevangenisstraf van acht maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de samenleving. De rechtbank benadrukte dat het gebruik van een vuurwapen in een woonwijk een ernstige schending van de openbare orde is en dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten.