ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ8761

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
01/038663-90
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en dwangverpleging met een jaar in verband met poging tot doodslag en bedreiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 april 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de terbeschikkinggestelde, die in 1991 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor poging tot doodslag en bedreiging. De rechtbank heeft de TBS met dwangverpleging verlengd voor de duur van één jaar, in plaats van de door de officier van justitie gevorderde twee jaar. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging eiste, maar beperkte deze tot één jaar als stimulans voor de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met het advies van de kliniek waar de terbeschikkinggestelde verblijft, die aangaf dat de terbeschikkinggestelde gebaat is bij structuur en begeleiding. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven niet tegen verlenging te zijn, maar wel tegen de gevraagde duur. Hij heeft een drugsverslaving en heeft in het verleden een incident gehad waarbij hij cocaïne heeft gebruikt, wat leidde tot een hartinfarct. De deskundige S.F.H.M. Mikkers heeft bevestigd dat de terbeschikkinggestelde 24-uurs begeleiding nodig heeft en dat een voorwaardelijke beëindiging van de TBS op dit moment niet mogelijk is. De rechtbank heeft besloten om over een jaar opnieuw te kijken naar de situatie van de terbeschikkinggestelde en de voortgang van zijn behandeling en begeleiding. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/038663-90
Uitspraakdatum: 26 april 2013
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1971],
verblijvende te: [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 24 juni 1991 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 22 april 2011 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 4 maart 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 april 2013. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige S.F.H.M. Mikkers, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van de [kliniek] d.d. 21 januari 2013,ondertekend door E.P.M.T. Brouns, psychiater, directeur patiëntenzorg, tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de [kliniek] is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene is een thans 41-jarige man, verblijvende binnen de [kliniek] locatie [plaats] met een longstay-status aan wie in 1991 een maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging is opgelegd. Diagnostisch is er bij betrokkene sprake van een psychotische stoornis NAO. Daarnaast is er bij betrokkene sprake van een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale en narcistische trekken. Tevens is er sprake van afhankelijkheid van diverse middelen.
In de huidige kliniek voelt betrokkene zich prettig en is hij gehecht aan het behandelteam, wat beschermend werkt en onderdeel is van het risicomanagement. Betrokkene is in grote mate afhankelijk van externe structuur en begeleiding om een zeker psychisch evenwicht te kunnen handhaven. Wegvallen van die begeleiding kan leiden tot gevoelens van verlatenheid, waarna betrokkene wordt overvallen door gevoelens van innerlijke leegte. Betrokkene kan gevoelens van onlust en onvrede dan niet adequaat kanaliseren met als gevolg het oplopen van spanning tot een voor betrokkene niet meer hanteerbaar niveau. Hoewel betrokkene als gevolg van toegenomen zelfinzicht medicatietrouw is en de noodzaak ziet zich te onthouden van middelengebruik, kan hij op dergelijke momenten deze gevoelens niet verdragen en hanteren en terugvallen in oude coping-mechanismen; hij neemt dan veelal zijn toevlucht tot middelengebruik, wat psychotische decompensatie mede in de hand werkt en delictgevaar verder doet toenemen.
Hoewel er binnen een longstay-instelling in principe geen behandelinspanningen meer verricht worden ten behoeve van een resocialisatietraject, is bij betrokkene de afgelopen twee jaren allereerst toegewerkt naar uitplaatsing richting een vervolginstelling waarin het huidige risicomanagement voortgezet zou kunnen worden. Betrokkene heeft dit traject zelf stopgezet waarna er een fors incident heeft plaatsgevonden waarbij betrokkene een grote hoeveelheid cocaïne heeft gerookt met een voorwand hartinfarct tot gevolg.
Daarna hebben wij getracht de meest geschikte woonvoorziening (de huidige) voor betrokkene te behouden, maar hem te kunnen verplegen zonder het longstay-beleid middels een opheffing longstay. Eind 2012 is echter duidelijk geworden dat een structureel langdurig verblijf binnen locatie [plaats] zonder longstay-status niet tot de mogelijkheden behoort. Derhalve is de longstay-status van betrokkene voor drie jaar verlengd, waarbij de kliniek het ministerie van veiligheid & justitie kan verzoeken de longstay-status te beëindigen wanneer een vervolginstelling in beeld is. De komende periode zullen wij dan ook in overleg met betrokkene bekijken welke vervolgstappen mogelijk zijn. Een eerste stap hierin is om het dossier van betrokkene aan te bieden aan het Transmuraal Expertise Team van de [kliniek], een team wat gespecialiseerd is in het matchen van geschikte vervolg voorzieningen bij specifieke individuele casuïstieken. Hoewel betrokkene zich hierin kan vinden, heeft hij recent de mogelijkheid tot 'voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling' met de behandelcoördinator bespreekbaar gemaakt. Hierbij benoemt hij zich te kunnen vinden in een constructie waarbij hij als voorwaarde dient te verblijven binnen locatie [plaats] onder begeleiding van de reclassering. Betrokkene is medegedeeld dat de kliniek het waardeert dat betrokkene meedenkt over mogelijkheden en deze ook open bespreekbaar maakt, maar dat geadviseerd zal worden de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen wegens de problemen die een dergelijke constructie in praktische uitvoerbaarheid met zich meebrengt.
