2.1. [verzoeker] legt aan zijn verzoek het navolgende ten grondslag.
Bij beschikking van 21 september 2009 is [verzoeker] onder curatele gesteld met benoeming van [verweerder] als curator. Na ingesteld beroep is door het Gerechtshof bij beschikking van 14 juli 2010 ambtshalve bepaald dat het verzoek om curatele alsnog wordt afgewezen en tegelijkertijd per 15 juli 2010 alle goederen van [verzoeker] onder bewind worden gesteld, met benoeming van [verweerder] als bewindvoeder.
De ouders van [verzoeker] hebben in meerdere perioden steun ondervonden van sociaal psychiatrisch verpleegkundige, [X]. Deze begeleidde [verzoeker] ook toen hij jaren geleden was opgenomen in een GGZ instelling. De ouders gingen er van uit dat deze hulpverlening als een vriendendienst te beschouwen was en niet voor zijn werkzaamheden kreeg betaald. Begin 2010 merkte [verzoeker] dat [verweerder] aan [X] een voorschot betaalbaar stelde van € 2.000,- Bij brief van 4 februari 2010 is aan [verweerder] kenbaar gemaakt dat [verzoeker] geen gebruik wenste te maken van de diensten van [X].
Bij brief van 7 februari 2010 heeft [verweerder] aangegeven dat hij goede nota zal nemen van dit verzoek.
Uit een financieel overzicht van oktober 2010 is duidelijk geworden dat zeer omvangrijke betalingen, voorlopig € 33.725,- zijn verricht aan [X]. Op 24 november 2010 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de ouders van [verzoeker], [X] en [verweerder]; daarvan is een verslag gemaakt. Op 30 november 2010 vond er vervolgens een gesprek plaats tussen [verweerder] en [verzoeker]. In beide gesprekken is overeengekomen dat [X] gespecificeerde rapportages zal verstrekken. Slechts over de maanden augustus 2009 tot en met januari 2010 is verslag gedaan.
[verzoeker] heeft op 31 maart 2011 om opheldering verzocht, waarop [verweerder] bij brief van 1 april 2011 reageerde. De verstrekte rapportages zijn niet afdoende.
De inhoud van de klacht omvat verder drie onderdelen:
A. Een verzoek om het beschikbare weekbudget te verhogen van € 500,- naar € 1.000,-
Daarbij heeft [verweerder] blijkbaar bewust onjuiste informatie verstrekt.
B. Afspraken, verantwoording en declaratie door [X].
[X] is ingeschakeld tegen de uitdrukkelijke wens van [verzoeker] in. Ondanks zijn nadrukkelijk verzoek om de bemoeienis van [X] te staken, is deze voortgezet en zijn er aanzienlijke kosten gemaakt.
Er is noch aan [verzoeker] noch aan zijn ouders informatie verstrekt dat [X] volledig en ruimhartig betaald kreeg voor zijn werkzaamheden. [verweerder] is ernstig tekort geschoten in zijn informatieplicht. Verder is er geen overeenkomst gesloten met [X] over de inhoud van de diensten, de voorwaarden en het tarief. Voorts is er in het uurtarief van € 80,- geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen reisuren en werkuren.
C. De omvang van de schade is voor [verzoeker] niet exact te berekenen, omdat de werkzaamheden niet meer te controleren zijn.
De rapportages van [X] stralen geen professionaliteit uit. Dit zou gezien het uurtarief zonder meer verwacht mogen worden. Duidelijk is dat een substantieel deel van de kosten, reistijd betreft.
Verzocht wordt gezien de toerekenbare tekortkoming van [verweerder], de gevorderde schadevergoeding te verhogen met een vergoeding voor juridische kosten.