ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ8315
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met één jaar na beoordeling van recidive risico en behandeltraject
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1959, die sinds 2004 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde is eerder ter beschikking gesteld vanwege ernstige misdrijven, waaronder diefstal met geweld en poging tot afpersing. De rechtbank heeft verschillende rapporten van deskundigen in overweging genomen, waaronder adviezen van psychologen en psychiaters, die de risico's van recidive en de noodzaak van begeleiding benadrukken.
De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde een hoog risico op recidive heeft, vooral zonder adequate begeleiding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. De deskundigen hebben ook gesuggereerd dat de terbeschikkinggestelde in de toekomst kan resocialiseren, maar dat dit een zorgvuldige en gestructureerde aanpak vereist.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank is van oordeel dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk blijft, gezien de risico's die de terbeschikkinggestelde met zich meebrengt. De beslissing is genomen in overeenstemming met de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veiligheid van anderen voorop staat. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met de mogelijkheid om na deze periode opnieuw te evalueren.