- Gelet op de ernst van het ingeschatte risico, waarbij de kans op directe herhaling van gewelddadig gedrag naar derden als hoog wordt ingeschat bij afwezigheid van begeleiding, indien de maatregel van TBS plotseling zou wegvallen;
- Vanwege de chroniciteit van de stoornissen die ten grondslag liggen aan het genoemde risico;
- Met het oog op de gebleken onveranderbaarheid van noch de stoornissen, noch het verband met het daaruit voortvloeiende risico;
- Mede met het oog op de recente risicotaxaties die de inschatting van een hoog risico ondersteunt bij wegvallen van het TBS-kader;
- Mede vanwege het gegeven dat betrokkene zich weliswaar goed heeft aangepast aan het leven in een gesloten instelling, maar dat de stabiliteit in zijn gedrag voor een groot deel afhankelijk is van de structuur en begeleiding die hem wordt geboden en betrokkene dit ook beaamt en zelf ook aangeeft het TBS-kader nodig te hebben (ook wanneer een eventuele uitplaatsing wordt vormgegeven);
concluderen wij dat betrokkene gebaat is bij structuur en begeleiding, aangebracht door zijn omgeving. Zonder dit zorgkader is de kans op recidive op de korte tot middellange termijn hoog. Gezien dit gegeven achten we het voortzetten van het dwingende kader van de TBS noodzakelijk ter beveiliging van de maatschappij. Wij geven u dan ook het
volgende advies:
Wij adviseren u de maatregel van de ter beschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee (2) jaar.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij. Ik ben niet tegen verlenging van de tbs, maar wel tegen de gevraagde duur hiervan.
Ik kan me vinden in de visie van de kliniek, ik wil dan ook graag overgeplaatst worden naar de longcare afdeling van de [kliniek] in [plaats]. Hierdoor zal ik meer vrijheden krijgen. De instelling is van mening dat dit in kleine stapjes dient te gebeuren. Ik ben echter van mening dat dit sneller gerealiseerd kan worden. Ook ondanks dat het afgelopen jaar een keer fout is gegaan.
Ik heb eind juli vorig jaar een grote dosis cocaïne gerookt. Ik ben hier heel erg ziek van geworden. Ik heb een drugsverslaving maar dit betekent niet dat ik altijd drugs gebruik. Zo kan het 10 jaar goed gaan en dan ineens een keer fout. Dit komt omdat ik verslavingsgevoelig blijf. Verblijf in de longstay maakt mijn leven niet draaglijker. Het gebruik van die grote hoeveelheid cocaïne was een soort hulpvraag, ik moet leren dit op een andere manier te doen.
Ik heb een goed contact met mijn psycholoog. Het gaat goed, maar het kan altijd beter. Ik kan ook niet zeggen dat het goed blijft gaan. Ik voel me prettig in [plaats], maar het duurt mij allemaal te lang. Ik zou graag naar een psychiatrische ziekenhuis willen met een begeleid wonen traject. Daarnaast heb ik hulp nodig om aan het werk te komen.
De deskundige S.F.H.M. Mikkers, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
2012 was geen prettig jaar voor betrokkene, maar ook niet voor ons. Getracht is om bij betrokkene de longstaystatus er af te krijgen . Dit is spijtig genoeg niet gelukt, waardoor er nog steeds geen sprake is van onbegeleid verlof. De enige manier om hem van deze status af te helpen is betrokkene over te plaatsen naar een andere kliniek. Bij de [kliniek] in [plaats] is een longcare-afdeling geopend, waarbij in kleine stapjes gewerkt wordt naar begeleid wonen. Dit wilden we voor betrokkene ook graag in [plaats] realiseren, maar dat is op korte termijn niet aan de orde. We willen nu proberen de longstaystatus verwijderd te krijgen, waarna hij kan worden overgeplaatst naar [plaats]. Deze week heb ik dit verzoek geschreven richting departement.
In eerste instantie was betrokkene het hier helemaal mee eens. Later is hij hierop teruggekomen omdat hij het allemaal wel erg lang vindt gaan duren. De kliniek acht echter deze tussenstap voorafgaand aan een psychiatrisch ziekenhuis een must voor betrokkene, gelet op het recidivegevaar en zijn middelengebruik/verslaving. Een kader waarbij je hem onder bepaalde omstandigheden tijdelijk kunt binnenhalen, zoals de TBS met dwangverpleging, is daarbij nodig.
