ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ7744
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van moord/doodslag en veroordeling voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 april 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van moord/doodslag op een campingeigenaar in Ledeacker. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van moord/doodslag, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte het fatale schot had gelost. De rechtbank concludeerde dat de medeverdachte, die het vuurwapen in haar bezit had, verantwoordelijk was voor de dood van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen en de medeverdachte zelf bevestigden dat zij het schot had gelost, terwijl er geen bewijs was dat de verdachte het wapen aan haar had gegeven of dat hij betrokken was bij de schietpartij.
De rechtbank heeft de verdachte wel veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De verdachte had een semiautomatisch vuurwapen en munitie in zijn bezit, wat een ernstig maatschappelijk probleem vormt. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van voorarrest. De vorderingen van de benadeelde partijen werden afgewezen, omdat de verdachte was vrijgesproken van het feit waarop de vorderingen betrekking hadden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, die de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen bij het bepalen van de straf.