ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2795
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.M. Klinkenbijl
- J.W.H. Renneberg
- P.T. Heblij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging terbeschikkingstelling in een moordzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 12 juni 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die in 2002 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor moord. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1959, heeft sinds zijn terbeschikkingstelling verschillende behandelingen ondergaan en heeft vooruitgang geboekt in zijn herstel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde sinds de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging in juni 2012 geen incidenten heeft vertoond en dat hij een stabiele basis heeft opgebouwd met werk en sociale contacten. De reclassering heeft in haar rapportage aangegeven dat de kans op recidive laag is en dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert in zijn huidige situatie. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de zorgen van de officier van justitie, die stelde dat er nog steeds een risico aanwezig is en dat de terbeschikkinggestelde mogelijk in contact kan komen met zijn kinderen, wat tot problemen kan leiden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de veiligheid van anderen niet langer eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De beslissing om de vordering van de officier van justitie af te wijzen is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, die onder behandeling blijft bij de forensische psychiatrische afdeling Kade 17. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd, onder de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde zijn behandeling voortzet en medicatietrouw blijft.