4.1. Aan zijn vordering tot nietigverklaring van het testament van moeder legt [eiser] ten grondslag dat moeder ten tijde van het verlijden van het testament niet wilsbekwaam was. Hij stelt dat, op het moment dat moeder in 2010 naar Nederland vertrok zij al een tijd met gezondheidsklachten kampte. Zij had moeite met het verwerken van het overlijden van vader en werd steeds verwarder. Vanwege klachten van depressie en verwardheid zijn in Australië diverse onderzoeken verricht, op grond waarvan men concludeerde dat moeder Alzheimer had. In verband hiermee werden medicijnen voorgeschreven.
Uit een gesprek dat [zus] na het overlijden van moeder met één van de haar behandelend artsen in ziekenhuis Bernhoven te Oss, Van den Bogart heeft gehad en waarvan een geschreven verslag in het geding is gebracht (bijlage bij akte van depot), is [eiser] gebleken dat de klachten van moeder in Nederland zijn toegenomen. In het door [eiser] in het geding gebrachte gespreksverslag staat onder meer:
(…)
… toen hebben wij eerst gewoon zo vocht weggehaald, ook omdat ja, mevrouw was soms een beetje afwezig. Dementieel en Alzheimer speelden al eigenlijk in het verleden, in de tijd dat ze in Australië woonde.
(…)
… eind november is zij onder aandacht gekomen van de ouderenzorg, eigenlijk de GGZ, de geestelijke gezondheidszorg en toen is zij meerdere keren gezien en daar kwam uiteindelijk een vorm van dementie, dat daar een vorm van dementie zou bestaan. Wat moeilijk uit te duiden was, op basis van het huidige onderzoek lijken er aanwijzingen te bestaan voor een dementieel syndroom, typering is lastig te zien, de complexiteit van de somatiek en de psychosociale problematiek. En dat hangt natuurlijk met de inmiddels ook aanwezige vorm van longkanker en de onderlinge relaties die ja, weinig of geen contact met één dochter en één zoon staat hier.
(…)
Maar op 10 maart kwam zij en het houdt niet over, met name veel oedeem, dus vocht in de voeten, ook meer kortademig, veel kokhalzen en was zij er gewoon beroerd aan toe (…) Dat waren eigenlijk haar voornaamste klachten op dat moment, maar zij was niet adequaat durf ik wel te stellen. Maar waarbij ik wel heel eerlijk moet zijn, dat verhaal van Alzheimer was mij op dat moment eigenlijk nog niet bekend.
(…)
zij was zeker niet adequaat.
(…)
Op de vraag van [zus] of moeder ruim van tevoren al niet meer capabel was om allerlei dingen zelf te beslissen:
Ik denk dat dat inderdaad wel gesteld mag worden.
(…)
Die diagnose (Alzheimer, rb) is uiteindelijk gesteld door de psychiater, de ouderenarts. (…) Dat zijn de mensen van de GGZ. (…) De brief die zij hier hebben is van 1 april 2011, maar zij kenden mevrouw vanaf 29 november. (…) Er staat: sinds 29-11 zijn wij op uw verzoek meerdere malen bij de GGZ Oost-Brabant. De vraagstelling was analyse van cognitie.
(…)
Wij hebben daar geen geriater meer bij gehad volgens mij. Dat schreven zij hier ook: mevrouw Willemsen heeft op 29-11 patiënt gezien bij de GGZ. Cognitieve politiek passend bij dementieel syndroom.
(…)
Uit dit gesprek, leidt [eiser] - kort gezegd - af dat bij moeder in de maanden voor haar overlijden sprake was van verwardheid, dat zij niet meer capabel was om beslissingen te nemen. De GGZ heeft volgens [eiser] geconstateerd dat moeder aan Alzheimer leed.
Ter comparitie heeft de advocaat van [eiser], mr. Groeneveld erkend dat uit de bandopname niet blijkt dat hier daadwerkelijk de gestelde behandelend arts Van den Bogart spreekt.
Voorts heeft de advocaat van [eiser], welke laatstgenoemde niet zelf ter comparitie aanwezig was, aangegeven dat [eiser] eerder door moeder als executeur was aangewezen en dat dit moeilijk te rijmen valt met de onterving in moeders laatste testament. Verder heeft een vriendin van moeder, mevrouw [A], moeder weken voor haar overlijden gesproken. Moeder was toen verward en kon geen normaal gesprek met haar voeren. Mr. Groeneveld heeft er tenslotte op gewezen dat, wanneer sprake is van Alzheimer, een notaris niet het testament mag verlijden zonder een deskundige in te schakelen ter beoordeling van de wilsbekwaamheid.
Wat betreft het door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in het geding gebrachte rapport van geriater Van Marum wordt betwist dat hieruit conclusies betreffende de geestesgesteldheid van moeder kunnen worden getrokken.