ECLI:NL:RBOBR:2013:CA3281
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot moord en bedreiging met vuurwapen in Eindhoven
In deze zaak, die op 17 juni 2013 door de Rechtbank Oost-Brabant werd behandeld, stond de verdachte terecht voor de poging tot moord en bedreiging met een vuurwapen. De tenlastelegging betrof twee incidenten op 18 juli 2010 in Eindhoven, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte zou hebben geprobeerd het leven van het slachtoffer, aangeduid als [slachtoffer 1], te beroven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de steekpartij en het schietincident. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het mes had gebruikt of dat hij met opzet op het slachtoffer had geschoten. De verklaringen van getuigen waren inconsistent en er was geen direct bewijs dat de verdachte de schoten had gelost. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot moord en doodslag, maar verklaarde wel bewezen dat hij het slachtoffer had bedreigd met een vuurwapen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van acht maanden op, rekening houdend met de ernst van de bedreiging en de impact op de samenleving. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling werd afgewezen, omdat deze niet tijdig was ingediend. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om de rechtsstaat te waarborgen.