ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ5879
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.P.G. Wielders
- S.J.W. Hermans
- J.M.J. Denie
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 29 maart 2013 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. De betrokkene, die in 2005 ter beschikking was gesteld, had zijn verpleging voor de laatste keer verlengd op 27 september 2012. De rechtbank had eerder besloten om de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aan te houden en de reclassering opdracht te geven een plan op te stellen voor de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij.
Tijdens de openbare terechtzitting op 18 maart 2013 zijn verschillende deskundigen en de terbeschikkinggestelde zelf gehoord. De terbeschikkinggestelde gaf aan dat hij op 1 april 2013 naar zijn appartement zou kunnen verhuizen en dat hij bereid was om zich aan de voorwaarden van de reclassering te houden. De deskundigen uitten echter zorgen over zijn budgetbeheer en drugsgebruik, en de reclassering stelde dat er onvoldoende waarborgen waren voor een veilige terugkeer in de maatschappij.
De officier van justitie vorderde dat de verpleging niet voorwaardelijk zou worden beëindigd, omdat het recidivegevaar niet voldoende kon worden ingeperkt. De raadsman van de terbeschikkinggestelde pleitte voor de beëindiging van de verpleging, verwijzend naar de positieve ontwikkelingen in de begeleiding van de betrokkene.
De rechtbank overwoog dat er voldoende waarborgen waren voor een verantwoorde terugkeer in de maatschappij, gezien de rapportage van de reclassering en de bereidheid van de betrokkene om zich aan de voorwaarden te houden. De rechtbank besloot daarom de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, met inachtneming van de voorwaarden die door de reclassering waren gesteld.