De kliniek verzet zich tegen een voorwaardelijke beëindiging. Dit hebben we het afgelopen jaar eenmaal uitgeprobeerd met een andere patiënt, dit was een draak van een constructie. De verdere werkwijze die wij met betrokkene voor ogen hebben in [plaats] om een en ander te realiseren gaat een periode van twee jaar te boven.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
De stappen die ik in [plaats] dien te doorlopen, gaan volgens de kliniek wel 2 tot 3 jaren duren. Ik moet daar ook de reclassering leren kennen. Als dit goed verloopt, dan kan er volgens mij wel het een en ander versneld worden. Ik ben dan ook bereid naar [plaats] te gaan, zodra ik verlost ben van de longstaystatus.
De deskundige S.F.H.M. Mikkers heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Een goed kader voor betrokkene is belangrijk, van een voorwaardelijk beëindiging kan nu nog geen sprake zijn. Betrokkene heeft 24-uurs begeleiding nodig, waarbij gekeken moet worden hoe geleidelijke uitbreiding van vrijheden bij hem uitpakt. Het is nog onduidelijk wat het ministerie met mijn verzoek zal doen. Wanneer het ministerie de longstaystatus zal opheffen, kan hij snel worden overgeplaatst naar de longcare-afdeling in [plaats]. Het verdere traject zal in ieder geval niet korter dan twee jaar gaan duren en om die reden persisteer ik dan ook bij de verlenging van twee jaar. Overigens ga ik er van uit dat het ministerie een plaatsing in de [kliniek] te [plaats] vanuit de [kliniek] in [plaats] ziet als een uitplaatsing. Ik ben in [plaats] wel betrokken bij het opzetten van de longcare-afdeling, maar ik zal wanneer betrokkene in [plaats] komt hem daar niet gaan behandelen.
De officier van justitie heeft op basis van het rapport en hetgeen de deskundige ter zitting naar voren heeft gebracht verlenging van de TBS maatregel met twee jaar gevorderd.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Cliënt wilde aanvankelijk een voorwaardelijke beëindiging. Samen zijn we tot de conclusie gekomen dat dit nog een te grote stap is. Ik ga wel pleiten voor een verlenging van 1 jaar. Het is nog onduidelijk wat het ministerie gaat beslissen. Cliënt zit klem als het ministerie niets voelt voor het traject dat de kliniek voor ogen heeft. De kliniek komt met een creatief plan, ik vraag me echter af waarom we hierbij niet kunnen uitgaan van een verlenging van één jaar. Wanneer cliënt naar [plaats] zal gaan is er geen sprake van een nieuwe behandeling. Cliënt wil vanuit een klinische setting zijn vrijheden uitbouwen. Gelet op de rapportage is cliënt goed controleerbaar. Het blijkt dat hij zijn medicijnen goed inneemt. Ook heeft hij binnen het voorgestelde kader de mogelijkheden om zijn spanningen en frustraties te bespreken. Kortom, het lijkt me allemaal mogelijk wanneer we de stapjes iets sneller realiseren dan zoals voorgesteld door de kliniek. Daarnaast zit cliënt nu meer dan 20 jaar in een tbs-kliniek. Hij is dan ook al heel lang van zijn vrijheid beroofd. Dit is niet in verhouding met het indexdelict, ook om die reden lijkt een verlenging van één jaar aangewezen..
De deskundige S.F.H.M. Mikkers heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft zijn best gedaan, ik verzet me dan ook niet principieel tegen hetgeen de raadsman van betrokkene naar voren heeft gebracht. Voor een verlenging van één jaar wordt vaak gekozen om een vinger aan de pols te houden. Ik ben van mening dat betrokkene, gelet op de spanning die een zitting met zich mee brengt, alleen maar last heeft wanneer hij tweemaal hier moet gaan komen in de komende twee jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het klopt dat hij spanning heeft voor de zitting, maar dit zal niet zo zwaar zijn als de kliniek het nu voorstelt.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik zit al jaren op de blaren voor mijn aandeel in het delict. In alle jaren wordt er alleen gekeken naar het daderschap. Dat ik ook slachtoffer ben geweest, blijft onderbelicht. Ik hoop dat de rechtbank bij het nemen van de beslissing ook daarmee rekening mee houdt.
De beslissing
De rechtbank verenigt zich, behoudens voor wat betreft de duur van de verlenging, met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de ter beschikkingstelling met dwangverpleging eist.
De rechtbank beperkt de verlenging evenwel tot één jaar, en ziet dit als extra stimulans voor betrokkene. De rechtbank kan dan over één jaar tevens zien of het ministerie adequaat op het verzoek van de kliniek heeft gereageerd. Er kan dan verder worden bezien of de uitplaatsing richting de [kliniek] te Nijmegen gestalte heeft gekregen, hoe betrokkene zich in die periode heeft opgesteld en hoe hij zich verder heeft ontwikkeld binnen het door de kliniek voorgestelde kader. De rechtbank merkt daarbij op dat op grond van het rapport van de [kliniek] voorshands moet worden uitgegaan van een langdurige begeleiding, en dat deze kortere verlenging dus niet betekent dat de verpleging van overheidswege na de komende periode van één jaar niet verder verlengd zal worden.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.M.J. Raeijmaekers, voorzitter,
mr. M. Senden en mr. drs. W.A.F. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van N.J.M. van Rooij, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 april 2013.