In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
'Risicoanalyse.
[terbeschikkinggestelde] is een gemiddeld intelligente man, waarbij er naast PDD-NOS en een persoonlijkheidsstoornis NAO, sprake is van perioden waarin hij last heeft van agorafobie met paniekaanvallen en episodes van somberheid. Er is in zijn leven sprake van periodes van langdurig en excessief alcoholgebruik. Hij vertoont regelmatig oppositioneel gedrag, heeft moeite met de omgang met autoriteiten en een grote behoefte aan autonomie, die haaks staat op zijn mogelijkheden om zich sociaal en maatschappelijk goed staande te houden. Hij is krenkbaar en ervaart snel dat mensen hem afwijzen, niet accepteren of niet serieus nemen. [terbeschikkinggestelde] is geneigd zich langdurig aan te passen aan de wensen van de ander en stelt zich hierin subassertief op. Spanningen stapelen zich als gevolg hiervan op. Tegenslagen en teleurstellingen kunnen uiteindelijk leiden tot grote frustratie en woede. Hij kan dan impulsief worden omdat hij overspoeld wordt door heftige emoties en wordt dan agressief naar anderen of naar zichzelf (...). Brandstichten is niet altijd impulsief gedaan, maar kan ook bewust worden ingezet als inadequate vorm van hulp vragen of als wraak naar personen die hem in zijn ogen kwaad gedaan hebben. (...)
Bij voldoende structuur in de huidige setting wordt het risico op gewelddadig gedrag binnen de kliniek op korte termijn als matig en op lange termijn op hoog geschat. (...)
Wanneer [terbeschikkinggestelde] medicatie weigert stijgen risico's snel. (...)
Bij ontslag heden zouden alle kaders, structuur en ondersteuning wegvallen en wordt het recidiverisico op gewelddadig gedrag op zowel de korte als lange termijn ingeschat als hoog. (...)
Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden
behandeling en de prognose.
(...) Concluderend is er sprake van beperkingen in sociaal functioneren, maatschappelijk functioneren en alcoholmisbruik vanaf respectievelijk kinderleeftijd en als jongvolwassene. Onvoldoende affect- en impulsregulatie komen sterker naar voren naarmate wonen en geld een groter probleem vormen.
De behandeling van [terbeschikkinggestelde] kent een grillig verloop. Dit beloop is tekenend voor
de ernst van de problematiek. [terbeschikkinggestelde] is bij tijden uiterst gemotiveerd en
vertoont dan in toenemende mate probleembesef. Op andere momenten is er nauwelijks
samenwerking mogelijk en wordt ingezet op het voorkomen van escalaties. Het
behandelbeloop is vanaf half 2011 en in 2012 gunstiger verlopen. Op basis hiervan is
begeleid verlof aangevraagd.
[terbeschikkinggestelde] wisselt korte periodes van actieve deelname aan behandeling af met
langere periodes waarin hij niet meer wil participeren. Daardoor is hij al diverse malen met
verschillende programmaonderdelen gestart en gestopt. Deze wisseling heeft te maken met
steeds terugkerende boosheid en teruggang in motivatie om deel te nemen. Een in zijn
ogen onzinnige opdracht bij een vaktherapie kan aanleiding zijn om deelname te staken
maar ook onvrede die buiten het desbetreffende behandelonderdeel valt, kan aanleiding
zijn om in staking te gaan. [terbeschikkinggestelde] is steeds van mening dat hij onterecht TBS
heeft gekregen en dat hij "hier niet thuis hoort". Ten aanzien van de noodzaak voor
behandeling en ondersteuning ten aanzien van zijn alcoholgebruik is hij wisselend maar
regelmatig wel positief gestemd. Dit is zeker het geval sinds zijn deelname aan het
zorgprogramma Verslaving in 2011. Dit is het eerste zorgprogramma dat de heer ten einde
heeft kunnen brengen en waarbinnen hij zelfs het meest gemotiveerde lid van de groep
was. Binnen dit programma vertoont hij veel inzet en is hij probleeminzicht zienderogen
gegroeid. [terbeschikkinggestelde] is geneigd de kans op recidive in delicten te bagatelliseren
maar erkent direct terug te vallen in middelengebruik en psychosociale problemen zonder
hulp. Hij wil dan ook met hulp van de instelling resocialiseren.
Als het gaat om behandeling om het reguleren van emoties en impulsen en het corrigeren
van foutieve aannames te bewerkstelligen, is hij hier in wisselende mate toe bereid en in
staat. Recent heeft hij aangegeven deel te willen gaan nemen aan het intensieve
zorgprogramma Agressie. [terbeschikkinggestelde] heeft zijn programma bij wijze van protest en
gebrekkige coping om met stressoren om te gaan tweemaal kortdurend neergelegd. Waar
dit eerder weken tot maanden duurde, duurde dit nu aanzienlijker korter. Onze
verwachting is dat [terbeschikkinggestelde] op dit vlak zal blijven groeien. Het patroon van ' het
bijltje erbij neergooien' vertoont overeenkomsten met de delicten in de zin dat [terbeschikkinggestelde] de vaardigheden ontbreekt anders te handelen in probleemsituaties. [terbeschikkinggestelde] is in die periodes zo boos of angstig dat hij geen andere oplossing ziet dan
brandstichten, agressie of zich opsluiten in zijn kamer.
Hoewel de kliniek sedert 2012 over een begeleid verlofkader beschikt heeft [terbeschikkinggestelde] zijn verlof slechts vijf maal kunnen praktiseren als gevolg van een incident. De
kliniek heeft januari 2013 aan de Verloftoetsingscommissie geadviseerd de machtiging met
een jaar te verlengen.
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis (...)
De pervasieve ontwikkelingsstoornis is nauwelijks beïnvloedbaar met behandeling.
Behandeling richt zich met name op samenwerking, stabilisatie, vergroten van
vaardigheden en [terbeschikkinggestelde] ondersteunen bij de moeilijkheden die op zijn pad
komen. Gezien het feit dat de coping bij probleemsituaties de kern van het
risicomanagement is en de behandeling in het verleden wisselend verliep en
incidenten/aangiftes de behandeling vertragen wordt verwacht dat er sprake zal moeten
zijn van een lange adem teneinde [terbeschikkinggestelde] uiteindelijk te resocialiseren.
Advies verlenging TBS maatregel
FPC 2Landen adviseert de maatregel met twee jaar te verlengen.'