ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ5883
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en middelenafhankelijkheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 15 maart 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man die lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en een meervoudige middelenafhankelijkheid. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd na een veroordeling voor doodslag en is voor het laatst verlengd op 23 maart 2011. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde verblijft in een kliniek en heeft een lange behandelgeschiedenis. De deskundigen hebben in hun rapporten aangegeven dat de man momenteel stabiel functioneert, maar dat er nog steeds een risico op recidive bestaat, vooral bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling zonder adequate begeleiding.
De rechtbank heeft de adviezen van de psycholoog en psychiater in overweging genomen, die beiden de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar hebben aanbevolen. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De terbeschikkinggestelde heeft zelf aangegeven dat hij goed functioneert in de kliniek en dat hij hulp nodig heeft. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, met de opmerking dat de reclassering in het komende jaar een rol kan spelen in de begeleiding van de terbeschikkinggestelde.
De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank heeft benadrukt dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk is voor de veiligheid van de samenleving en dat er in de toekomst mogelijkheden voor resocialisatie moeten worden onderzocht.