ECLI:NL:RBOBR:2013:CA1145
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- H.G. Robers
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming sociaal plan en betaling schadevergoeding aan bonden in kort geding
In deze zaak, die op 28 mei 2013 door de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, hebben de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie een kort geding aangespannen tegen Beton Son B.V. De bonden vorderen nakoming van het Sociaal Plan Betonson 2011-2013 en betaling van schadevergoedingen aan de werknemers die in het kader van een aangekondigde reorganisatie worden ontslagen. De bonden stellen dat Betonson in strijd handelt met het sociaal plan door lagere beëindigingsvergoedingen aan te bieden dan overeengekomen. Betonson betwist de spoedeisendheid van de vorderingen en stelt dat er geen verplichting bestaat om de hogere vergoedingen te betalen, gezien de financiële situatie van het bedrijf en de omstandigheden van de reorganisatie.
De kantonrechter heeft de vorderingen van de bonden afgewezen. De rechter oordeelde dat niet aannemelijk is dat Betonson in de bodemprocedure gehouden zal zijn aan de in het sociaal plan overeengekomen beëindigingsvergoeding. De rechter benadrukte dat de spoedeisendheid van de vorderingen onvoldoende was aangetoond, aangezien de werknemers in principe een WW-uitkering kunnen aanvragen. Bovendien werd opgemerkt dat de financiële positie van Betonson en de noodzaak tot overleg over het sociaal plan niet voldoende waren onderbouwd door de bonden.
De rechter concludeerde dat de bonden niet in hun vorderingen zijn geslaagd en dat zij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor vakbonden om voldoende bewijs te leveren van spoedeisend belang en de geldigheid van hun vorderingen in kort geding procedures.